Arjen Niezen is voorlichter bij stichting Chris en Voorkom, freelance cartoonist/ tekenaar, schrijver van het boek ‘gedragen’ en ook spreker in jeugddiensten. Het thema waar hij in de diensten eigenlijk altijd over spreekt, is onze afhankelijkheid van Jezus. “Wat ik zelf heb ervaren, daarvan wil ik dat anderen het pakken.”
Als kind groeit Arjen op met het geloof. “We gingen wel eens naar diensten in de PKN. Mijn vader geloofde heel praktisch: Hij toonde zijn geloof in de omgang met anderen en het werk dat hij deed. Mijn moeder gaf meer het geloofsonderwijs.” Terugkijkend heeft Arjen daarin het besef gemist dat je het zelf niet kunt. “In heel de samenleving vind je de gedachtelijn waarbij je krijgt wat je verdient. Als kind al word je beloond als je je gedraagt.” Arjen denkt altijd prima bezig te zijn in het leven. “Maar ten diepste leidde ik twee verschillende levens.” Lachend vult hij aan: “Niet dat ik de grootste zondaar was hoor!”
Waar hij aan de ene kant net als ieder mens soms tegen Gods wil in lijkt te gaan, denkt Arjen door ‘goed’ te leven Gods liefde en genade te kunnen verdienen. “De farizeeër en leviet uit het verhaal van de barmhartige Samaritaan hebben best begrepen dat ze anderen lief moeten hebben en moeten helpen. Ze denken hun leven prima op orde te hebben en dat willen ze heel graag aan anderen laten zien.” Totdat het ze wat kost: ze lopen het risico dat ze hun werk niet kunnen doen omdat ze mogelijk een dode gaan aanraken, daarom lopen ze om de mishandelde man heen. Eigenlijk leiden ze twee verschillende levens: je kunt niet aan die hoge standaard voldoen van ‘altijd goed handelen’. “De man wordt niet gered door ‘goede mensen’ of ‘goede daden’. Echte hulp komt uit onverwachte hoek: de barmhartige Samaritaan, of in ons geval Jezus. Hij is het die redt.”
Precies dezelfde boodschap vindt Arjen in het Bijbelgedeelte dat volgt: Tegen Martha zegt Jezus: ‘Wat maak je je toch druk door Mij te willen dienen! Je hebt maar één ding nodig: geniet van Mijn aanwezigheid.’ “We kunnen onze vervulling niet vinden in ons werk, in hoe we met anderen omgaan of in andere dingen die we doen. We zijn afhankelijk van Jezus, we kunnen niets aan Hem toevoegen.”
“Ik barstte in huilen uit, omdat ik me schaamde voor mijn houding, en omdat ik wist dat mijn leven zou gaan veranderen.”
Gebroken trots
Die verandering van denken vindt voor Arjen plaats op het moment dat zijn termijn als jeugdouderling afloopt. “Samen met een vriend en mijn vrouw leidde ik de jeugdgroep. Op een avond vroeg die vriend, Ennio, uit het niets of ik me niet als volwassene moest laten dopen.” Arjen heeft niets met die gedachte en reageert dat Ennio daar wel voor mag bidden.
“Ik liep in de doe-het-zelf-afdeling van de Karwei, toen Ennio belde: ‘Heb je al wat van God gehoord over de doop?’” Arjen gelooft dat hij het niet nodig heeft. “Ennio confronteerde me toen zo, dat ik me begon af te vragen wie ik wel niet dacht dat ik was: ‘Voor Jezus was de doop écht niet nodig …’” Arjen wist dat zijn trots hem had tegengehouden om de keuze te maken. Nu dat niet langer het geval was, moest het gaan gebeuren. “Ik barstte in huilen uit, omdat ik me schaamde voor mijn houding, en omdat ik wist dat mijn leven zou gaan veranderen.”
Hypocriet
“Omdat de volwassendoop binnen de PKN veel opschudding geeft, wilde ik wachten tot mijn ambtsperiode voorbij was.” Dezelfde dag waarop Arjen zijn ambt zou overdragen, werd een meisje uit zijn jeugdgroep in een andere gemeente gedoopt. “Ze had altijd gewaardeerd hoe ze bij ons had gehoord over Jezus en vroeg of ik wat over haar en haar geloof wilde delen.” Terwijl Arjen voor de groep mensen en de jonge vrouw aan het vertellen is hoe mooi hij het vindt dat ze zich laat dopen, voelt hij zich hypocriet: “Ik wist al lang dat ik dat ook moest doen, maar had het niet gedaan omdat ik tot vandaag wilde wachten.” Na de oproep van de voorganger of er nog mensen zijn die zich ook willen laten dopen, laat Arjen zich onderdompelen. “Als teken dat ik het niet meer zelf wil doen en wil rusten in Hem.”
Van binnenuit
“In de kerk leerde ik altijd dat de Heilige Geest ons overtuigt van zonde.” Maar als Arjen de Bijbel leest, leert hij dat Jezus heel iets anders over de Heilige Geest zegt (Joh. 16:8-11): “Hij getuigt de niet-gelovigen van zonde, de discipelen van rechtvaardigheid en oordeel over de overste van de wereld.” Soms corrigeert de Heilige Geest ons in ons gedrag, zodat we meer gaan lijken op Jezus. “Maar de Heilige Geest overtuigt ons vooral dat we gerechtvaardigd zijn door Jezus en aangenomen als kind van de Vader.” God houdt van ons en wil gewoon bij ons zijn. “Als mensen dat beseffen, zullen ze niet alleen van de buitenkant – in gedrag – veranderen omdat ze dat willen; door de liefde van God zullen ze van binnenuit veranderen!”