Zo. De #kerstvakantie zit er bijna op wanneer ik dit schrijf. Dan begint het ‘gewone leven’ weer. We gaan weer naar school en naar ons werk. Wat zal het jaar brengen? Hoe is dat voor jou om weer aan het werk te gaan? Om je huiswerk weer op te pakken, je laptop weer in je rugzak te doen of je gereedschapskoffer achter in de bus te zetten? Zelf moet ik altijd even opstarten.
Op het moment dat ik dit schrijf, zit ik in de keuken. De vaatwasser piept. Rond deze tijd zou de vaat klaar zijn en piept de machine één keer. Nu blijft deze piepen. Het lampje brandt ook niet. Wat is er aan de hand? Op het moment dat ik de vaatwasser open zie ik het: ‘E:15’ staat er. Dat voorspelt niet veel goeds.
Een snelle zoekactie op internet leert dat het een storing in de machine is. Er zou water in de bodemplaat gedetecteerd zijn…! Stekker eruit en het water afsluiten dus. Hopelijk valt de storing en de eventuele schade mee. Want zonder vaatwasser zitten in een gezin met vier kinderen is niet echt wenselijk. Dát zou zeer onhandig zijn; we zouden onthand zijn. Zeker als ons ‘gewone leven’ weer begint!
Onthand
Het woord onthand betekent dat je iets niet hebt, wat je wél nodig hebt. Door dit gemis ondervind je nadeel of moeilijkheden. Deze gebeurtenis met onze vaatwasser brengt me bij het thema van deze keer: ‘iets missen, wat je wél nodig hebt.’ Het is ook een thema dat de laatste weken onderdeel van mijn leven is geworden.
Ik zal uitleggen hoe dat komt: Het is winter en daardoor koud. Mensen dragen handschoenen. En ik weet niet of het jou wel eens opgevallen is, maar ik zie ze regelmatig op straat liggen: handschoenen. Beter gezegd: er ligt vaak maar één handschoen op straat. Iemand is die ene handschoen verloren en zo’n verloren handschoen vertelt een verhaal. Maar het verhaal kende ik nog niet. Daarom maak ik er wel een foto van. Dat verhaal komt later nog bovendrijven, weet ik dan. Zo werkt het bij mij.
Onze kinderen weten ook dat ik zulke foto’s maak. Inmiddels heb ik een kleine serie gemaakt en regelmatig word ik – als we buiten zijn – geroepen door één van de kinderen: ‘Pap! Hier ligt er weer eentje!’ Dan ligt er opnieuw een enkele, verloren handschoen op straat. Waardoor je weet dat er iemand onthandschoend en dus onthand is. En diegene merkt het pas, als hij of zij de handschoenen wil gebruiken. Zo iemand weet dan precies wat het onthand zijn betekent: ‘iets missen, wat je wél nodig hebt.’
Ik denk dat we allemaal wel situaties kennen, dat je iets mist, wat je wél nodig hebt. Het kan een handschoen zijn, een stuk gereedschap of net dat ene lego-blokje. Het kan ook groter zijn: De vaatwasser is stuk en je hebt geen geld om deze te laten repareren of een nieuwe te kopen. Of: je hebt hulp nodig en er is niemand om je te helpen. Dit schrijvende doet het me denken aan het begin van Psalm 121. Daar staat dit – Psalmen 121:1-2 NBG51:
‘Een bedevaartslied. Ik hef mijn ogen op naar de bergen: vanwaar zal mijn hulp komen? Mijn hulp is van de Here, die hemel en aarde gemaakt heeft.’
Deze psalm is een bedevaartslied, een pelgrimslied. Een lied dat werd gezongen door mensen die onderweg waren. Ze waren – net als de Psalmdichter zelf – onderweg naar Gods Huis voor één van de Joodse feesten. Ze waren onderweg naar de plaats waar God aanbeden werd om Hem te aanbidden. De tempel stond in Jeruzalem. Jeruzalem, de stad die op vier heuvels of bergen rust. Denkend aan de tempel, denkend aan Jeruzalem zijn de bergen uit de psalm dus goed te verklaren. In dit lied, in deze psalm lijken een gebed om hulp en aanbidding hand in hand te gaan. En dát begrijp ik niet… Hoe zit dat?
Open
Dat je in je nood, op het moment dat je ‘iets mist, wat je wél nodig hebt’, je tot God wendt, dat begrijp ik. Maar aanbidding in diezelfde noodsituatie vind ik een lastige. Want: hoe doe je dat eigenlijk? En: wat levert het op?
Er is een bekend voorbeeld in het Nieuwe Testament. Dit voorbeeld staat in het boek Handelingen. De apostel Paulus en zijn reisgenoot Silas zijn gevangengenomen. Ze waren uitgekleed, hadden stokslagen gekregen, waren in de diepste kerker (de binnenste gevangenis) gegooid en hun voeten waren in het blok gesloten. Dan gebeurt er dit – Handelingen 16:25 HTB:
‘Rond middernacht waren Paulus en Silas aan het bidden. Zij zongen lofliederen voor God en de andere gevangenen luisterden naar hen.’
Ze zongen. Ze zongen lofliederen om God te prijzen. Ze waren aan het aanbidden. Bidden en aanbidden. Het resultaat? Er kwam een aardbeving. De gevangenis schudde, alle boeien raakten los, en alle sloten en deuren gingen open. Wauw!
Dát is wat aanbidding in noodsituaties kan doen! Weet je wat het ook doet? In aanbidding richt je je hart op God. Je kijkt niet meer naar de omstandigheden of naar datgene wat je mist, maar ziet op God. Het blijkt een heel belangrijk onderdeel van gebed te zijn. Sterker nog: ik denk dat het een cruciaal onderdeel is!
Als ik eerlijk ben, dan is mijn gebed als ik ‘iets mis, wat ik wél nodig hebt’ vaak meer het doorgeven van een wensenlijstje. Dan ben ik niet op God gericht, maar op mezelf. Wat ik mis is niet datgene, waarvoor ik bid. Nee, eigenlijk mis ik God zelf op dat moment.
Nee, vaak stel ik God niet op de eerste plaats, voordat ik mijn wensen bekend maak. Dan gaat mijn bidden niet hand in hand met Hem aanbidden. Wat is aanbidding eigenlijk? Bij aanbidding bewijs je eer aan God. Je onderwerpt jezelf en stelt Hem op de hogere of hoogste plaats. Alles wat je zoekt, wenst of mist is van ondergeschikt belang. Kijk eens naar het ‘Onze Vader’, het gebed dat Jezus aan Zijn leerlingen leerde. De eerste zinnen luiden als volgt – Mattheüs 6:9-10 HSV:
‘Bidt u dan zo: Onze Vader, Die in de hemelen zijt. Uw Naam worde geheiligd. Uw Koninkrijk kome. Uw wil geschiede, zoals in de hemel zo ook op de aarde.’
Zie je? Eerst wordt God verhoogd en Zijn naam geheiligd. Heiligen betekent afzonderen en een speciale plaats geven. Vervolgens gaat het over Zijn Koninkrijk. Dat betekent geen aards koninkrijk maar een geestelijke verandering. Dan wordt Gods wil als leidend verklaard. En pas dáárna worden de wensen bekend gemaakt.
Dus eerst aanbidden en dan pas bidden. Eerst eren, dan zelf veranderen, vervolgens Zijn wil als leidend verklaren en pas dan je noden bekend maken. En weet je, door Hem te eren, door God op de eerste en hoogste plaats te zetten, zal je veranderen. Dan is Zijn wil als leidend zien helemaal niet raar. Integendeel. En ja, dan wil God nog steeds horen waarin je onthand bent. God de Vader wil nog steeds horen, wat jij mist, wat je wél nodig hebt.
Dus mijn nieuwe werkweek, mijn nieuwe jaar, mijn ‘gewone leven’ begint met aanbidding. Omdat ik wil veranderen en Zijn wil leidend wil laten zijn. Dán zullen boeien, sloten en deuren opengaan!
Zegen!
Tim Meijer
Tim is man, vader, ondernemer, schrijver en spreker. Tim (1982) is getrouwd met Harmanna en vader van vier kinderen. Hij geeft samen met twee partners leiding aan drie bedrijven. Wekelijks deelt hij zijn gedachten en doet daarbij de Bijbel open. Op dit moment schrijft hij aan zijn eerste boek.