“Iedereen die aan de weg timmert, krijgt problemen. Dat is een feit. Paulus was in Thessaloniki en de bevolking zei: ‘Die lui die de wereld in beroering brengen, zijn ook hier gekomen.’ Dat geldt voor elke christen”, vertelt Jan Zijlstra. In dit artikel deelt Zijlstra sleutels voor de genezingsbediening, hoe je hierin kunt groeien en bloeien en hoe je omgaat met soms heftige tegenslagen.
Als eerste vertelt Zijlstra over de tegenslagen die je als christen meemaakt. Hij heeft zelf ook vaak tegenstand gehad, bijvoorbeeld vanuit de media. Waren dit stormen? “Welnee, een briesje! Weet je wat erg is? Aan een kruis hangen! Onze problemen zijn in wezen maar hele kleine dingen. Bekijk je eigen problemen in het perspectief van het kruis.”
Zo heeft hij zijn eigen problemen ook altijd gezien. “Ik was nog maar nauwelijks bekeerd en toen dacht ik al: ‘Wat een gezeur, met al die christenen.’ Totdat ik besefte: ‘Aan het kruis hangen is veel erger, laat ik maar niet meer zo zeuren.’”
“Dat gezeur is allemaal medelijden met het vlees. Als je medelijden hebt met het vlees en je eigen ik en gevoelens, dan ben je een verliezer. Daarom zijn er zoveel verliezers in dit land. Vaak hoor ik ‘Ik heb zoveel meegemaakt, het valt zo zwaar, ik zie ernaar uit om straks met pensioen te gaan.’ Man, dan ben je het niet waard om door te gaan.”
“Ik wil de oudste prediker zijn van het land. Mijn generatie begint wel uit te dunnen, maar waarom zou ik dan niet met 100 jaar mogen prediken?”
“Ik wil de oudste prediker zijn van het land. Mijn generatie begint wel uit te dunnen, maar waarom zou ik dan niet met 100 jaar mogen prediken? Ik zeg altijd maar zo: ‘Ik ben te jong om oud te zijn.’ Ik had maar een verlangen: wat ik van God heb gekregen dat wil ik niet kwijt raken. Daarbij wilde ik het iedereen vertellen.”
Dronkaard
Tien uur na zijn bekering leidde Zijlstra al zijn eerste persoon tot de Heer. “Het was een dronkaard die in de ochtend al was uitgeschakeld door de drank. Ik dacht: ‘Die moet gered worden.’ Niemand keek naar die persoon om, er was ook geen beginnen aan.”
“Ik reed hem zelf ook altijd voorbij, maar toen de Heer in mij leefde zag ik hem ineens. Net zoals God die man ook ziet. Hij was zo dronken als een kanon, toen ik naar hem toe liep. Toen dacht ik: dit is van de duivel. Ik zei: ‘Duivel, ga uit hem in Jezus naam’. Ik wist nauwelijks hoe je dat moest doen, zeker in die dagen. Maar hij was gelijk nuchter en heeft zijn hele leven God gediend en nooit meer gedronken.”
“Zo ben ik God gaan dienen. Ik kreeg op diezelfde dag een hartelijk ontvangst van mijn moeder. Ik zei tegen haar: ‘De Heere Jezus is in me gekomen en Hij heeft me vernieuwd.’ Ze kuste me en rende de deur uit en kwam terug met een Bijbel. Toen zei ik: ‘Alles wat daar in staat geloof ik en alles wat erin staat ga ik ook doen.’”
Daar wil ik over praten, over de plannen van het koninkrijk Gods, maar ik doe vrijwel nooit mee met discussieprogramma’s, want anders wordt het een eenzijdig gesprek. Ik zeg namelijk: ‘De Bijbel is waar’, verder kom ik toch niet. Dan ben je snel uitgepraat.”
Zijlstra hield honderden genezingscampagnes, met soms genezingen die zelfs het landelijke nieuws haalden. Hoe groei je in zo’n bediening? Zijlstra geeft tips: “Als je vandaag zaait, moet je niet verwachten dat je morgen al brood op de plank zal hebben. Dat is dwaas.”
Hij legt uit: “Toen ik tot bekering kwam zei ik direct: ‘Alles in de Bijbel geloof ik en alles ga ik doen.’ Omdat ik ging doen wat er geschreven stond, kwam ik vanzelf bij genezing terecht. Daar staat de Bijbel vol mee.”
Belangrijke les
Zijlstra deelt op zijn kantoor een belangrijke les die hij leerde in de genezingsbediening. “Iets moet groeien en tot volheid komen. Maar voordat het tot volheid komt, begint het klein. Een belangrijke les is daarom dat je begint bij waar je op dat moment bent. Veel mensen beginnen daar waar ze nog niet zijn. Ze bidden meteen voor blinden en zijn dan teleurgesteld als er niets gebeurt.”
“Iets moet groeien en tot volheid komen. Maar voordat het tot volheid komt, begint het klein.”
“Begin niet waar je nog niet bent. Want een blindgeborene is een zwaar geval, dat zijn zaken waar je naartoe moet groeien.” Toch zijn er uitzonderingen, waardoor je er ook als beginnend gelovige voor kan bidden. “Ik hanteer de volgende regel: als je geconfronteerd wordt met een probleem en verder is er niemand anders, dan moet jij het doen.”
“Vaak zie je dan dat God je naar een niveau tilt waar je nog niet bent en dan kun je voor zo’n persoon bidden. En dan gebeurt de genezing nog ook. Maar na de gebeurtenis kom je weer terug op het niveau en vanuit daar mag je weer verder groeien. Ik zie dat velen afhaken omdat ze een onnatuurlijk grote stap willen zetten en daardoor hun geloof aangetast zien worden.”
“Je kunt niet in een stap naar het einde van de straat, dat gebeurt in een hele serie stappen. Het is steeds stap voor stap en hoger en hoger, meer en meer en van kracht tot kracht. Zo groei je en worden de vruchten steeds groter. Als je geduldig bent kom je op je bestemming en ga je niets missen. Ik zie velen daarin falen.”
Vijgenboom
Zijlstra wijst op het verhaal van Jezus die de vijgenboom vervloekte. Dat was een specifieke vijgenboom en hij vervloekte niet alle vijgenbomen. “Zo is het wel met veel mensen, die gaan meteen voor alles wat beweegt bidden en dat brengt hen in geestelijke problemen. Hun geloof wordt ondermijnd en ze worden juist harder teruggeworpen. Dat is niet de wil van God, want Hij wil ons de volheid van het goddelijke leven geven. Alleen is het van cruciaal belang dat we ernaar toe groeien.”
Zijlstra zag dat ook bij zichzelf. “Als ik na mijn bekering in een gezelschap was waar er gebeden moest worden voor iemand, keek ik altijd: is er nog iemand anders? Zo niet, dan ging ik het zelf doen. In het begin maakte ik eens mee dat mijn zuster een grote steekvlam in haar gezicht kreeg en het helemaal was opgezwollen met brandwonden. Toen ik thuiskwam, was iedereen in paniek en belden ze meteen de ziekenwagen. Op dat moment was er niemand anders die voor haar kon bidden, dus toen deed ik het. Uiteindelijk werd ze op wonderbaarlijke wijze genezen van haar brandwonden en was ze in een week weer gezond thuis. Zo groei je naar de volheid. Heel vaak is er wel iemand anders die verder is in het geloof, dan moet je niet optreden.”
Zijn boodschap is: ‘Wees niet een geestelijke krachtpatser, maar ga de fases door van het gebruikt worden door God.’
“Wij moeten leren om te groeien, het moet steeds meer worden. Wat we vandaag hebben is niet het einddoel, maar het begin. Het beste ligt nog voor je, morgen moeten we meer hebben dan vandaag. Dus we moeten vandaag starten om de weg te bewandelen, zo kom je bij je bestemming. Sommige mensen gaan gelijk een zaal afhuren. Dan zeg ik: doe dat nou nog niet, dat komt straks, en zullen de zalen steeds groter worden.”
“Sommige mensen zijn een paar weken bekeerd en dan schrijven ze al een boek. Dat heeft geen zin. Dan heb je nog niets te melden. Het heeft alles met groei te maken. Als je vandaag zaait, kun je ook niet morgen brood op de plank hebben. Zo iemand noemen wij een dwaas, maar in het koninkrijk kan het blijkbaar allemaal.”
Maar is het niet ook erg mooi om zo enthousiast te zijn, ook in je beginjaren? “Natuurlijk! Ook als je net begint zijn er veel niveaus van genezing. Als je kind huilt vanwege de koorts, is het heel normaal dat de moeder zegt: ‘In de Naam van Jezus, koorts, wijk!’ Dat doen we gewoon. Dat hoort vanzelfsprekend te zijn. En als je een probleem ziet, ga erop af. Maar om te bidden voor blindheid, dan ben je al een eindje onderweg.”
“Soms zeggen mensen: ‘Hij werd sterk gebruikt door de Heer’. Dan vraag ik: ‘Waar?’ En dan hoor je dat het in het buitenland was. In het buitenland wordt iedereen gebruikt. In Nederland is het vijftigmaal moeilijker.”
“Ik kwam menigmaal terug met het vliegveld terug naar Nederland en als we daalden, voelde ik hoe donker de atmosfeer was. Nederland is een verschrikkelijk land. Demonisch en vreselijk occult. Ze hebben God met alles wat ze hebben verworpen. Ook in deze tijd wordt erop gehamerd om de vrijheden van christenen weg te nemen. Nog even en het is werkelijkheid geworden.”
Maar in het buitenland kun je ook slecht treffen. “Het is een andere strijd van de voodoo’s maar die wij in Nederland ook steeds meer tegenkomen. Je kunt ook tegenover toverdokters, of een hindoepriester staan. Die kunnen toverijen naar je uitzenden.
Ik heb weleens een duivel gezien, waar de duivel zich openbaarde door een van zijn overheden. Hij was zo groot, het paste niet in deze ruimte. Een enorme kop en grote ogen. Zijn huid was helemaal bedekt met vieze, stinkende schubben. Het moet in de hel verschrikkelijk stinken. Hij wilde binnenkomen, maar ik bestrafte hem in de naam van Jezus; Hij schreeuwde, ‘ik zal iedereen grijpen die niet toegewijd is aan je God.”
Om te groeien in de bediening van genezing, is het volgens Zijlstra belangrijk om het geloof ‘van God’ te hebben. “Wij zeggen ‘geloof in God’, maar dat hebben de mensen ervan gemaakt. In de Bijbel staat duidelijk ‘geloof van God’. Wat voor soort geloof was dat? Een sprekend geloof; Hij sprak en het gebeurde. Als je spreekt tot de berg, dan gebeurt het. Jezus zei: ‘Als je gelovig bidt, dan gebeurt het.”
Zijlstra benadrukt het punt nog eens dat je niet overhaast stappen moet zetten. “Veel predikers zijn afgehaakt omdat ze dingen zijn gaan doen waar ze nog niet aan toe waren. Je moet beseffen dat je datgene doet waar je ook echt geloof voor hebt. Met onze mond kunnen we vaak van alles geloven dat hoor ik vaak. Maar met de mond spreken is niet geloof. Als je daadwerkelijk naast een dode staat, geloof je het dan nog steeds?” Dan moet je eerst weten wat Gods wil is.
“Sommige mensen zijn letterlijk door de Heer thuisgehaald, andere mensen sterven voor hun tijd. Veel mensen sterven te vroeg!”
“Sommige mensen zijn letterlijk door de Heer thuisgehaald, andere mensen sterven voor hun tijd. Veel mensen sterven te vroeg! Dat komt onder andere omdat we een te klein besef hebben van het heilig avondmaal. Het avondmaal is ook eten tot genezing. Als we daar een besef van hebben en dat zouden zien, dan zijn er geen genezingsdiensten meer nodig in de gemeente. Neem jij regelmatig het avondmaal? Dat zijn hele belangrijke Goddelijke principes.”
Evangelist Jan Zijlstra heeft in de afgelopen decennia veel wonderen gezien en hij leerde daardoor ook veel over het karakter van God, vertelt hij. “God denkt over een heleboel dingen anders dan wij”, legt hij uit.
“Ik bad eens voor een man die in de samenkomst kwam voor genezing. Hij was een wrak en kon bijna niets meer. Toen vroeg ik hem: ‘Wat ga je doen als God je geneest?’ Toen zei hij: ‘Ik ga morgen naar het strand als ik genezen ben.’ Ik vroeg: ‘Je gaat dus niet naar de samenkomst?’ Toen zei hij: ‘Nee, ik ben al zo lang niet op het strand geweest, ik ga morgen naar het strand als ik genees.”
“Toen zei ik: ‘Als God je niet veroordeelt, ga in vrede. En de man werd spontaan genezen. En de volgende dag ging hij naar het strand.”
“God denkt over een heleboel dingen anders, we hebben vaak geen idee hoe God over de dingen denkt. Mensen zeggen: ‘Ik ken het hart van God’, nou, dan wil ik die persoon weleens lastige vragen stellen.”
Aids
Zijlstra vertelt ook hoe God soms op verrassende wijze geneest. “Stel dat er iemand naar je toekomt die vertelt dat hij een prostituee is met aids en omgebouwd is tot vrouw. Dan zeggen veel mensen misschien: ‘We moeten eerst wat pastoraat doen.’ Maar deze vrouw kwam in de samenkomst en God genas haar direct.”
“Dat is een illustratie van het hart van God. De meeste mensen vellen keihard een oordeel en gaan op de troon van God zitten. Maar God genas haar. Hij is zo anders dan dat wij denken! Ik denk dat we verbaasd zullen zijn over wie er in de hemel zullen zijn. We zullen sommige mensen missen die we wel verwacht hadden, maar anderen zullen er tegen verwachting wel zijn omdat we Gods hart niet kennen.”
Jan Zijlstra vertelt ook over de tijd waarin we leven. Dit gedeelte plaatsten we twee weken geleden al op revive.nl, maar op verzoek van Zijlstra plaatsen we het geheel van het gesprek, inclusief dit onderstaande verhaal.
Pastor Jan Zijlstra vertelt dat de kerk de grootste afval mee gaat maken die er ooit is geweest. “Mensen zullen zeggen: ‘Vrede, vrede en geen gevaar’, maar haastig verderf gaat hen overkomen. In die tijd zijn we aangekomen.” In dit artikel vertelt hij over de afval die hij verwacht en hoe ook het sluiten van de kerk in coronatijd daar een rol in speelt.
Zijlstra vertelt. “We krijgen straks in Nederland de grootste afval die er ooit is geweest. Weet je waar die begint? Bij de kerk! Vijftig procent zal afvallen, zoals geïllustreerd is in de gelijkenis van de tien maagden. Vijf dwaze maagden vallen af, vijf wijze maagden worden aangenomen. Waar twee mensen in een bed liggen, wordt er een aangenomen en de ander niet. We leven in de tijd dat mensen zeggen: ‘Vrede, vrede en geen gevaar’, maar haastig verderf zal hen overkomen.”
Of dit dan de tijd is dat Jezus elk moment kan terugkomen, dat wil Zijlstra desondanks zeker niet zeggen. “Ik dien al 65 jaar de Heer, ik heb al meer dan honderd data voorbij horen komen. Dat brengt een hele grote verwarring in gemeentes. Vaak wordt het heel agressief gebracht, op een manier dat mensen zeggen: ‘Ik heb gelijk en de ander moet buigen.’ Met zulke mensen ga ik niet om.”
“Als we God liefhebben, zijn we niet zo hard en stellig. De liefde is fijngevoelig, meegaand, plooibaar en geduldig. Elke christen zou 1 Korinthe 13 over de liefde verplicht uit het hoofd moeten leren.”
Moeilijkste tijd
Toch is Zijlstra ervan overtuigd dat de moeilijkste tijd voor ons ligt. “Dat heeft te maken met de grote afval die plaatsvindt. De gemeente is op vele plaatsen ernstig verzwakt, juist omdat veel samenkomsten gestopt zijn door het virus. Dat is verkeerd, we moeten wel blijven samenkomen!”
“Het gevolg is dat mensen op de bank naar een uitzending zitten te kijken. Maar als het lekker weer is, zeggen ze: ‘Nou, ik kijk vanavond wel, we gaan vandaag lekker naar het strand.’ Vervolgens komt er in de avond visite en de rest van de week zijn ze druk. Het gevolg is dat de overtuiging in je hart langzaamaan minder en zwakker wordt. Je had moeten kijken, maar je deed het niet.”
“Je geweten zegt: ‘Ik moet wel kijken’, maar als je er lang genoeg aan peutert, gaat het geweten zwijgen. Er kwam eens een zendeling aan bij de Indianen en die sprak over het geweten. De Indiaan zei: ‘Ik weet wat het geweten is, dat is dat puntig ding die in de rondte draait en scherp is. Als het lang genoeg draait doet het niet meer pijn, dan zijn de scherpe punten eraf .’ Zo is dat ook bij veel christenen.”
“Mensen zeggen: ‘Natuurlijk doe ik dat niet, ik val niet om. Ik hou van God.’ Maar ondertussen hebben ze een schermutseling met een broeder of zuster. Wat zegt de Bijbel? ‘Wie z’n broeder haat is uit de duivel.’ Als je ruzie hebt met een broeder ben je uit de duivel, dan kom je niet in de hemel.”
“Door gemakzucht gaan we de route van afval vanzelf op. Dat gebeurt niet na een zondag, maar stapsgewijs.”
“Door gemakzucht gaan we de route van afval vanzelf op. Dat gebeurt niet na een zondag, maar stapsgewijs. Er zijn er bij die al een jaar niet meer in de dienst zijn geweest. Laat staan de extra samenkomsten. Er is ook geen verlangen meer om te gaan. Als de diensten weer volledig draaien, zullen veel pastors zich afvragen: ‘Waar is die? En die? En die?’”
Afval
Hoe ver we al in zo’n afval zouden zitten, daar wil Zijlstra zich niet aan branden. “Dat laat ik aan anderen over, ik heb geleerd om hier geen uitspraken over te doen. Als je er naast zit, dan ben je een valse profeet.”
“Maar ik denk dat de afval al na de oorlog is begonnen. Toen is ook de Wereldraad voor Kerken opgericht in Amsterdam. De staat Israël werd opgericht. De Europese Unie maakte ook in het jaar 1948 het begin, totdat wij nu zien wat het is. Nederland is daar de bakermat van, dat is niet best. God heeft een andere klok dan wij.”
Eindtijdoogst
Toch spreken er juist in deze tijd veel kerken over een ‘eindtijdoogst’ of een ‘late regen’, hoe ziet Zijlstra dat? “Daar hebben ze het al vijftig jaar over. Wij hebben de opwekking van T.L. Osborn gezien en meegemaakt, maar het waren de religieuzen die tegen waren maar ik houd me aan wat de Bijbel zegt dat eraan gaat komen. En ondertussen moeten we ons blijven richten op mensen in nood. Ik predik nooit wat mensen willen horen, maar wat ze moeten horen, bekeert u en geloof het evangelie.”
“Als de stem klinkt dat de Bruidegom komt, dan is het aan de bruid om zich klaar te maken. Juist dan komt de afval, met die roepstem van de Heilige Geest. Velen zijn niet wakker en hebben hun lampen niet in orde. Als je niet klaar bent, dan kom je niet binnen. De Bijbel is daar heel consequent in. Toen de deur van de ark dichtging was dat onherroepelijk!”
Verloren
Dit zou wel betekenen dat er erg veel mensen verloren gaan, wat verschrikkelijk is. “Ja, dat is zeker verschrikkelijk. Daarom moeten we mensen wakker schudden met de waarheid. Ondertussen moeten we het brengen met liefde en geduld. Maar luister wel naar predikers die de waarheid liefhebben.”
“Ik heb predikers ontmoet die niet de beste predikers waren, maar ze zeiden wel de waarheid. Ik ken ook veel predikers die het heel mooi konden brengen, maar het was krachteloos en het had weinig effect. God verleent zijn kracht aan de waarheid!”
En laten wij als Christenen die door Hem leven, het leven van Jezus laten zien. Door genezingen, bevrijdingen en dat mensen bovenal gered worden.”