Vijftien christenen gingen zaterdag het centrum van Veenendaal in om het evangelie te delen en te bidden voor mensen. Na een stroef begin, kwam het steeds meer los en gebeurden er diverse genezingen en ook namen er mensen Jezus aan.
1. Bemoediging
De eerste ontmoeting was met een man in een scootmobiel die de evangelisten bemoedigde. Er zijn namelijk verschillende groepen in Veenendaal actief om het goede nieuws te verspreiden. Evangelist Ferry van der Marel, die het organiseerde, vertelt. “Hij was al vaker aangesproken. Bij een van deze groepen had hij een keuze voor Jezus gemaakt! Hij krijgt iedere twee weken gelovigen op bezoek om hem verder te helpen. De man had veel lichamelijk leed te verduren gehad. We mochten hem bemoedigen en voor hem bidden.”
2. Bekering
Na dit mooie gesprek kwam er een vrouw van 80 jaar voorbij in haar scootmobiel. Ze wilde graag met ons praten en vertelde haar halve levensverhaal. Ze was 35 jaar geleden geopereerd en tijdens de operatie was er iets mis gegaan waardoor er een tijdlang te weinig bloed naar haar hersenen stroomde. Hierdoor kon ze vanaf dat moment niet meer lopen. We mochten voor haar bidden en vertelden haar het goede nieuws. Aan het einde van het gesprek opende ze haar hart voor Jezus en bad ze een gebed met ons!”
3. Genezing
We zagen een man in een rolstoel en vroegen hem of hij iets met het geloof had. De man vertelde dat hij vroeger vaak standaard gebedjes op moest zeggen en had door deze ervaring een negatieve kijk op het geloof gekregen. We vroegen of we hem de handen op mochten leggen en voor hem mochten bidden. Dit vond de man wel goed.
“We konden een heel stuk lopen met de man die hiervoor heel weinig kracht in zijn benen had. De man was stomverbaasd!”
We zeiden: In de naam van Jezus, sta op en loop! en gaven hem beiden een arm ter ondersteuning. We konden een heel stuk lopen met de man die hiervoor heel weinig kracht in zijn benen had. De man was stomverbaasd! Hierna hadden we een goed gesprek. We vroegen hem: Als u één vraag mocht stellen, wat zou dat dat zijn? De man antwoordde: ‘Bestaat God?’ We antwoordden: ‘Dat zie je nu toch?’ De man beaamde dit en was overtuigd! We konden nog veel met hem delen en gaven hem materiaal mee.
4. Gebed
Een man in een scootmobiel miste zijn onderbeen. De man wilde geen gebed. De geweldige dames die hem aanspraken gooiden hun charmes in de strijd en vroegen even verder in het gesprek aan hem: Wilt u ons blij maken? Nou, dat wilde de man wel. We vertelden hem dat we echt graag voor hem wilden bidden. Nu mocht het ineens wel. Na het gebed gaven we de man nog een Bijbel waarna hij zijn weg vervolgde.
5. Cadeau
Iemand van ons had een soort leuke kerstpakketjes gemaakt met daarin een chocoladeletter, een kerstkaart met Bijbelteksten en een Johannes evangelie. Vele pakketjes werden verbaasd maar dankbaar aangenomen.
6. Bemoediging
In een bemoedigende ontmoeting met een man vertelde hij een broeder van ons te zijn. Hij was 13 jaar verslaafd geweest aan onder andere harddrugs. God had hem volledig vrijgemaakt! We mochten voor hem bidden. Hij vertelde ook bekend te zijn met genezing. Als zijn vrouw pijn heeft dan legt hij haar ook de handen op en spreekt genezing uit in Jezus naam waarna het zo goed als altijd verdwijnt.
“Dit raakte de jongeman waardoor hij meer open kwam in het gesprek. We mochten zelfs nog voor hem bidden en deelden het goede nieuws.”
7. Gebed
Een jongeman boden we een Bijbel aan. Deze wilde hij niet. We kregen wijsheid van God om verder met hem te praten en vroegen hem wat hij deed voor de kost. De jongeman vertelde spiegels te maken. We vertelden hem dat hij ook een spiegel voor God kon worden en Zijn Heerlijkheid kan gaan weerspiegelen. Dit raakte de jongeman waardoor hij meer open kwam in het gesprek. We mochten zelfs nog voor hem bidden en deelden het goede nieuws.
8. Ander beeld van God
Twee jongens liepen voorbij. We vingen wat dingen op waar ze het over hadden. Ze hadden het over het roken van een joint. Hier zagen we een opening in en spraken de jongens aan. Een van hen was met het geloof opgevoed, maar had een heel verkeerd beeld hiervan. We mochten hen het goede nieuws vertellen en legden hen het verschil uit tussen religie en relatie. Dit sprak hen wel aan en de jongens kregen nu een heel ander beeld van God.
9. Goed gesprek
Twee andere jongens vertelden beiden te geloven. We vertelden hen over de doop waarop ze zeiden te zijn gedoopt als kind. We legden hen uit wat het Woord leert over de doop en de volgorde van geloof, bekering en doop. We namen ook het voorbeeld van een begrafenis. Als iemand begraven wordt dan gebeurt dat ook niet met een handje zand. De persoon gaat helemaal onder de grond. Zo is het ook als we sterven met Christus in het watergraf en opstaan in een nieuw leven op grond van het geloof. Er kwam een goed gesprek uit voort.