In een vorige nieuwsbrief las je vijf redenen om verhalen te vertellen in je preken. Maar wanneer vertel je een verhaal? In je intro? In je kern? Bij de E van erkenning? Of juist als afsluiting? Het kán allemaal, maar het effect is steeds anders. Denk even terug aan de kleuren in de mindmap (zie de herziene editie!): rood, groen, oranje en geel.
Tekst: Paulien Vervoorn
Ik geef je vier voorbeelden, zodat je hier in een van je volgende preken mee kunt experimenteren.
Een rood verhaal in je intro
Rood heeft een signaalfunctie. Het staat voor stoppen. Voor gevaar. Als je een training bij me hebt gevolgd, heb je meerdere keren geoefend met het stellen van een vraag in je intro, een vraag waarin je hoorders zich herkennen. Iets wat je luisteraars lastig vinden. Een worsteling die waarschijnlijk ook de hunne is. Anders gezegd: je benoemt wat gebroken is, zodat je in de kern kunt uitleggen waar het Evangelie herstel kan brengen.
In je intro passen dus heel goed verhalen waarbij er iets als lastig wordt ervaren.
Stel je voor dat je (s)preekt over Filippus en de kamerheer. Filippus krijgt eerst van de engel van de Heer te horen dat hij naar de verlaten weg moet gaan die van Jeruzalem naar Gaza loopt. Hij gaat daar ogenblikkelijk naartoe en dan zegt de Heilige Geest tegen hem: ‘Loop naar die wagen.’
Als jij en al je hoorders zo duidelijk de stem van de Heilige Geest zouden verstaan, zou een preek hierover veel minder relevant zijn. Vertel hier bijvoorbeeld een verhaal uit je eigen leven waarin je het lastig vond om te weten waar de Heilige Geest je wilde brengen. Of – als je een andere kernboodschap hebt – vertel bijvoorbeeld hoe je de plank missloeg in een gesprek doordat je met je eigen verhaal kwam. In je kern kun je dan vertellen hoe Filippus aansluit bij de vragen die de kamerheer stelt.
Met zulke verhalen laat je iets van jezelf zien. Dat vinden mensen prettig. Daarmee verhoog je je likeability.
Moet je dan altijd in je intro een verhaal vertellen over iets dat lastig is?
Welnee. Je kunt ook een ideaal schetsen en vervolgens aangeven dat dit ideaal zover weg lijkt. Dat is eigenlijk ook iets vervelends, iets lastigs.
Na zo’n ‘rood’ verhaal is het handig te vragen of je hoorder zich erin herkent. Als dat zo is, zit hij namelijk op het puntje van zijn stoel om naar je kern te luisteren.
Sinds 2012 geeft Paulien Vervoorn vanuit Geloofwaardig Spreken (s)preektrainingen voor een kerk met impact.
Meer info of aanmelden? https://www.geloofwaardigspreken.nl/preektandoori/