Minister Hugo de Jonge wil niet dat mensen op indicatie van de huisarts mogen kiezen welk type coronavaccin zij krijgen. Dat stelt hij in antwoorden op Kamervragen van de ChristenUnie en SGP over het gebruik van foetaal weefsel in de ontwikkelings-, productie- of testfase van coronavaccins.
Volgens De Jonge wordt foetaal weefsel gebruikt in de ontwikkelings-, productie- of testfase van de drie vaccins die op dit moment zijn toegestaan in Nederland. Het gaat daarbij om een cellijn gebaseerd op foetaal weefsel (HEK293). Deze is in 1973 in Leiden ontwikkeld uit niercellen van een foetus. Volgens De Jonge is de cellijn ontwikkeld in lijn met de wet- en regelgeving die toentertijd bestond. Ook voldoen de vaccins volgens hem aan de huidige wet- en regelgeving en zijn ze daarom toelaatbaar.
BioNTech/Pfizer en Moderna gebruiken deze weefselkweken niet voor de vaccinproductie, maar AstraZeneca wel, aldus De Jonge. De weefselkweken worden onder meer gebruikt om virussen te vermenigvuldigen, waar veel cellen voor nodig zijn. Het gebruik van foetale cellen heeft volgens De Jonge een aantal voordelen ten opzichte van het gebruik van dierlijke cellen, tumorcellen of oudere cellen. Ook in sommige langer bestaande vaccins wordt gebruikgemaakt van foetale cellijnen.
Dat sommige christenen gewetensbezwaren hebben tegen het gebruik van foetale cellijnen, is voor De Jonge geen reden om individuen de keuze te laten om voor of tegen een specifiek type vaccin te kiezen, zo blijkt uit zijn brief.
Bron: Medisch Contact