Voorganger Jan de Haan had een mooie functie bij Hans Anders en leerde daar zeer bedrijfsmatig te werk te gaan. Toen hij geroepen werd als voorganger, sloop dat er nog steeds een beetje in. “Je denkt toch dat je pas geslaagd bent als je een grote kerk leidt of op grote podia staat.” Hij rekende desondanks af met deze mindset en ziet nu als ‘vader in de Bijlmer’ families getransformeerd worden voor de eeuwigheid.
Volgens De Haan is een vader een van de meest nodige ‘functies’ in de Bijlmer. “Tussen de 70 en de 80 procent van de Bijlmer is vaderloos. Daar komt alle problematiek vandaan. Maar als je de moeders bereikt, bereik je de kinderen en de jongeren. Bij de jongeren zitten jongens die je echt kunt trainen om een goede man te zijn.”
“Ik houd van de slogan: ‘If you save a child, you save a generation.’ Elke gangster of megacrimineel of prostituee is ooit kind geweest. Als je ze in die leeftijd bij Jezus kunt brengen, dan worden het geen drillrappers. Daarom besef ik: het is een enorm voorrecht om met kinderen en jongeren te werken.”
Gele schoolbus
De droom van Jan is om een gele Amerikaanse schoolbus te hebben en door de wijk te rijden en hen naar een event te brengen. “Veel kinderen zijn sterk georiënteerd op hun postcode, maar met zo’n bus kun je ze iets verder rijden. We willen mooie events opzetten met drama, toneelspel, maar hen ook bij Jezus brengen door stille tijd en bediening. Dat gaat zo mooi worden.”
“Ik moest mijn eigen behoefte aan populariteit opgeven. Dat is pijnlijk.”
Juist door zijn tijd te geven aan de Bijlmer, heeft De Haan al levens zien veranderen. “We hebben laatst bijvoorbeeld Quincy Bouterse gedoopt, die een bekende is hier uit de buurt. Ik heb veel met hem opgetrokken. Even was ik hem uit het oog verloren en dat brak echt mijn hart. Maar later kwam ik hem op het spoor en dat was zo geweldig.”
“Hij heeft Jezus ontmoet en tijdens zijn doop was zelfs de politie getuige, omdat ze zo blij voor hem waren. Hij kookt nu ook voor de gemeente en we helpen hem om zijn eigen zaak op te zetten.”
Prijskaartje
Jan geniet enorm van het werk in de Bijlmer, maar hij beseft ook dat hij er een prijskaartje voor moest betalen. “Ik moest mijn eigen behoefte aan populariteit opgeven. Dat is pijnlijk. Ik had een verlangen om een zichtbare spreker te zijn op grote podia. Daar streefde ik heel hard naar.”
“Ik heb die behoefte aan populariteit echt moeten opgeven. Zo werkt het namelijk niet. We zijn geroepen om de heiligen toe te rusten tot dienstbetoon. Helaas doen we het in onze tijd vaak andersom: we gebruiken de heiligen om ons eigen podium te bouwen. Dat verlangen had ik zelf ook.”
“Ik wilde heel graag op Opwekking staan of in grote stadions. En ik zeg niet dat dit nooit zal gebeuren, maar ik moest het verlangen echt opgeven.”
“Ik wilde heel graag op Opwekking staan of in grote stadions. En ik zeg niet dat dit nooit zal gebeuren, maar ik moest het verlangen echt opgeven.”
Modder
Ook het idee van een fijne gestructureerde kerk met een groot salaris, moest De Haan op het altaar leggen. “God heeft ons in een buurt geroepen waar je dat niet kunt verwachten. We staan met de voeten in de modder. We knuffelen mensen waar iedereen voor wegloopt. Onze dochter van negen doet dat ook op straat. Maar door die knuffel breekt zo’n man en wil dan gebed. Je werkt op de grens van licht en duisternis.”
Hij besluit: “Wat de Bijlmer nodig heeft is een kerk die zich aan mensen verbindt en gericht is op koninklijke impact.”