Afgelopen week stelde iemand mijn vrouw Harmanna en mij de mooie vraag: ‘𝘡𝘪𝘫𝘯 𝘫𝘶𝘭𝘭𝘪𝘦 𝘯𝘰𝘨 𝘷𝘦𝘳𝘭𝘪𝘦𝘧𝘥?’ Het was en is een prachtige vraag. Een vraag die je zou kunnen beantwoorden met een antwoord in de trant van ‘houden van’ en ‘verdiepte relatie’ en nog meer van dat soort dingen. Deze dingen zijn allemaal waar en allemaal van toepassing op ons huwelijk. Toch is het niet het enige. Wij konden allebei met een volmondig ja antwoorden: Ja, we zijn nog verliefd! Nog steeds, alweer of opnieuw.
Als ik nadenk over onze relatie, dan ben ik heel erg dankbaar. We zijn al jaren samen onderweg: Ons huwelijk duurt al 19 jaar. Onze relatie al bijna 21 jaar. We kennen elkaar al jaren langer wel, dan niet. Onze tijd samen is langer, dan de tijd zonder elkaar. En echt… het wordt alleen maar mooier! Gaat het vanzelf en is het eenvoudig? Nee. Niet altijd. Soms was er strijd. Er waren donkere perioden, diepe dalen en lastige fasen. We kwamen erdoor. We moeten investeren en doen dat graag. We maken elkaar de betere versie van onszelf. Daar genieten we elke dag van!
Adviseren
Onze band wordt iedere keer sterker. We zijn partners en medestrijders. We versterken elkaar en geven nooit op. Dat geldt voor ons huwelijk, maar ook voor ons gezamenlijke geloofsleven. We leren van elkaar, dekken elkaars rug en zien naar elkaar om. Soms voelt dat als een echte strijd, maar die gaan we graag aan.
Als je de Bijbel leest, dan lees je ook regelmatig over strijd. Natuurlijk staat het Oude Testament vol met strijdverhalen, oorlogen en veldslagen, maar dat bedoel ik niet. Ik doel op onze geloofsstrijd. De goede strijd zoals de Bijbel deze noemt. Het wordt ook wel een wedloop of wedstrijd genoemd. Er staat dus iets op het spel; we hebben een overwinning te behalen!
Nu denk je misschien, hij begint over verliefdheid, relatie en komt nu bij strijd: Wat voor verhaal wordt dit? Ik begrijp dat. Toen ik nadacht over het onderwerp en deze inleiding zich vormde, wist ik ook nog niet precies welke kant het op zou gaan. Dat ik het over strijd en strijden zou gaan hebben, stond wel vast.
Ik wil graag een aantal Bijbelteksten met je delen, die mij te binnenschoten. De eerste is onderdeel van een bemoediging van Paulus aan zijn jongere collega en medestrijder Timotheüs. De Timotheüs-brieven staan boordevol praktische lessen. Paulus schrijft onder andere dit – 1 Timotheüs 6:12 NBG51:
‘𝘚𝘵𝘳𝘪𝘫𝘥 𝘥𝘦 𝘨𝘰𝘦𝘥𝘦 𝘴𝘵𝘳𝘪𝘫𝘥 𝘥𝘦𝘴 𝘨𝘦𝘭𝘰𝘰𝘧𝘴, 𝘨𝘳𝘪𝘫𝘱 𝘩𝘦𝘵 𝘦𝘦𝘶𝘸𝘪𝘨𝘦 𝘭𝘦𝘷𝘦𝘯, 𝘸𝘢𝘢𝘳𝘵𝘰𝘦 𝘨𝘪𝘫 𝘨𝘦𝘳𝘰𝘦𝘱en 𝘻𝘪𝘫𝘵 𝘦𝘯 𝘥𝘦 𝘨𝘰𝘦𝘥𝘦 𝘣𝘦𝘭𝘪𝘫𝘥𝘦𝘯𝘪𝘴 𝘢𝘧𝘨𝘦𝘭𝘦𝘨𝘥 𝘩𝘦𝘣𝘵 𝘷𝘰𝘰𝘳 𝘷𝘦𝘭𝘦 𝘨𝘦𝘵𝘶𝘪𝘨𝘦𝘯.’
Met ‘strijd de goede strijd’ bedoelt Paulus het volgende: ‘𝘋𝘰𝘦 𝘫𝘦 𝘶𝘪𝘵𝘦𝘳𝘴𝘵𝘦 𝘣𝘦𝘴𝘵! 𝘎𝘳𝘪𝘫𝘱 𝘩𝘦𝘵 𝘦𝘦𝘶𝘸𝘪𝘨𝘦 𝘭𝘦𝘷𝘦n. 𝘋𝘢𝘢𝘳𝘷𝘰𝘰𝘳 𝘣𝘦𝘯 𝘫𝘦 𝘨𝘦𝘳𝘰𝘦𝘱𝘦𝘯.’ Paulus spoort Timotheüs aan. De twee brieven van Paulus aan Timotheüs worden gekenmerkt door bemoediging, raad en advies. Kijkend naar mijn relatie met Harmanna, dan herken ik dat: we sporen elkaar aan, bemoedigen elkaar en geven elkaar advies.
Deze strijd is niet voorbehouden aan partners. Deze strijd hebben we allemaal te strijden. En we hebben allemaal ‘een Paulus’ nodig. Iemand die je aanspoort, bemoedigt en van advies voorziet. 𝗪𝗶𝗲 𝗶𝘀 𝗷𝗼𝘂𝘄 𝗣a𝘂𝗹𝘂𝘀?
Afleggen
Naast Harmanna heb ik nog een aantal 𝘗𝘢𝘶𝘭𝘶𝘴𝘴𝘦𝘯 in mijn leven. Zij mogen gevraagd en ongevraagd in mijn leven spreken. Zij maken mij op een goede manier strijdlustig. Klaar voor de wedstijd. Klaar voor de overwinning. Ik wil nog graag een tekst met je delen. Het zijn een aantal teksten – Hebreeën 12:1-2 HTB:
‘𝘕𝘶 𝘻𝘰ʼ𝘯 𝘨𝘳𝘰𝘵𝘦 𝘮𝘦𝘯𝘪𝘨𝘵𝘦 𝘷𝘢𝘯 𝘨𝘦𝘵𝘶𝘪𝘨𝘦𝘯 𝘰𝘯𝘴 𝘻𝘪𝘦𝘵 𝘦𝘯 𝘢𝘢𝘯𝘮𝘰𝘦𝘥𝘪𝘨𝘵, 𝘮𝘰𝘦𝘵𝘦𝘯 𝘸𝘪𝘫 𝘢𝘭𝘭𝘦𝘴 𝘢𝘧𝘭𝘦𝘨𝘨𝘦𝘯 𝘸𝘢𝘵 𝘰𝘯𝘴 𝘩𝘪𝘯𝘥𝘦𝘳𝘵 𝘦𝘯 𝘰𝘯𝘴 𝘣𝘦𝘷𝘳𝘪𝘫𝘥𝘦𝘯 𝘷𝘢𝘯 𝘥𝘦 𝘻𝘰𝘯𝘥𝘦 𝘥𝘪𝘦 𝘻𝘪𝘤𝘩 𝘢𝘢𝘯 𝘰𝘯𝘴 𝘷𝘢𝘴𝘵𝘬𝘭𝘦𝘮𝘵. 𝘞𝘪𝘫 𝘮𝘰𝘦𝘵𝘦𝘯 𝘥𝘦 𝘸𝘦𝘥𝘴𝘵𝘳𝘪𝘫𝘥 𝘷𝘰𝘭𝘵𝘰𝘰𝘪𝘦𝘯 𝘥𝘪𝘦 𝘷𝘰𝘰𝘳 𝘰𝘯𝘴 𝘭𝘪𝘨𝘵, 𝘻𝘰𝘯𝘥𝘦𝘳 𝘰𝘱 𝘵𝘦 𝘨𝘦𝘷𝘦𝘯. 𝘋𝘢𝘢𝘳𝘣𝘪𝘫 𝘮𝘰𝘦𝘵𝘦𝘯 𝘸𝘪𝘫 𝘣𝘭𝘪𝘫𝘷𝘦𝘯 𝘬𝘪𝘫𝘬𝘦𝘯 𝘯𝘢𝘢𝘳 𝘑𝘦𝘻𝘶𝘴, 𝘥𝘪𝘦 𝘰𝘯𝘴 𝘥𝘦 𝘸𝘦𝘨 𝘸𝘪𝘫𝘴𝘵. 𝘏𝘪𝘫 𝘪𝘴 𝘩𝘦𝘵 𝘥𝘰𝘦𝘭 𝘷𝘢𝘯 𝘰𝘯𝘴 𝘨𝘦𝘭𝘰𝘰𝘧. 𝘏𝘪𝘫 𝘬𝘰𝘯 𝘡𝘪𝘤𝘩 𝘢𝘢𝘯 𝘩𝘦𝘵 𝘬𝘳𝘶𝘪𝘴 𝘭𝘢𝘵𝘦𝘯 𝘴𝘭𝘢𝘢𝘯 𝘦𝘯 𝘥𝘦 𝘴𝘤𝘩𝘢𝘯𝘥𝘦 𝘯𝘦𝘨𝘦𝘳𝘦𝘯, 𝘰𝘮𝘥𝘢𝘵 𝘏𝘪𝘫 𝘸𝘪𝘴𝘵 𝘸𝘦𝘭𝘬𝘦 𝘣𝘭𝘪𝘫𝘥𝘴𝘤𝘩𝘢𝘱 𝘏𝘦𝘮 𝘵𝘦 𝘸𝘢𝘤𝘩𝘵𝘦𝘯 𝘴𝘵𝘰𝘯𝘥. 𝘌𝘯 𝘯𝘶 𝘻𝘪𝘵 𝘏𝘪𝘫 𝘢𝘢𝘯 𝘥𝘦 𝘳𝘦𝘤𝘩𝘵𝘦𝘳𝘻𝘪𝘫𝘥𝘦 𝘷𝘢𝘯 𝘥𝘦 𝘵𝘳𝘰𝘰𝘯 𝘷𝘢𝘯 𝘎𝘰𝘥.’
Wie de schrijver van de Hebreeën-brief is, is niet bekend. De schrijver wilde de lezers aanmoedigen en deed dat door in hoofdstuk 11 een leger geloofshelden voor te stellen. In het begin van hoofdstuk 12 wordt daarnaar verwezen. De schrijver stelt verder: ‘𝘋𝘰𝘦 𝘢𝘭𝘭𝘦𝘴 𝘶𝘪𝘵 𝘫𝘦 𝘭𝘦𝘷𝘦𝘯 𝘸𝘦𝘨, 𝘸𝘢𝘵 𝘫𝘰𝘶𝘸 𝘰𝘮𝘨𝘢𝘯𝘨, 𝘫𝘰𝘶𝘸 𝘳𝘦𝘭𝘢𝘵𝘪𝘦 𝘮𝘦𝘵 𝘎𝘰𝘥 𝘪𝘯 𝘥𝘦 𝘸𝘦𝘨𝘴𝘵𝘢𝘢𝘵.’ Ik herken dat uit de relatie van Harmanna en mij. Ik moest dingen uit mijn leven wegdoen, wat mijn omgang, wat mijn relatie met Harmanna in de weg stond.
In onze relatie met God is dat niet anders. We moeten alles afleggen, dat ons hindert in onze relatie met Hem. Ja, dat kan echt van alles zijn. Alles wat je hindert in je relatie met hem, hindert je ook in de wedstrijd, die je te voltooien hebt. Je mag jezelf onderzoeken. Je mag Jezus vragen wat je nog mag opruimen. Je kunt ook ‘je persoonlijke Paulus’ vragen je te helpen. 𝗪𝗮𝘁 𝗺𝗮𝗴 𝗷𝗶𝗷 𝗻𝗼𝗴 𝘂𝗶𝘁 𝗷𝗲 𝗹𝗲𝘃𝗲𝗻 𝘄𝗲𝗴𝗱𝗼𝗲𝗻?
Aantrekken
Ik heb nog één Bijbelgedeelte voor je. Het is één van de bekendste gedeelten, als het gaat om strijd. Het is de inleiding op het gedeelte van de geestelijke #wapenrusting – Efeziërs 6:10-13 HTB:
‘𝘛𝘦𝘯 𝘴𝘭𝘰𝘵𝘵𝘦 𝘯𝘰𝘨 𝘥𝘪𝘵: 𝘸𝘰𝘳𝘥 𝘴𝘵𝘦𝘳𝘬 𝘥𝘰𝘰𝘳 éé𝘯 𝘮𝘦𝘵 𝘥𝘦 𝘏𝘦𝘳𝘦 𝘵𝘦 𝘻𝘪𝘫𝘯 𝘦𝘯 𝘻𝘪𝘫𝘯 𝘨𝘳𝘰𝘵𝘦 𝘬𝘳𝘢𝘤𝘩𝘵 𝘪𝘯 𝘶 𝘵𝘦 𝘭𝘢𝘵𝘦𝘯 𝘸𝘦𝘳𝘬𝘦𝘯. 𝘉𝘦𝘸𝘢𝘱𝘦𝘯 𝘶 𝘮𝘦𝘵 𝘢𝘭𝘭𝘦 𝘸𝘢𝘱𝘦𝘯𝘴 𝘥𝘪𝘦 𝘎𝘰𝘥 𝘰𝘯𝘴 𝘨𝘦𝘦f𝘵. 𝘋𝘢𝘯 𝘻𝘢𝘭 𝘥𝘦 𝘥𝘶𝘪𝘷𝘦𝘭 𝘮𝘦𝘵 𝘻𝘪𝘫𝘯 𝘴𝘭𝘪𝘯𝘬𝘴𝘦 𝘴𝘵𝘳𝘦𝘬𝘦𝘯 𝘶 𝘨𝘦𝘦𝘯 𝘬𝘸𝘢𝘢𝘥 𝘬𝘶𝘯𝘯𝘦𝘯 𝘥𝘰𝘦𝘯. 𝘞𝘢𝘯𝘵 𝘸𝘪𝘫 𝘷𝘦𝘤𝘩𝘵𝘦𝘯 𝘯𝘪𝘦𝘵 𝘵𝘦𝘨𝘦𝘯 𝘮𝘦𝘯𝘴𝘦𝘯, 𝘮𝘢𝘢𝘳 𝘵𝘦𝘨𝘦𝘯 𝘰𝘯𝘻𝘪𝘤𝘩𝘵𝘣𝘢𝘳𝘦 𝘸𝘦𝘻𝘦𝘯𝘴: 𝘥𝘦 𝘥𝘶𝘪𝘷𝘦𝘭𝘴𝘦 𝘩𝘦𝘦𝘳𝘴𝘦𝘳𝘴 𝘦𝘯 𝘮𝘢𝘤𝘩𝘵𝘦𝘯 𝘥𝘪𝘦 𝘥𝘦𝘻𝘦 𝘥𝘰𝘯𝘬𝘦𝘳𝘦 𝘸𝘦𝘳𝘦𝘭𝘥 𝘵𝘪𝘳𝘢𝘯𝘯𝘪𝘴𝘦𝘳𝘦𝘯, 𝘣𝘰𝘰𝘴𝘢𝘢𝘳𝘥𝘪𝘨𝘦 𝘨𝘦𝘦𝘴𝘵𝘦𝘯 𝘪𝘯 𝘥𝘦 𝘰𝘯𝘻𝘪𝘤𝘩𝘵𝘣𝘢𝘳𝘦 𝘸𝘦𝘳𝘦𝘭𝘥 𝘰𝘮 𝘰𝘯𝘴 𝘩𝘦𝘦𝘯. 𝘉𝘦𝘸𝘢𝘱𝘦𝘯 𝘶 𝘥𝘶𝘴 𝘮𝘦𝘵 𝘢𝘭 𝘎𝘰𝘥𝘴 𝘸𝘢𝘱𝘦𝘯𝘴 𝘰𝘮 𝘶 𝘵𝘦 𝘬𝘶𝘯𝘯𝘦𝘯 𝘷𝘦𝘳𝘥𝘦𝘥𝘪𝘨𝘦𝘯 𝘢𝘭𝘴 𝘥𝘦 𝘷𝘪𝘫𝘢𝘯𝘥 𝘢𝘢𝘯𝘷𝘢𝘭𝘵. 𝘋𝘢𝘯 𝘻𝘶𝘭𝘵 𝘶, 𝘯𝘢 𝘨𝘳𝘰𝘵𝘦 𝘥𝘪𝘯𝘨𝘦𝘯 𝘵𝘦 𝘩𝘦𝘣𝘣𝘦𝘯 𝘨𝘦𝘥𝘢𝘢𝘯, 𝘰𝘯𝘨𝘦𝘴𝘭𝘢𝘨𝘦𝘯 𝘶𝘪𝘵 𝘥𝘦 𝘴𝘵𝘳𝘪𝘫𝘥 𝘵𝘦𝘷𝘰𝘰𝘳𝘴𝘤𝘩𝘪𝘫𝘯 𝘬𝘰𝘮𝘦𝘯.’
Wees sterk! Doe je wapenrusting (Efeziërs 6:14-16) aan. Dan kan de duivel met zijn sluwe streken je geen kwaad doen. Want het is niet zomaar een strijd, die we hebben te strijden. Het is een geestelijke strijd. We strijden tegen ‘𝘥𝘦 𝘥𝘶𝘪𝘷𝘦𝘭𝘴𝘦 𝘨𝘦𝘦𝘴𝘵𝘦𝘯 𝘪𝘯 𝘥𝘦 𝘨𝘦𝘦𝘴𝘵𝘦𝘭𝘪𝘫𝘬𝘦 𝘸𝘦𝘳𝘦𝘭𝘥’. Dat vraagt om een andere aanpak! Daarom: Doe je je wapenrusting aan, want dan zul je standhouden. Nog meer zelfs: Je zult ongeslagen en ongeschonden uit de strijd komen. 𝗛𝗲𝗯 𝗷𝗶𝗷 𝗷𝗲 𝘄𝗮𝗽𝗲𝗻𝗿𝘂𝘀𝘁𝗶𝗻𝗴 𝗮𝗮𝗻𝗴𝗲𝘁𝗿𝗼𝗸𝗸𝗲𝗻?
Ja, ik ben graag met Harmanna onderweg. Samen gaan we iedere strijd aan. Harmanna is ‘mijn persoonlijke Paulus’, die me aanspoort, bemoedigt en van advies voorziet. Harmanna helpt mij mijzelf te onderzoeken en uit mijn leven weg te doen, wat mij in de strijd hindert. Harmanna is ook mijn strijdmakker, die mij iedere keer helpt mijn wapenrusting aan te doen. Samen kunnen we iedere strijd aan! Dankjewel Harmanna!
En je weet het: Samen met Hem, samen met én door Jezus zijn wij meer dan overwinnaars. En dat geldt niet alleen voor Harmanna en mij… Het geldt ook voor jou!
Zegen!
Tim Meijer