Op zondag moest ze naar de kerk, daarbuiten werd ze ernstig misbruikt. ‘Esther’ leidde zolang ze zich kan herinneren een dubbelleven. Rituelen, offers, aanbidding van demonen, orgies, verkrachtingen – het was een leven van ritueel misbruikt worden, prostitutie, mensenhandel, sadistische kinderporno en andere vormen van misdaad. Met hulp van God kon ze loskomen van de misbruikers, maar haar leven is nog steeds niet gemakkelijk. Dit is haar verhaal.
Let op: Dit artikel bevat schokkende details over ernstig (seksueel) misbruik en moord
Als ik aankom, vraagt Esther (niet haar echte naam) om mijn telefoon. Die legt ze in de gang, naast die van haar en Janita, een behandelaar bij Friends of Esthers. Zoheeft ze meer zekerheid dat het gesprek niet afgeluisterd wordt. Dit is de tweede keer dat ik Esther ontmoet. Voor de zomer hadden wij een kennismakingsgesprek, wat gebruikelijk is wanneer iemand contact zoekt met Friends of Esthers. Het doel daarvan was om na te gaan of ik betrouwbaar ben en te kijken of er een samenwerking mogelijk is. Esther is voorzichtig. Zij wordt nog steeds dagelijks bedreigd door de groep die haar van jongs af aan satanisch ritueel misbruikte, de zogenoemde cult. Met de stichting Friends of Esthers helpt ze met een team andere overlevers van satanisch ritueel misbruik (srm), . ‘Esthers’ staat in meervoud, want de naam ‘Esther’ staat symbool voor elke overlever van srm.
Esthers verhaal is zo heftig en onmenselijk dat het bijna onwaarschijnlijk lijkt. Toch is er veel onderzoek gedaan en zijn er getuigenverklaringen bekend uit binnen- en buitenland. Onder meer het onderzoeksprogramma Argos onderzocht de verhalen en interviewde zo’n honderdveertig slachtoffers van satanisch ritueel misbruik. En het kenniscentrum Transgenerationeel Geweld bracht in december 2007 een eigen onderzoek uit, gedaan onder achtentwintig hulpverleners die samen honderdnegen cliënten behandelden bij wie sprake was van ritueel misbruik. Het is dus een breder voorkomende vorm van ernstig misbruik.
Offers
Dit is Esthers verhaal: “Ik ben opgegroeid in een christelijk gezin dat ook satan eerde. Dat is in een notendop het dubbelleven dat ik leidde in mijn jeugd.” Twee keer per week zat het gezin in de kerk. Ondertussen werd ze door familieleden meegenomen naar de cult, waarbij het eren van satan centraal stond. Rituelen, offers, aanbidding van demonen, orgies, verkrachtingen, het was een leven van ritueel misbruikt worden, prostitutie, mensenhandel, sadistische kinderporno en andere vormen van misdaad.
“De cultgroep in het dorp waarin ik opgroeide, bestond uit gemiddeld vierentwintig leden. Deze cult was verbonden met cultgroepen in omliggende dorpen, die weer met provinciale groepen, die weer bij een landelijk netwerk hoorden en die hadden weer contact met internationale groepen. Het leven in de cult gaat van generatie op generatie, totdat iemand fouten maakt of zich afkeert van de groep. Dan wordt zo’n familielijn doorgesneden. Ik werd onder andere door mijn opa misbruikt.”
Uit Esthers jeugdherinneringen:
Het is heel druk bij opa en oma. Er is veel familie, ooms en tantes, neefjes en nichtjes. We gaan heel vaak hier op zondag op visite, dat moet. Als opa me op schoot wil hebben wordt het minder leuk. Hij fluistert soms een woordje in mijn oor en soms doet hij me ook pijn. Als ik geen jurk of rok aan heb, wordt hij boos. Ik moet zorgen dat ik naar de kerk altijd een rok aan heb, een broek kan echt niet. Ik knik. Ik luister altijd braaf, ben een gehoorzaam kind en ga de volgende keer zeuren bij mama om een rok. Of een jurk want dat mag ook en dan is opa blij. Ik wil niet dat opa boos op me wordt.
‘Normaal gezin’
“Mijn ouders hebben meerdere kinderen, maar in de cultgroep waar ik bijhoorde, kwamen geen andere gezinsleden. Gezinnen laten vaak expres maar één kind naar de cult gaan. Dan lijkt het voor de buitenwereld een normaal gezin en mocht iemand toch gaan praten, dan ligt het aan het kind, niet aan de ouders. Kinderen die geboren worden in cultfamilies, worden ook getest. Hoe snel zijn ze te beïnvloeden, hoe hoog is hun pijngrens, hoe snel kunnen ze vluchten in hun geest?”
“Dit laatste heet dissociatie. Als jonge kinderen dingen meemaken die te overweldigend zijn en waartegen je ouders je niet beschermen of er zelfs de oorzaak van zijn, dan ‘vluchten’ kinderen in hun geest. Het is noodzakelijk om te overleven in een volstrekt onveilige, onbetrouwbare wereld. Er kunnen afgesplitste persoonlijkheden ontstaan die ‘delen’ of ‘alters’ worden genoemd. Deze delen kunnen een heel eigen leven leiden en emoties of herinneringen hebben, die andere delen niet hebben.”
“De cultleden creëren deze delen ook expres en geven ze taken mee: ‘Als ik je roep, dan kom je’, ‘Als ik een bepaalde melodie fluit, volg je me’. Ieder deel heeft een taak. Een deel dat een herinnering aan een bepaald trauma bewaart, weet niets van het gewone dagelijkse leven en omgekeerd. Mensen met deze Dissociatieve IdentiteitsStoornis (DIS) vertellen vaak zelf dat ze ‘tijd kwijt zijn’. Ze hebben voortdurend geheugenproblemen.”
Gestraft
“In de cult leer je heel erg om te presteren, om super je best te doen. Als je een fout maakt, word je gestraft, bijvoorbeeld gemarteld of verkracht. Ik leerde elk vrij moment, leerde zelfs woordenboeken uit mijn hoofd. Lager dan het cijfer acht mocht ik niet halen op school. Voor de buitenwereld leek ik een perfecte leerling. Ik presteerde goed, was stipt op tijd. Alleen sociaal-emotioneel ging het niet goed. Ik wist niet hoe ik contact moest maken met spelende kinderen op het schoolplein. Als ze met mij contact zochten, ging het prima. Ik had ook altijd wel vrienden, maar stond ook vaak voor me uit te staren op het schoolplein. Mijn hoofd zat zo vol, daar kon ik even loslaten. Dan was ik alleen bezig met het observeren van blaadjes of vogels, als een soort surreëel leven. Dat viel op, het stond in mijn rapport maar voor zover ik weet heeft niemand ooit aan de bel getrokken.”
“Omdat ik zolang als ik me kan herinneren werd misbruikt, dissocieerde ik en ik had uiteindelijk meer dan tweehonderd persoonsdelen. Een deel van mij wist bijvoorbeeld niets van het misbruik, een deel had zich maximaal aangepast aan de woede en andere sterke emoties van volwassenen, een ander deel was ‘afgericht’ als seksslavin in de kinderporno-industrie en een ander deel nam deel aan de ceremonies ter ere van satan.”
Kopje thee
“Toch waren er wel verschillende momenten dat ik zag dat er ook een ander leven was. Ik ging met een meisje van school mee naar huis, ik weet nog precies het adres. Haar moeder zat klaar met een kopje thee en een doos koekjes en zei: ‘Ga zitten, vertel eens over je dag’. Ik dacht: wat is dit? Thuis moest ik schoonmaken, boodschappen doen, altijd bezig zijn. Maar deze moeder ging zitten, had tijd en wilde echt luisteren. Ik wist echt niet wat ik moest zeggen. Het is me zo bijgebleven, het was een wereld die ik niet kende.”
“Intussen werd ik meegenomen naar schuren en landhuizen en door veel verschillende mannen en vrouwen verkracht. Ook werd ik gedwongen anderen pijn te doen. Vanaf mijn negende raakte ik zwanger en vanaf dat moment was ik een of twee keer per jaar zwanger. De kinderen werden vaak rond de vijf maanden zwangerschap ‘gehaald’ en in veel gevallen meteen gedood. Enkele kinderen groeiden op binnen de cult, bij een andere moeder. Ik droeg wijde kleding, zorgde dat ik afviel en deed er alles aan om het niet op te laten vallen, want dan volgde er straf.”
Aanraking
“Als kind ging ik naar een kerkkoor. De dirigente was altijd geïnteresseerd in mij en ze zei eens tegen mij: ‘Weet dat ik altijd voor je bid’. Toen een persoonsdeel van mij op mijn zeventiende tot geloof kwam, dacht ik aan haar woorden: iemand heeft bij God voor mij gepleit. Van de cult moest ik eens naar een kerk met de opdracht om de voorganger te vervloeken. Ik volgde de preek van de spreker helemaal niet, maar op een gegeven moment hoorde ik: ‘Als jij Jezus nog niet kent, en je wilt weten wie Hij is, kom dan naar voren.’
Alles vervaagde in die zaal, ik hoorde alleen maar die woorden en ik wist dat ik dit moest doen. Ik ben naar voren gegaan en schijn op de grond geknald te zijn, maar kan me daar niks van herinneren. De voorganger heeft niet eens voor me gebeden, maar ik kreeg een enorm sterke aanraking. Daar ontmoette ik Yeshua en het voelde alsof ik in een soort hemel was. Achteraf weet ik dat het de Heilige Geest was die ik ervoer. Op dat moment kon de wereld vergaan, maar het was gewoon goed. Die basis had ik nodig.”
Verward
“Ik verwachtte niks van Jezus, was nooit met Hem bezig geweest. Ik ging naar de kerk én de cult en ik vond de kerk heel hypocriet. Daar zongen ze zittend in de kerkbanken ‘Ik ben zo blij’ met een lang gezicht. Ik kon er niks mee maar was er wel door geboeid, ik denk door Gods trouw en macht. Trouw en macht kende ik ook vanuit de cult. De persoonsdelen die naar de cult gingen, waren overtuigd dat satan zo sterk en machtig was en dat hij het licht is. Je hebt demonen nodig om je kracht te geven en daar horen rituelen bij. Het verwarde mij. Pas jaren later leerde ik van God en door de mensen om me heen hoe het echt in elkaar zit.”
“Bij de cult hadden ze wel door dat ik tot geloof was gekomen, maar ze gedoogden het. Wel zorgden ze ervoor dat andere persoonsdelen niets meekregen van de dingen die ik met God deed, naar de kerk gaan, in een groepje bidden. Die delen werden juist bang gemaakt zodat ze ver van God zouden blijven. Dat is hoe je wordt getraind en geconditioneerd. Ik heb echt mijn geloof gepraktiseerd, maar het was maar vanuit één persoonsdeel. Op het moment dat ik dat deed, waren de andere delen heel ver weg.”
Getrouwd
“Als jongvolwassene trouwde ik met iemand buiten de cult, maar mijn leven binnen de cult was niet voorbij. Mijn partner wist wel van een misbruikverleden, maar niet de oorzaak ervan. Ik kreeg kinderen binnen én buiten de cult. Ik drogeerde mijn partner zodat ik ’s nachts weg kon. Omdat ik vanwege het misbruik niet zo’n goed seksueel leven had, werd mijn lijf niet vaak gezien. Ons huwelijk liep stuk.”
Uit Esthers herinneringen:
Hij pakte me, tilde me op en nam me mee naar een kamer ernaast. Hij zei de hele tijd helemaal niets en verkrachtte me alleen maar heel agressief. Hij liep weg, zijn broek vastmakend en ik wist dat ik mee moest lopen en dat deed ik. Toen we terugkwamen, stond iedereen op en liepen we naar buiten. Ze voerden een sessie uit. Het kampvuur ging aan en één van de meisjes werd geofferd. Er was veel geestelijke activiteit. Ze wisten exact wat ze deden en waren hier heel bedreven in. Esther was dertien jaar toen dit gebeurde.
“Na verloop van tijd kreeg ik een nieuwe partner die me ook echt veiligheid gaf, waardoor ik me minder aangepast ging gedragen en ik symptomen kreeg in het gewone leven van, onder meer PTSS. Ik kreeg nachtmerries die gewoon horror waren. Ik krijste, beleefde de bevallingen opnieuw. Ik ging naar een psycholoog die zei dat mijn partner tijdens die nachtmerries eens moest vragen wie er is. Mijn partner begon met persoonsdelen te praten die wisten wat ik had gedroomd. Zo ontdekten we langzaam dat ik meerdere persoonsdelen had. Ik wist al wel dat ik hele stukken tijd miste, maar dacht dat dat normaal was.”
Therapie
“Ik ben in het vermijdingsstandje gegaan, het heeft heel lang geduurd voordat ik als hoofdpersoon met een therapeut kon praten, want ik kon het niet aan. Dat alle puzzelstukjes van mijn leven zo in elkaar vielen en de bewijzen kwamen dat het echt waar was wat ik droomde, was zó intens. De blauwe plekken op mijn lijf wilde ik niet zien. De persoonsdelen mochten zelf praten met de therapeut, maar niet als heel persoon. Dat zorgde er ook voor dat ik heel lang niet uit de cult kon stappen. Ik had veel tijd nodig om te beseffen dat er nog steeds dingen gebeurden in de cult, want ik heb heel veel vermeden. Dat heeft er achteraf ook voor gezorgd dat het misbruik langer door kon gaan.”
“Er begon een proces in mijn binnenwereld en heel langzaam ging de balans de andere kant op. Ik begon te ontdekken dat mensen echt kunnen zijn, dat er mensen zijn die niet liegen en niet martelen en dat je niet gelijk bijna wordt vermoord als je een minuut te laat bent. Dat heeft echt jaren geduurd, die overtuiging zit in elke vezel van je lichaam. Als je niet naar de cult gaat, dan ben je een afvallige, het slechtste wat er kan zijn. Ook zijn er de loyaliteitsbanden die je hebt, mijn kinderen in de cult, waar ze me mee chanteerden. Familieleden die gestraft werden als ik niet kwam opdagen. Er was zo’n groepsdruk. Loslaten is het allergrootste proces, je hebt vaak veel meer vertrouwen in de cultleden die je als je familie ziet, dan in de wereld erbuiten. Als ik hen liet vallen, liet ik alles vallen. Buiten de cult had ik geen sociaal netwerk, dit moest vanaf de grond opgebouwd worden.”
Gas geven
“Mijn therapeut heeft een netwerk rond mij opgezet en zo begon ik te leren om, naast haar, ook anderen te vertrouwen. Dan moet je echt leren om je eigen logische denken te ontwikkelen, dat precies tegenovergesteld is aan het denken binnen de cult. Ik vergelijk het weleens met een stoplicht. In de ‘gewone’ wereld leert iedereen te stoppen voor rood, ik had geleerd om dan juist gas te geven. Ik ging steeds meer keuzes met God maken en persoonsdelen kwamen één voor één tot geloof en kozen voor God. Ik kreeg de diepe overtuiging dat ik moest kiezen om alleen maar te doen wat God wil dat ik doe. Zo leerde ik goede keuzes te maken, ook als ik bang was voor de gevolgen.”
“Ik heb nog drie levende kinderen in de cult. Van twee weet ik waar ze leven, maar ik kan niet bij hen komen. Ze weten ook niet dat ik hun moeder ben. De andere is vaak ingezet om mij terug te lokken naar de cult, daar heb ik geen contact meer mee. Dat is niet veilig. Het gebruiken van loyaliteitsbanden doet de cult vaak, het is hun tactiek.”
Loslaten
“Op een gegeven moment heb ik deze kinderen bewust los moeten laten. Het was heel lang hartverscheurend, maar God heeft me echt rust gegeven. Ik heb de kinderen wel gebaard, maar ben nooit een moeder voor hen geweest. Ze zijn door iemand anders grootgebracht. In de cult heeft elk kind wel een moederfiguur, want zo iemand is nodig voor kinderen om in leven te kunnen blijven.”
“Ik kies voor loslaten en laat mijn nieuwe vrijheid een voorbeeld zijn voor hen om ook uit te kunnen stappen. Dat geldt voor elk cultlid. Laat ze maar zien dat uitstappen kan. Ik hoop dat dat hoop geeft, meer kan ik niet doen.”
Wisselvallig
“Mijn kinderen die wel bij mij opgroeien, weten veel, ik heb steeds meer verteld. Toen mijn persoonsdelen integreerden, veranderde ik echt, zowel qua uiterlijk als persoonlijkheid. Ik heb uitgelegd hoe dat kon. Ze wisten allemaal dat ik wisselvallig kon zijn en dat ik dingen soms drie keer moest horen voordat ik wist wat ze verteld hadden. Een van mijn dochters zei: ‘Ik mis wel het jonge stukje in jou, je bent zo volwassen geworden. Ik mis het stukje mama dat als tiener met me kletst en speelt. Ik denk: Ja, daar heb je gelijk in. Ik kan niet meer bij dat persoonsdeel.”
“Ik kon vroeger ook alles tegelijk. Ik had een heel intensieve baan op een aardig niveau en ik was een duizendpoot. Ik kon tijdens mijn werk online een therapiesessie hebben, een telefoongesprek voeren met mijn partner én iets uitleggen aan mijn collega. Ik had me een productiviteit! Er was ook altijd een deel wakker, maar nu ben ik vaak moe en kan ik slapen. Dat is normaal, heb ik ontdekt.”
Zwaarder
“Of het nu jaren na uitstappen de cult, goed met me gaat? Ik vind het leven echt niet leuk, het is in emotioneel opzicht alleen maar zwaarder geworden. Dat komt natuurlijk door integratie van mijn persoonsdelen, ik heb geen DIS meer. Sommige delen droegen de ellende en sommige wisten nergens van. Nu de delen weer geïntegreerd zijn tot één persoon, voel ik alles zelf en dat is moeilijk. Daarnaast word ik elke dag door de cult achtervolgd, ik ben meerdere keren zelfs bijna vermoord.”
“Zal ik ooit herstellen? Dat bestaat uit verschillende aspecten. Kan ik mensen vertrouwen? Als kind heb ik niemand kunnen vertrouwen. Nu kan ik zeggen: ja, vertrouwen heb ik echt geleerd. Ik vertrouw bepaalde mensen en kan hen echt toelaten. Dat is een heel stuk vrijheid. Ook heb ik geleerd hoe ik moet leven. Omdat ik God volg, probeer ik te doen wat goed is. Denk ik dat de cult me ooit met rust laat? Als dat zo is, dan ben ik heel dankbaar, maar de hoop erop is weg. En wat is herstel? Ieder mens zit in een proces, er zijn veel battles om vrij te blijven van de duisternis, dat geldt voor elke christen. Ik heb geen simpel antwoord op die vraag.”
“De reden dat ik toch doorzette met uitstappen en probeerde te kiezen voor de weg van Yeshua, was omdat ik anderen wilde gaan helpen om vrij te komen. Ik kan nog iets doen in deze wereld. Tegelijkertijd met mijn herstel begonnen we met een grote groep toegewijde mensen met het helpen van andere overlevers. We helpen hen met een behandeling die heel intensief is, maar die op de persoonsdelen en het verwerken van trauma’s is gericht. Ook steunen we hen met een veilig netwerk dat om hen heenstaat, zodat ze iets makkelijker hun oude, onveilige netwerk durven los te laten. Dit zorgt er mede voor, dat ik elke dag weer opsta en met liefde anderen probeer te helpen. De strijd is niet alleen voor mezelf, maar ook voor vele anderen. Het lukt alleen door de kracht en met hulp van Yeshua.”
Meer lezen over satanisch ritueel misbruik?
Introductie – Licht op srm
Esthers eigen jeugdherinneringen (let op: schokkend, 18+)
Kunnen Esthers herinneringen verzonnen zijn?
Meer over Transgenerationeel Georganiseerd Geweld (waar srm onder valt)
Is satanisch ritueel misbruik te bewijzen?
Meer over Friends for Esthers
Gebedsoproep vanwege halloween