“Ik ben enorm dankbaar voor wat Jezus in mijn leven heeft gedaan, daar wil ik graag over vertellen”, begint Martin Hofman zijn verhaal. Samen met zijn gezin woont hij in Zuid-Afrika waar hij en zijn vrouw Tirzah als zendelingen werken. Ze ervaren daar hoe God in en door hun leven werkt, maar Martin neemt dit zeker niet voor lief. Hij vertelt over de lange weg die hij is gegaan voordat hij zendeling werd; hoe God hem, toen hij nog in de duisternis vastzat, ontmoette, redde en bevrijdde. Een bijzonder getuigenis waarmee hij anderen hoopt te inspireren: hoe diep je ook zit, God heeft een plan voor jouw leven en kan jou gebruiken!
Martin: “Ik ben opgegroeid in een liefdevol, niet-gelovig gezin. Als kind was ik soms rebels, later op school werd ik zelfs een paar keer bijna geschorst. Op mijn 19e leerde ik Tirzah kennen, met wie ik nu getrouwd ben. Zij was gelovig en kort voordat ze mij ontmoette, had ze een serieuze keuze voor Jezus gemaakt. Ze vertelde me dan ook dat ze naar de kerk ging. Ik had daar geen problemen mee, zolang het niet tussen ons in zou staan.
Toen ontmoette ik haar ouders. In mijn beleving waren zij zo gelovig dat ik niet wist of ik daar eigenlijk wel iets mee te maken wilde hebben. Toch merkte ik dat ze mij in mijn waarde lieten en ik mezelf kon zijn. Op een gegeven moment zei mijn schoonmoeder: ‘God heeft jou op het oog’. Dat maakte iets in mij los en ik begon steeds meer vragen te stellen over het geloof. In augustus 1999 ging ik met Tirzah en haar ouders op vakantie naar Frankrijk. Tijdens die vakantie heb ik uiteindelijk Jezus aangenomen.”
Eenzame strijd
Al snel ontdekte Martin dat het aannemen van Jezus nog maar het begin was. “De Heilige Geest begon me van zonden te overtuigen, waarvan ik eerder niet wist dat die dingen zondig waren”, vertelt Martin. “Hij wees me erop dat het niet goed was dat ik naar pornografie keek. Ik dacht: oké dan stop ik daar gewoon mee. Maar toen ik dat probeerde, merkte ik dat dat helemaal niet lukte en dat ik er in vastzat.”
Niemand wist van zijn worsteling, ook Tirzah niet, met wie hij ondertussen getrouwd was. “Ik leidde eigenlijk een dubbelleven en het proberen los te komen van pornografie was voor mij een hele eenzame strijd”, zegt hij.
Ontmoeting met God
Middenin die strijd waarin hij zich zo alleen voelde, had hij echter een bijzondere ontmoeting met God. Martin vertelt: “Ik werkte destijds als gevangenisbewaarder. Op een keer had ik nachtdienst en probeerde ik van tevoren te slapen, maar dat lukte niet. Ik besloot aanbiddingsmuziek aan te zetten en strekte me uit naar God.
Op dat moment was het alsof God letterlijk mijn hand vastpakte. Er ging zoveel kracht vanuit. Ik had er steeds mee geworsteld om Tirzah over mijn strijd te vertellen, want de duivel zei tegen me: ‘Als je het in het licht brengt, raak je alles kwijt’. Maar door die ervaring met God voelde ik zoveel kracht, dat ik de moed kreeg om het toch te vertellen.
Voor Tirzah was het moeilijk om te horen. Het deed veel met haar, maar toch kreeg zij ook kracht en kwamen we er na een lang proces samen doorheen. Op een gegeven moment besloten we mensen in Drenthe te bezoeken om voor bevrijding te laten bidden van dingen waar we vrij van wilden komen.
Deze mensen baden voor mij ook voor bevrijding van pornografie. Terwijl ze baden, voelde ik letterlijk een demon mijn lichaam verlaten door mijn mond. Het voelde alsof de demon, terwijl hij mij verliet, mijn tong nog aanraakte; ik had er zelfs een hele vieze smaak van in mijn mond. Maar daarna was ik er helemaal van bevrijd!”, vertelt Martin.
Metalmuziek
Maar God was nog niet klaar met hem. “Ik luisterde in die tijd veel naar metalmuziek en ervoer dat God zei: ‘Ik wil dat je alles weggooit’. Dat vond ik best heftig, want ik had heel veel cd’s. Toch had ik een sterk verlangen om helemaal voor God te gaan. Ik herinner me dat ik helemaal zweette, zoveel strijd ervoer ik. Maar toen ik alles had weggedaan, voelde ik een golf van kracht door me heen gaan.”
Daarmee was echter nog steeds niet alles opgeruimd, vertelt Martin verder. “Ik had ook nog last van dwangmatige stemmen in mijn hoofd in die tijd. Ik had ze al heel vaak het zwijgen proberen op te leggen in Jezus’ Naam, maar toch kwam ik er steeds niet los van. Samen met Tirzah ben ik toen naar een Vrij Zijn conferentie van Wilkin van de Kamp gegaan.
Op een gegeven moment deed Wilkin een oproep om naar voren te komen voor mensen die worstelden met doodsmachten. Ik had niet het idee dat ik daar last van had, maar dacht: ik ga toch naar voren, want ik wil mijn kans niet missen. Terwijl ik daar stond, zei Wilkin ineens: ‘Ik verbreek alle dwangmatige machten in Jezus’ Naam!’ Vanaf dat moment heb ik nooit meer een dwangmatige stem in mijn hoofd gehoord.”
Aangevallen op lichamelijk vlak
Naast alle geestelijke strijd waar Martin doorheen was gegaan, werd hij ook aangevallen op lichamelijk vlak. Een aantal keer gebeurde het dat hij er “bijna niet meer was geweest”, vertelt hij. Een gebeurtenis die vooral een grote indruk op hem achterliet, was toen hij op zijn twaalfde bloed begon te spugen.
Martin: “In het ziekenhuis konden ze niets vinden en op een gegeven moment hield het weer op. Maar op mijn zestiende kwam het ineens terug en spuugde ik zoveel bloed, dat het zelfs mijn neusgaten uitkwam. Toch konden ze ook toen in het ziekenhuis nog steeds niets vinden. Ik kwam een jaar thuis te zitten. Toen stopte het en pakte ik mijn leven weer op.”
Het ging een aantal jaar goed met Martin, totdat hij in 2018 tijdens zijn werk voelde dat het weer misging. “Ik hoestte slijm op en ja hoor, er zat weer bloed bij”, vertelt hij. “In het ziekenhuis wilden ze nieuwe onderzoeken doen en ontdekten ze dat er iets in mijn long zat. Ze vroegen of ik misschien als kind iets had ingeslikt, dat in mijn longen achter had kunnen blijven.
Ik herinnerde me dat ik ooit sneeuw had ingeslikt waar een takje bij zat, maar kon me niet voorstellen dat dat het zou kunnen zijn. Er werd onderzoek gedaan om te kijken of ik kanker had, maar ook dat was het niet. Ze besloten een hapje uit mijn long te nemen en kwamen tot de conclusie dat wat er in mijn long zat, toch iets van een splinter van het takje was.”
De dood in de ogen gekeken
Hierop moest Martin een operatie ondergaan waarbij hetgeen in zijn long zat, verwijderd werd. Na de operatie gebeurde er echter iets vreemds: Martin viel steeds flauw. “De zaalarts en verpleegster vertrouwden het niet en drongen er op aan dat er nog een keer naar mijn long gekeken werd. Toen moest ik binnen 24 uur een tweede longoperatie ondergaan. Het bleek dat ik een bloeding had, omdat de hechting van de eerste operatie niet goed gesloten was. Ik had inmiddels al drie liter bloed verloren”, vertelt hij.
“Het feit dat ik de dood in de ogen had gekeken, heeft mijn kijk op het leven drastisch veranderd”
“Ik lag nog 14 dagen in het ziekenhuis en had verschrikkelijk veel pijn na die twee operaties. Ik dacht in die tijd dat ik het niet zou overleven. Ik heb twee jaar tijd nodig gehad om te herstellen van de operaties. De artsen zeiden later tegen me dat als mijn lichamelijke conditie niet zo goed was geweest, ik het niet zou hebben overleefd. Ik had letterlijk de dood in de ogen gekeken.”
Moed om uit te stappen
Hoewel hij ervan overtuigd is dat ziekte niet van God komt, gelooft Martin wel dat God alles doet meewerken ten goede: “Het feit dat ik de dood in de ogen had gekeken na die longoperaties, heeft mijn kijk op het leven drastisch veranderd”, zegt hij. “Ik wist daarna: ik heb maar één zekerheid in het leven en dat is God. Het leven kan zo voorbij zijn. Dat heeft me de moed gegeven om uit te stappen in geloof in de dingen die God voor me heeft.”
Zowel Martin als zijn vrouw Tirzah hadden al een aantal jaren een verlangen om als zendelingen naar Zuid-Afrika te gaan. “Na mijn longoperaties wist ik plotseling: ik wil niet meer wachten. We gaan de stap zetten om naar Zuid-Afrika te gaan en te kijken wat de mogelijkheden zijn.” Vanaf het moment dat ze in actie kwamen, begonnen de deuren naar Zuid-Afrika steeds meer open te gaan.
Nu hebben ze zelfs hun eigen bediening in Knysna: Come Mission, waarmee ze onder andere praktische hulp bieden, evangeliseren, jongeren discipelen, uitreiken naar (straat-)kinderen, armen te eten geven en outreaches doen naar verschillende gebieden. “Ik ben niet trots op mijn verleden, maar ik ben enorm dankbaar voor wat Jezus in mijn leven heeft gedaan”, blikt Martin terug.
Ook is hij erg dankbaar voor zijn vrouw, die ondanks de strijd, altijd naast hem is blijven staan. “Voor Tirzah is mijn bevrijdingsproces behoorlijk zwaar geweest. Ook voor haar was het een eenzame strijd”, zegt hij. “Het was niet makkelijk, maar gelukkig heeft ze altijd mijn hart gezien in deze strijd en gaf God haar kracht. Ik ben ongelooflijk trots op haar en haar sterke geloof. Zonder Tirzah had ik het niet gered.”
Over de strijd die hij in zijn leven heeft ervaren, zegt hij: “Ik geloof dat de duivel mij dood wilde hebben, maar God zei: ‘Ik heb een groot plan met je leven’.”
Gebed
“Ik denk dat de kern van mijn verhaal is, dat als God mij – iemand die Hem niet kende en die vastzat in duisternis – redde en bevrijdde en als zendeling naar Zuid-Afrika bracht, Hij iedereen kan gebruiken. Mijn gebed is dat mijn getuigenis veel mensen mag bereiken die nog vastzitten in duisternis en dat het christenen mag aansporen uit te stappen in wat God voor hen heeft.
Veel christenen lopen rond met een roeping op hun leven, maar durven er niet in uit te stappen, omdat ze zich niet goed genoeg voelen. Maar ik wil je meegeven: als God iets op je hart legt, ga het dan gewoon doen. Twijfel er ook niet over of het wel Gods verlangen voor jou zou zijn. Er staat in de Bijbel: ‘God vervult het verlangen van de rechtvaardigen’ (Spreuken 10:24). Hij wacht alleen tot wij de eerste stap zetten.”
Klik hier voor meer info over Come Mission. Neem ook een kijkje op hun Facebookpagina.