Een agressieve beweging van ‘nieuwe atheïsten’, aangevoerd door Christopher Hitchens en Richard Dawkins, was het afgelopen decennium flink in opmars. Maar bekende gezichten van deze groep matigen nu hun toon. De beroemde atheïst Richard Dawkins maakt zich zelfs zorgen over de afname van het christendom in het westen. “Mensen voelen zich misschien vrij om slechte dingen te doen omdat ze het gevoel hebben dat God niet langer naar hen kijkt”, zegt hij in een interview met The Times.
Retorische zwaargewichten als Christopher Hitchens en de bekende bioloog Richard Dawkins, trokken jarenlang fel van leer tegen het christendom. Ze zeiden dat godsdienst ‘alles vergiftigt’ en slechts een excuus is om existentiële vragen op te lossen.
Maar nu het christendom verder verdwijnt in de achteruitkijkspiegel van onze westerse beschaving, beginnen veel intelligente atheïsten te beseffen dat de verlichting mogelijk alleen succes heeft behaald omdat het invloed uitoefende op een christelijke cultuur, zegt journalist Jonathan van Maron.
“Sommige vooraanstaande atheïsten geven nu zelfs met tegenzin toe dat het christendom misschien wel noodzakelijker was dan ze dachten.”
Deze ommekeer is ook te zien in de populariteit van psycholoog en schrijver Jordan Peterson, die met zijn erkenning van veel Bijbelse waarheden – bijvoorbeeld dat de mens van nature slecht is en zonder God niet tot alles in staat is -, enorm veel mensen achter zich aan krijgt.
Met tegenzin toegeven
Sommige vooraanstaande atheïsten geven nu zelfs met tegenzin toe dat het christendom misschien wel noodzakelijker was dan ze dachten. In 2015 argumenteerde Richard Dawkins (auteur van The God Delusion) dat kinderen beschermd moesten worden tegen de religieuze opvattingen van hun ouders.
In 2018 trok Dawkins al wat bij, toen hij zei dat ‘goedaardige christelijke religie’ de meer kwaadaardige Bijbel zou kunnen vervangen. Andere atheïsten en agnostici, van Bill Maher tot Ayaan Hirsi Ali, hebben de gevoelens van Dawkins herhaald. Dit is een radicale verschuiving in slechts een handvol jaren – en het feit dat atheïsten alarm slaan.
Dawkins heeft oktober 2019 nog een nieuwe stap gezet. Hij heeft zijn eerdere overtuiging verworpen dat het christendom uit de samenleving moet worden verbannen. Hij vertelde The Times zelfs dat het beëindigen van religie – ooit zijn vurige doel – een vreselijk idee zou zijn, omdat het ‘mensen een licentie zou geven om echt slechte dingen te doen’.
Afschrikmiddel
“Mensen voelen zich misschien vrij om slechte dingen te doen omdat ze het gevoel hebben dat God niet langer naar hen kijkt”, zei hij, en hij noemde het voorbeeld van beveiligingscamera’s als afschrikmiddel voor winkeldiefstal.
“Of het nu irrationeel is of niet, het lijkt helaas aannemelijk dat, als iemand oprecht gelooft dat God al zijn bewegingen in de gaten houdt, het waarschijnlijker is dat hij zich goed gedraagt”
Dawkins bespreekt deze ideeën verder in zijn nieuwste boek Outgrowing God. “Of het nu irrationeel is of niet, het lijkt helaas aannemelijk dat, als iemand oprecht gelooft dat God al zijn bewegingen in de gaten houdt, het waarschijnlijker is dat hij zich goed gedraagt”, bekende hij met tegenzin.
“Ik moet zeggen dat ik dat idee haat. Ik wil geloven dat mensen beter zijn dan dat. Ik zou graag willen geloven dat ik eerlijk ben, of iemand nu kijkt of niet.” Hoewel dit besef voor hem niet voldoende reden is om in God te geloven, zegt Dawkins, beseft hij nu dat de bevestiging van Gods bestaan de samenleving ten goede komt. Dawkins gaf bijvoorbeeld toe: ‘Het kan de misdaad naar beneden halen.'”