Tijdens een doopdienst in de VEG Urk deelde Esther Bakker (21) haar getuigenis. Ze was veertien toen een beginnende scoliose werd ontdekt. Dit is een kromming in de rugwervel. Vier jaar lang had ze vreselijk veel pijn en als ze niet geopereerd werd, dan zou ze haar eenentwintigste verjaardag niet halen.
Op haar zestiende stond Esthers rug 83 graden scheef. De scoliose draaide inwendig, waardoor ook haar organen begonnen te draaien. Haar longen waren al halverwege de draai. Als er niks aan werd gedaan, zou Esther haar eenentwintigste levensjaar niet halen.
De dag voor de operatie zat ze in grote spanning. Als de dokters haar zenuwen zouden raken, dan zou ze verlamd kunnen raken. Ze bad of God de handen van de chirurg wilde zegenen en dat deed Hij. Toch had de operatie niet het gewenste effect. Esther bleef met een enorme pijn zitten, waar niks aan gedaan kon worden. Een verkeerde beweging en ze lag weer een paar weken op de bank. Ze verloor vrienden omdat ze bijna niks meer kon. “Ik had te maken met depressie, met angst dat ik geen vrienden zou overhouden, angst voor pijn, angst voor duivelse gedachtes die zeiden dat het beter zou zijn als ik er een eind aan zou maken. Wie wil zo een leven en een toekomst ingaan?”
Esthers moeder zei altijd in de zwaarste tijden: “Esther, luister goed. Als je denkt dat je niks meer hebt, dan is Jezus er nog altijd. Hij ziet je en wil je helpen.” Ze probeerde zich hieraan vast te houden, maar was ook boos op God en twijfelde aan Hem. Twee jaar na de operatie wilde Esther gaan werken, maar na een jaar moest ze daar alweer mee stoppen. “Op mijn twintigste verjaardag kreeg ik een belletje dat ik honderd procent was afgekeurd.”
Vorig jaar nam Esthers tante haar mee naar een genezingsdienst van Frontrunners. “Eerst wilde ik niet, ik was al zo gewend aan een leven met pijn. Maar als God je naam roept, dan is er geen ontkomen aan.” Esther genas tijdens de dienst en kan alles weer. “Ik kan mijn tenen aanraken en een koprol maken. Dit was eerder echt niet mogelijk omdat ik van mijn nek tot onderin mijn rug vastzat. Ik ben van niemand meer afhankelijk, maar het belangrijkste is: ik heb geen pijn meer, geen depressie, mijn trauma’s zijn verdwenen. Ik kreeg in plaats hiervan vrienden en de liefste vriend. God heeft me zoveel meer gegeven dan ik kon dromen. Ik ga een opleiding beginnen, heb weer een toekomst. En ik mag een dochter zijn van de Allerhoogste. Het oude is voorbijgegaan en zie, het nieuwe is gekomen.”