Een telefoongesprek met een klant had ik op het moment dat de chauffeur aankwam om iets te brengen. Ik zag de persoon aankomen en wist in mijn hart dat ik het evangelie moest delen. Maar ik was aan de telefoon en had ergens ook geen zin om op te staan en ernaartoe te gaan. Ik vertelde mezelf dat, tegen de tijd dat de klant zou ophangen, de chauffeur waarschijnlijk al weg zou zijn.
Door Annelies van Walsem
Wat kunnen we veel gedachten hebben in een paar seconden en zo regelmatig de zachte stem negeren die aandringt. Mijn telefoongesprek was klaar, maar ik stond niet op. Ik maakte mezelf ook nog wijs dat mijn man het evangelie misschien wel zou vertellen, wat hij ook regelmatig doet. De chauffeur vertrok, en een naar gevoel bleef bij me achter. We voelen ons het beste als we in de perfecte wil van God leven, en hier had ik gewoon geen gehoor gegeven aan Zijn opdracht.
Aan het einde van de middag zaten we buiten wat te eten. Het was nog lekker weer, en opnieuw hoorden we een vrachtwagen aankomen om de pakketten van die dag op te halen. De zaak was al gesloten. Ik hoorde dat het dezelfde chauffeur was als die middag en wilde eerst weer niet gaan. “Ach, deze chauffeur is al zo vaak geweest,” begon het irritante stemmetje te jammeren. “Geen tijd aan verspillen, joh.” Ik had mijn lesje geleerd en stond op.
“Chauffeur, heeft iemand u weleens verteld dat God van u houdt en een geweldig plan voor uw leven heeft?” begon ik. De persoon begon te huilen en zei: “Ja, jij.”
“Ik?” vroeg ik ongelovig. De chauffeur was ooit weleens eerder geweest en viel nu in voor iemand anders. “Ja, het kan wel twee jaar geleden zijn dat ik hier geweest ben, en toen heb jij het verteld.” Wauw! Twee jaar geleden was er al gezaaid.
“Zo zal Mijn woord zijn dat uit Mijn mond uitgaat: het zal niet vruchteloos tot Mij terugkeren, maar het zal doen wat Mij behaagt, en het zal voorspoedig zijn in hetgeen waartoe Ik het zend.” – Jesaja 55:11
“Twee weken geleden is mijn vader overleden,” ging de chauffeur verder. “Hij had zoveel vrede om te sterven omdat hij met Jezus leefde. Ik wilde er eigenlijk nooit iets mee te maken hebben, maar een vriend vertelde er vaak over, en ik merk steeds meer het verlangen om ook het leven met God te willen leven. En nu kom jij opnieuw met dit verhaal.”
Het hele levensverhaal kwam eruit. God had in die twee jaar al een werk gedaan. En vandaag kwam de dag van overgave. Samen baden we een gebed, en de chauffeur was zo blij. Zo zie je weer waarom de vijand met pijlen van ontmoediging schiet, om te voorkomen dat we het Woord delen. Hij wil dat niemand op zijn of haar bestemming komt, en rooft en steelt. Maar God is gekomen om leven te geven, in overvloed.
Nog een paar dagen viel de persoon in voor een collega. Daarna hebben we de persoon niet meer gezien. Jaren geleden bad ik altijd dat God mensen zou sturen. Nu weet ik dat Hij ons uitzendt om te gaan oogsten, om het zaad te zaaien in de harten, of om te oogsten. En regelmatig stuurt Hij iemand.