Janine Beijer is als 19-jarige (een van) de jongste rouwsprekers in Nederland. Hiernaast werkt ze als uitvaartsassistent en geeft ze boeken uit rondom rouw en verlies. “Zonder God kan ik dit werk niet. Hij is verbonden aan rouw en aan de momenten in het leven waarop mensen mij nodig hebben.” Vandaag deelt Janine over de manier waarop ze God ervaart in haar werk, over Wie God is in een rouwproces en hoe je hierin naast een ander kunt staan.
“God brak mijn hart voor mensen in rouw”
Als Janine twaalf jaar is, start haar moeder met een uitvaartbedrijf. “Ik kon me daar helemaal niets van voorstellen, want ik had zelf alleen nog maar tien goudvissen en twee konijnen verloren. Ik moest er eigenlijk niets van hebben en dacht: Mij zul je daar nooit zien!” Toch kijkt Janine van de zijlijn mee bij wat er in het bedrijf gebeurt. “Ik hoorde thuis de verhalen en ik schonk wel eens koffie bij diensten.” In 2019 komt er een casus voorbij waarin een gezin verongelukt in het buitenland. Twee gezinsleden overleven het niet. “Ik werd daar zo onrustig van dat ik op mijn scooter sprong om wat te drinken te halen voor het team: ik moest wat doen. Bovendien vond ik het heftig wat ik zag: de overledenen waren nog niet verzorgd sinds het ongeluk. Daar werd ik ontzettend kwaad van: als niemand er wat mee wilde doen, wilde ik me hiervoor gaan inzetten. Ik wilde doen wat ik kon voor de overledenen en hun nabestaanden.”
Liefde stopt niet, ondanks dat het leven wel stopt. Dat je onderdeel mag worden van die liefde is heel bijzonder.
Als rouwspreker zie je de liefde van mensen voor de overledene
Als rouwspreker komt Janine in beeld wanneer mensen gaan nadenken over een gedachtenis-moment. “Mensen kiezen voor een dominee, of een rouwspreker. Bij ons kloppen vooral mensen aan die zoekende zijn, niets hebben met de kerk of niets hebben met het geloof.” Als Janine voor het eerst bij een familie komt, zijn de mensen eerst heel rustig en timide. “Wanneer het vertrouwen is opgebouwd, stel ik wat diepere vragen. Als de herinneringen op tafel komen, beginnen de ogen te stralen. Liefde stopt niet, ondanks dat het leven wel stopt. Dat je onderdeel mag worden van die liefde is heel bijzonder.” Vaak is dit ook een moment dat er veel vragen, verdriet en boosheid zichtbaar worden. “Mensen schamen zich daar soms voor, maar ik vind het heel normaal. Ik nodig hen uit om dat gewoon te voelen: vragen, twijfels en emoties mogen er zijn.” Ook vragen mogen ruimte krijgen. “Het komt wel eens voor dat mensen zeggen dat als God bestaat, een geliefde dan niet zou overlijden. Dat is niet waar: God neemt mensen niet van je af, de dood is onderdeel van het leven. Iedere dag dat je leeft is een cadeau. Dat mogen we uitpakken. Ik hoop dat mensen door rouw en verlies niet de hoop verliezen, maar dat ze deze juist vinden.”
Binnenstappen als vertegenwoordiger van de Koning
“Als ik naar mensen toe ga, vraag ik de Heilige Geest of Hij me wil helpen: ‘Laten we er samen een laatste mooie herinnering van maken voor deze mensen.’” Daar stopt het niet. “Als ik een ruimte binnenstap, is de Koning daar ook. Gods Koninkrijk wordt door jou en mij gebouwd. Soms is er ruimte voor gesprek over geloof, op andere momenten niet. Maar ik krijg vaak terug dat mensen aan me zien dat ik christen ben, door de warmte en liefde die ik uitstraal.”
God in rouw
In de westerse cultuur wordt rouw vaak verbloemd, waar dit vroeger juist heel zichtbaar was. “In de Bijbel lees je over mensen die hun kleding scheuren en as op hun hoofd doen. Dat is heel intens. Ook in de Psalmen wordt openlijk geschreven over boosheid en verdriet. God keert zich niet af van mensen. Dat zal Hij ook niet bij jou en mij doen als we de rauwheid van ons leven met Hem delen. Hij staat naast je en je mag op Hem terugvallen.”
Een hand op iemands schouder leggen is soms meer evangeliseren dan iemand voorlezen uit de Bijbel.
Anderen bijstaan in rouw
God is ons ultieme voorbeeld van hoe we naast iemand kunnen staan: Hij is de Trooster. “Troost betekent niet dat je rouw, verdriet of pijn van een ander afneemt. Troost is begrip tonen, luisteren en vragen wat die ander nodig heeft.” Soms mag je letterlijk zwijgend naast iemand zitten of iemand een knuffel geven. Je laat mensen huilen en het uitroepen. En als mensen denken dat dat niet mag, geef je hun de veiligheid om dat wel te doen. “Een hand op iemands schouder leggen is soms meer evangeliseren dan iemand voorlezen uit de Bijbel.”