Aron Mohunlol (62 jaar) raakte verstrikt in een leven van occultisme en drugsgebruik. Na jaren ‘kerks’ te zijn, heeft een persoonlijke relatie met Jezus zijn leven veranderd: “Satan had me echt te pakken. Maar op het moment dat ik mijn leven aan Jezus gaf, kon hij alleen nog maar verlies leiden.”
Aron emigreert op zijn achtste vanuit Suriname naar Nederland. “Daar was ik altijd een heel braaf jongetje, maar in Nederland aangekomen gingen mijn ouders scheiden. Die twee bij elkaar maakten enorme impact op me. Ik ging op zoek naar een plek waar ik me thuis en prettig voelde, op straat.” Hier raakte Aron al snel verlaafd aan heroïne, ook woont hij op zijn 14e al samen en op zijn 28e wordt hij voor het eerst vader. “Ik begreep pas na een paar jaar gebruik wat ik rookte en dat dit verslavend was. Toen mijn dochter werd geboren, realiseerde ik me dat ook dit niet zo handig was, maar ik zat letterlijk vast in dat leven.” Ook doet Arons vader een flink beroep op hem. “Mijn vader was voodoo-man. Hij had van zijn onderwijzer te horen gekregen dat ik mijn vader zou gaan opvolgen. Dus ik kreeg elke zondagmiddag les van hem, terwijl ik ‘s ochtends naar de kerk ging.”
“Ik had vijf kinderen bij vijf verschillende vrouwen en leefde echt van dag tot dag.”
Ondanks dat Aron aan de drugs zit, krijgt hij toch een baan als werknemer bij Nederlandse Ministeries – en later zelfs bij de VN. “Ik leidde letterlijk een dubbelleven en vond dat vreselijk: ik droeg een groot geheim met me mee waar vrijwel niemand vanaf wist. Ik had vijf kinderen bij vijf verschillende vrouwen en leefde echt van dag tot dag.” Door een conflict met de gemeente Den Haag krijgt Aron een flink afkoopbedrag. Met het geld vliegt hij naar Suriname om een paar jaar te feesten. “Drugs waren daar veel goedkoper, dus ik ging steeds meer gebruiken.”
Terug in Nederland
Als zijn moeder ziek wordt, komt hij terug naar Nederland om voor haar te zorgen. Die tijd ervaart hij als bijzonder: “Zij is de vrouw die me heeft leren bidden, het is mooi om daar iets voor terug te doen.” Ondanks dat Aron al jaren in de kerk zit en hij zich in 1988 heeft laten dopen, verandert zijn levensstijl niet. “Om mijn drugs te betalen en mijn kinderen te kunnen onderhouden smokkelde ik drugs. Soms smokkelde ik honderden kilo’s de grens over naar landen binnen Europa. De laatste keer dat ik dit deed, was naar Engeland. Ik werd gepakt en kreeg een eis van 7 jaar celstraf. In de gevangenis gaf iemand me iets te roken. Achteraf bleek het spice te zijn.” Het lichaam van Aron kon deze drugs niet aan, waardoor hij neerviel en een gat in zijn hoofd kreeg. “Ik was op weg naar de dood en dacht letterlijk: ‘Ik kom in de hel terecht!”
“Na de dienst kreeg ik de tekst uit Johannes 5:14 mee. Op dat moment werd ik volledig bevrijd van mijn verslaving aan coke en heroïne.”
“Wees niet meer ongehoorzaam”
Door reanimatie overleeft Aron de spice. Uit het ziekenhuis gekomen pakt hij een Bijbel. “Op een gegeven moment liep er een vrouw van het Leger Des Heils langs mijn cel. Zij nodigde me uit voor de dienst. Mijn celmaatje vond dat niets en raadde het me af, maar ik ging toch. Na de dienst kreeg ik de tekst uit Johannes 5:14 mee. Daar staat: ‘Wees vanaf nu niet meer ongehoorzaam aan God, want anders kan je nog iets veel ergers overkomen.’ Op dat moment werd ik volledig bevrijd van mijn verslaving aan coke en heroïne.” Na 45 jaar verslaafd te zijn aan drugs (18 shotjes per dag), was Aron clean. Hij heeft nooit ontwenningsverschijnselen gehad.
Door verschillende fouten van de gevangenis krijgt Aron een aantal privileges: hij krijgt een baantje en mag er vrij rondlopen. Daarnaast mag hij al na 9 maanden zijn cel uit. Ook als hij in Nederland komt, lijkt hem alles in zijn schoot te worden geworpen: “Ik mocht meedoen met een re-integratieprogramma van het Leger des Heils. En omdat ik zo mijn best deed, betaalden ze drie maanden van mijn huur. Daarnaast kon ik de volledige inboedel van het huisje dat ik mocht huren, overkopen voor maar honderd euro. En ik kreeg een gift van de gemeente, wat normaal gesproken een lening is.”
Ook leerde Aron in die tijd een bijzondere vrouw kennen: zij ervoer dat God van haar vroeg om hem te begeleiden. “Ze hielp me enorm met reïntegreren. En omdat ze een vrouw met een sterk geloof is, hielp ze me om sterker te worden in mijn eigen geloof.” De relatie groeide uit tot een verliefdheid. Inmiddels is het stel afgelopen jaar getrouwd.
Aron kijkt terug: “God heeft me al die tijd de hand boven het hoofd gehouden: het had veel erger af kunnen lopen. Daarnaast ben ik altijd bang geweest voor de ontwenningsverschijnselen en bij het afkicken, maar die heb ik nooit gehad door de wonderlijke bevrijding. En Hij heeft me omringd met mooie mensen en een liefdevolle gemeente. Dat maakt me dankbaar.”