Voorganger Walfried Giltjes van Shelter Haarlem nam zich tijdens de gehele coronacrisis voor om geen paniekvoetbal te spelen. “Ondanks de veranderde omstandigheden is God altijd in control. We namen rustig de tijd om te reflecteren en God te zoeken.” In dit artikel vertelt Giltjes over hoe Shelter Haarlem weer opschaalt, hoe de kerk nu, bij het opschalen, lessen vanuit de coronacrisis in de praktijk brengt.
“Toen de stormen van de coronacrisis hevig waren, namen we ons direct voor: laten we niet radicaal het stuur omgooien, want dat neigt naar paniekvoetbal. Laten we vooral terugkijken naar wat God sprak vóór corona. Wat stond er op Zijn agenda? Natuurlijk hebben we wel aandacht besteed aan corona, maar zeker niet elke week.”
Walfried vertelt hoe je als leider wijs omgaat met dergelijke hectische situaties. “Het is belangrijk dat de kapitein op de brug blijft staan, ook al is er paniek in de machinekamer. Geen onbesuisde dingen doen, maar rustig koers houden en weten wat te moeten doen.”
Creatieve ideeën
Toch veranderden er wel veel omstandigheden en waren de vaste momenten van samenkomen er niet meer. Hoe ging men daarmee om? “We hebben veel ideeën bedacht, sommigen waren effectief, anderen werkten totaal niet. We hadden bijvoorbeeld een online spreekuur om samen koffie te drinken. Daar kwam niemand op af, echt nul mensen. Daar zijn we na twee weken maar mee opgehouden”, lacht hij.
“Je kunt druk zijn om structuren aan te passen in crisistijd, maar structuur is slechts ondersteunend. Het is een geraamte. Maar je gaat er het land niet mee veranderen.”
“Wel hebben we nauw contact gehouden door de gemeente ook mails te sturen en hen erbij te betrekken. We vroegen leden bijvoorbeeld om feedback en dat kregen we. Dat is mooi. Tegelijkertijd voelde het leidinggeven in deze tijd als autorijden met bevroren ramen. Je zicht is beperkt.”
“Als er één ding is dat ik in deze tijd nog meer besefte, is dat we de Heilige Geest nodig hebben. Je kunt druk zijn om structuren aan te passen in crisistijd, maar structuur is slechts ondersteunend. Het is een geraamte. Maar je gaat er het land niet mee veranderen. Dat gebeurt alleen als je echt een beweging van de Heilige Geest hebt. Dan komt er ook leven in je gemeente en gaan mensen ook echt veranderen..”
“Het gaat om een diep verlangen naar Gods Geest. Dat staat voor mij op een. Méér van Gods Geest!”
“Als voorganger is het essentieel om hierin voor te gaan. Je kunt zeggen tegen mensen dat ze meer nodig hebben van de Geest, maar hoe is het bij mij? Alleen als ik het zelf heb, kan ik ervan uitdelen. Ik probeer er ruimte aan te geven in mijn eigen leven en dat dat de belangrijkste prioriteit te geven in de dienst.”
Discipelschap
Een les die veel voorgangers leerden uit de coronacrisis, is dat ze meer aan discipelschap moeten doen. Dat herkent Walfried ook bij zichzelf. “Ik geloof absoluut in de grote samenkomsten, maar ook in het kleine. We hebben een mix nodig van beide. Ik zie dat de grote samenkomsten mooi zijn om samen God groot te maken. Daarnaast ontmoeten allerlei mensen elkaar daar. Succesvolle mensen, rijke mensen, armen, jong, oud, blank, donker. Samen aanbidden ze dezelfde God. Dat is een heel gezond iets.”
“Maar als het daarbij blijft, dan is het onvoldoende geschikt om discipelen voort te brengen. Discipelschap is uiteindelijk heel belangrijk. Daarom zoeken we ook naar nieuwe vormen van discipelschap.
“Wat in mijn jeugd het meeste impact had, waren niet de programma’s of de zondagochtenden, maar die ene persoon die het de moeite waard vond om met mij te wandelen en me vragen stelde.”
Wat in mijn jeugd het meeste impact had, waren niet de programma’s of de zondagochtenden, maar die ene persoon die het de moeite waard vond om met mij te wandelen en me vragen stelde. Soms ook kritische vragen over keuzes die ik maakte. Dat heeft me gevormd.”
“Er zijn veel discipelschapsmodellen die in anderen gemeenten super goed werken. Daar willen we van leren, maar het ook niet kopiëren. Het moet bij je gemeente passen. Daarnaast heeft discipelschap vooral te maken met een verandering van je mindset.”
“Stel jezelf de vraag: word ik gediscipeld? Is er iemand die me scherp houdt? En ben ik ook betrokken in het leven van anderen? Als je hieruit gaat leven, dan is dat belangrijer dan welk geweldig programma dan ook. Bewustwording is het allerbelangrijkste.”
Versoepelingen
Met de versoepelingen van de maatregelen is Walfried blij, vertelt hij. “Zeker, ik geniet van de grote groepen en dat geeft veel meer mogelijkheden. Het is goed nieuws. Afgelopen zondag zijn we opgeschaald naar 100 mensen.”
“Mijn verlangen voor de komende jaren is dat we als gemeente veel meer zichtbaar worden. Zichtbaar in deze wereld. Zichtbaar zijn is niet een passief verlangen, maar een moedige houding. Omdat Jezus in ons is, mogen we het licht van de wereld zijn.”
“Met krachtig bedoel ik niet trots, maar mensen die vrij zijn, weten wie ze zijn in Christus en als ze vallen weer doorgaan.”
“Uiteindelijk willen we een gemeente zijn die bestaat uit krachtige mensen. Met krachtig bedoel ik niet trots, maar mensen die vrij zijn, weten wie ze zijn in Christus en als ze vallen weer doorgaan. Verder zijn ze vrijmoedig in de gaven van de Geest. Daar verlang ik naar!”
“We mogen met meer verwachting gaan leven. De kerk is gegeven aan de stad om er priester te zijn. We mogen de stad dienen met een evangelie van kracht. Dat is mijn droom.”
Getuigenissen
“We hebben in de gemeente regelmatig getuigenissen van mooie ontmoetingen op straat. Bijvoorbeeld mensen die baden voor genezing, waar God ingrijpt. Of een wonder doet.
Ik word er ook heel enthousiast van als ondernemers functioneren vanuit hemelse wijsheid en inzicht om een onmogelijke situatie om te draaien. Ik hoorde van een ondernemer die benaderd werd voor een ingewikkelde situatie. De mensen van de instelling zeiden: ‘Jullie geloven dat er altijd een oplossing is, kun je hier naar kijken?’ Toen konden ze echt een verandering brengen in het leven van de jongeren bij die instelling. Daar hou ik van.”
“Ondernemer ben je niet alleen om geld te verdienen, maar ook om werkelijk het licht te zijn. We mogen onze plek innemen waar we geplaatst zijn!”