Als er één onderwerp is dat ik in interviews constant voorbij hoor komen, dan is dat: discipelschap. Veel voorgangers, zo niet bijna allemaal, vinden dat de coronacrisis blootlegt dat we als kerk moeten groeien in discipelschap. “Als een deel van de mensen na de coronacrisis wegblijft, is het de vraag of we niet los zand waren”, zei er één. Ik geloof dat dit een geweldige les is! De kerk valt of staat met discipelschap.
Toen ik net vurig voor God werd, kwam ik in een kerk die ‘discipelschap’ goed beheerste. Het was een warm bad, met goed georganiseerde huisgroepen. Vanaf dag één werd je in die kerk op sleeptouw genomen en leerde je constant van mensen om je heen die verder waren in het geloof. De hechte relaties die je daarbij kreeg, liet je beseffen: dit is mijn familie. Vanaf dat moment besefte ik de enorme waarde van discipelschap.
“Je traint mensen die jouw plek kunnen innemen om weer andere mensen te trainen. Zo groeit het koninkrijk van God.”
Toen ik ook mijn eigen groep kreeg en mensen zonder christelijke achtergrond mocht dopen, was dat geweldig. Door discipelschap vermenigvuldig je jezelf. Je traint mensen die jouw plek kunnen innemen om weer andere mensen te trainen. Zo groeit het koninkrijk van God.
Overigens zijn er ook genoeg plekken waar discipelschap minder goed geregeld is. Dat blijkt nu ook uit de verhalen rondom de coronacrisis, waarbij kerken constateren dat het grootste deel van de gemeente het wel prima vindt om los van de rest thuis een dienst te bekijken. De vraag die nu gesteld wordt is: Komt dit door een gebrek aan discipelschap? Discipelschap is een thema waar je bewust mee om moet gaan.
Mannengroep
Sinds dit jaar ben ik vanuit de kerk weer bezig met een huisgroep. Een mannengroep. Tijdens de eerste avond kwam er een man die meerdere zelfmoordpogingen had gedaan en dat zelfs ook ná die avond weer deed. Maar tijdens de avond werd hij aangeraakt door God en besloot mensen te vergeven die hem pijn hadden gedaan. Enkele weken later nam hij Jezus aan, werd bevrijd van gebondenheid en liet zich dopen. Nu ziet zijn leven er heel anders uit.
“Ik las de zin: ‘De liefde zoekt niet haar eigen belang’ en liet dit een tijdje op me inwerken. Hoe onbaatzuchtig ben ik?”
Hoewel ik enthousiast word van deze groep, veranderde er in mij in augustus nóg iets, na het lezen van 1 Korinthe 13. Ik las de zin: ‘De liefde zoekt niet haar eigenbelang’ en liet dit een tijdje op me inwerken. Hoe onbaatzuchtig ben ik? Hoe graag investeer ik in mensen die ik in het natuurlijke minder interessant vind? Hoe snel verveel ik me, word ik onrustig en wil ik weer weg – als ik met iemand ben waar ik uit mezelf geen energie van krijg? Het was een moment van bekering en innerlijke verandering. Als ik vooral contacten heb waar ik iets aan heb, is dit bepaald niet geboren uit liefde.
Twee discipelen
Ik besloot dat ik minimaal twee discipelen wil hebben waar ik regelmatig mijn tijd insteek – juist mensen waar ik niet automatisch een klik mee heb. Ik wil elke week minimaal één van die discipelen ontmoeten en liefhebben met mijn hele hart. Ik wil ze koesteren en geven wat ze missen: liefde. En wie mogen dat dan zijn, vroeg ik me af.
Precies op dat moment zocht er een jongen contact met mij voor wie ik weleens gebeden had – en die God had ervaren – maar er daarna geen interesse meer in had. Hij wilde me weer spreken, want er was iets bijzonders gebeurd. Dat was één. Ik ontmoette hem op een terrasje en na een leuk gesprek te hebben gehad, zeker ook over Jezus, nam hij Hem aan. Heel bijzonder, maar nu begint de reis pas: de reis van discipelschap – zoals dopen, groeien, heiliging, zelf mensen discipelen etc – pas. Ik zie hem morgen weer.
“Iedereen mag me ‘accountable’ houden! ‘Hoe was het deze week met je discipelen?’, is een zeer legitieme vraag.”
Wie zou nummer twee worden? Ik moest ineens denken aan mijn eenzame bovenbuurman die ik vaak vroeg in de ochtend hoor kreunen, waarschijnlijk vanwege lichamelijk pijn. Hij is een beetje mensenschuw, maar gaf al eens aan dat hij het ‘oké’ vond als ik langskwam. Ik zag aan zijn ogen dat hij graag wilde. Hoe zou ik hem kunnen vergeten, als ik zo graag discipelen wil hebben? Hiermee start mijn discipelschapstour. Iedereen mag me ‘accountable’ houden! ‘Hoe was het deze week met je discipelen?’, is een zeer legitieme vraag.
Jezus
Hoe koos Jezus eigenlijk Zijn discipelen? Jezus spreekt in Johannes veel over ‘hen die Mij gegeven zijn’, wanneer het ging over Zijn discipelen. Zo ervaar ik dat ook. Discipelen hoef je vaak niet ver weg te vinden, maar het zijn de mensen die je gegeven zijn. Vaak zijn ze al in of dichtbij je leven geplaatst. Wie zijn jou gegeven? En ben je bereid om – in lijn met 1 Korinthe 13 – regelmatig tijd apart te zetten voor hen? Jezelf op het altaar te leggen voor hen? Discipelschap is dé sleutel, onderschrijf ik op basis van wat voorgangers me zeiden.
Ik wil nog één advies geven die ik van mijn voorganger kreeg: als je mensen discipelt, verbind ze niet aan jezelf, maar aan Jezus. Dat neem ik me ook voor. Je hebt pas een sterke discipel, als ze zich niet afhankelijk maken van jou, maar wanneer Jezus hun fundament is. Wanneer ze niet alleen met hun problemen naar jou komen, maar leren er ook mee naar Jezus te gaan. Dat scheelt je ook nog eens veel onnodig werk. Wijs ze op Hem terwijl je erin investeert – en je jezelf uitgiet in de persoon -, en Hij zal het werk voltooien!