Dominee Jan Willem van Dijk zag God honderden jongeren aanraken in zijn tijd als jongerenwerker bij de HGJB, de protestantse jongerenbond. Inmiddels is hij dominee in Zevenhoven en is hij – tevens in de dorpskerken – er getuige van hoe God mensenlevens verandert. Hij verwacht zelfs op korte termijn een grote opwekking. “Ik zie hoe God een bijzondere honger en verwachting brengt”. Hij schreef er het boek ‘Glorie in de blubber’ over en deelt erover met Revive.nl.
Dominee Jan Willem van Dijk vertelt hoe God juist in de ‘blubber’ van het alledaagse leven, Zijn glorie wil laten zien. “De engelen zingen niet: ‘De hemel is vol van Zijn glorie’, maar ‘De aarde is vol van Zijn glorie’. Dat is zó tof. Alleen al omdat duidelijk is dat het aardse er dus toe doet – God verleent er Zijn glorie aan. En ook dat God dus geen afstand houdt tot de blubber en het slijk en ja ook de ‘blubber’ die ons denken en onze agenda bij tijd en wijle zomaar binnenstromen. Afkeer laat óns terugdeinzen. Maar zo is God niet. Hij komt juist nabij in onze blubber.
Ik heb daarom ook dit dagboek geschreven, als hulp voor mezelf en voor anderen, om die glorie op te merken.”
Hoe ervaar je zelf (soms) de blubber van het leven en op welke manier zie je Gods glorie erin terug?
“Onderlinge verhoudingen in gezin en gemeente raken soms vertroebeld, door onhandige uitspraken of gewoon botsende karakters. Voor mij is dat blubber: twee personen met goede wil die toch in drijfzand verzeild raken. Dat God dan deemoed schenkt, of mildheid, of gewoon een goede grap en een gezamenlijke lach – dat bewijst dat we er niet alleen voor staan. Hij maakt de dingen weer recht.”
Je ziet hoe Gods glorie ons leven oplicht, hoe heb je dat persoonlijk ontdekt en hoe kun je daarin leren leven?
“Dat doet me denken aan een avondwandeling op een HGJB-vakantie. We vertelden elkaar, als tieners van een jaar of 18, gewoon grappige verhalen onder de sterrenhemel, tot één van de leiding ons wees op de maan. Ze vertelde dat ze thuis vaak naar de maan keek en zich dan afvroeg: hoe heb ik vandaag Gods liefde weerspiegeld? Als een volle maan, een halve maan of een nieuwe maan?
Het bevrijdende van dat beeld drong pas later tot me door: de glorie van God is al om ons heen. We hoeven die niet op te wekken of er naartoe te werken: God schijnt sowieso. Dat is ook de kracht van Paulus’ gebed om open ogen van ons hart – wij maken die glorie niet waar. Wij merken die op. En dan volgt de reflectie vanzelf.”
Hoe zie je God aan het werk in jouw leven als predikant?
“Tijdens de 16+ catechisatie kwam het gesprek over de realiteit van het geloof vaak terug dit jaar. Hoe is God verbonden aan mijn gewone leven als scholier en werkende? We eindigden de laatste avond door elkaar te zegenen onder handoplegging. Een beetje onwennig, maar wel echt. Dan merk ik: God is onderweg met deze jongeren.
Of in de kerkenraad. Op de laatste agenda stonden praktische dingen als het aantal avondmaalsbekertjes tijdens de komende viering. Maar toen deelde iemand dat zijn rugpijn was verdwenen tijdens het zingen de afgelopen kerkdienst. En ineens besef ik weer: o ja, dit is geen religieuze vereniging. God is hier handelend aanwezig.
Of bij mensen thuis. Een gemeentelid deelde hoe God hem had bemoedigd met het verhaal van Jozef in de gevangenis, dat God hem dáár zegende. ‘God zegent mij in mijn gevangenis!’ Dat zijn momenten dat God me de ogen opent voor de wonderen die Hij aan het doen is.
Halverwege de coronatijd kwam er een gemeentelid naar me toe. Ze wou belijdenis doen en gedoopt worden. Een beetje verbaasd vroeg ik hoe dit zo gekomen was. Net voor corona was immers haar dochter gedoopt en toen wist ze het zelf nog niet zo goed. Ja, God had in haar hart een overtuiging gewekt. Door podcasts en een droom was ze tot deze overtuiging gekomen. Dan heb ik een gevoel dat ik toeschouwer ben van wat God allemaal aan het doen is.”
Een hoofdstuk is ‘als het niet jouw dag is’, maak je dat zelf weleens mee in je werk? En welke bijbelse les leer je om daarmee om te gaan?
“Wat heel eerlijk is van de bijbel, is dat Jezus gewoon vaststelt dat elke dag genoeg heeft aan zijn eigen kwaad. Ook als je Jezus kent, kan het heel zwaar zijn om aan de dag te beginnen. Ook als je van de Geest vervuld bent, kan het heel erg niet jouw dag zijn. Er is gewoon heel veel blubber. Maar de glorie hierin is dat er ook wordt gezongen: ‘Dit is de dag die de Heer gemaakt heeft’. En dan niet als peptalk waarin we de narigheid overschreeuwen. Want deze psalm 118 verwijst constant naar Jezus. Hij is de muziek achter deze psalm en achter deze dag. De filmmuziek als het ware, die een andere beleving aan de dag schenkt. Heroïsch en hoopvol.”
Je bent een dominee die veel werk heeft gedaan onder jongeren, bij de HGJB – in hoeverre heeft het jongerenwerk je gevormd in je huidige werk?
“Wat heel sterk was in de verschillende jongerenwerk-activiteiten waar ik aan meedeed, zoals de kerstconferentie of de tieneravonden, was de bijzondere mix tussen gezelligheid en diepgang, spelletjes en aanbidding, lol en ontzag. Dat die twee heel goed samengaan heb ik in het jeugdwerk ontdekt. Een uur na de intense slotbijeenkomst planden we de spelshow ‘jongens tegen de meisjes’. Echt, ultiem spektakel! Het staat niet tegenover elkaar, maar doet juist beseffen: hier is het goed. Hier ben ik thuis. Want alleen thuis kan dat naast elkaar bestaan.
Toch was er toen ik een poosje predikant was ook de eye-opener dat ik er onbewust toch een soort geografische streeptheologie op na was gaan houden. Maar God ziet niet alleen op evenementen om naar mensen. En je ontvangt niet alleen de Heilige Geest als er een supergoede band op het podium staat. Ook gewoon in de eigen dorpskerk worden mensen in hun hart geraakt en wordt hun leven ten goede gekeerd. Heel bevrijdend eigenlijk, dit besef. Er vallen een boel organisatorische randvoorwaarden weg.”
Zie je veel openheid voor jouw boodschap in die prachtige eeuwenoude kerken waar je voorgaat (of juist niet?) – en wat is je visie voor de komende jaren?
“Eén van de weekthema’s in ‘Glorie in de Blubber’ is ‘Er komt een tijd van grote opwekking’, n.a.v. de grote oogst in Openbaring 14. Dat is mijn verwachting voor de komende tijd. Ook in de traditionele kerk, misschien wel juist daar, omdat in zo’n oude dorpskerk de lijntjes naar de dorpsgemeenschap liggen. Ik heb heel veel respect voor de vorige generatie predikanten. Hun leven lang hebben zij in een krimpende kerk het Woord van God tot zich genomen en doorgegeven. In die kerken is nu verlangen, vruchtbare grond, een grote trouw en een verwachting van God alleen – een explosief mengsel.
Eerlijk gezegd is er naast alle hoopvolle voorbeelden zeker ook veel stil verdriet over de kerken die sluiten. Bij mij en collega’s. Maar misschien is dat als het stille verdriet van Hanna? En ontvangen we in het midden van ons verdriet een wonder van boven?”
Wat geeft je hoop en waar werk jij ’naartoe’?
“In het staartje van de corona zijn we in de kerk gestart met ministrygebed na de dienst. Ik ben een soort vliegende keep en bid af en toe mee. Vind ik gewoon heel mooi, om te zien hoe God voor iemand zorgt tijdens zo’n gebed. In onze eigen kerkdiensten zoek ik nog naar een mooie samenhang tussen de preek en dat gebed.”