Evangelist Maarten de Vries legt in de onderstaande video uit hoe hij vroeger zijn gebed afsloot met ‘om Jezus’ wil’ en hoe dat veranderde naar ‘in Jezus’ naam.’ Hij vertelt het aan de hand van Johannes 16 vers 23 en 24.
23En te dien dage zult gij Mij niets vragen. Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, als gij de Vader om iets bidt, zal Hij het u geven in mijn naam. 24Tot nog toe hebt gij niet om iets gebeden in mijn naam; bidt en gij zult ontvangen, opdat uw blijdschap vervuld zij.
Afsluiting gebed
Maarten: “Een van de dingen die mij opviel bij de overstap van de reformatorische kerk naar de pinksterbeweging, is de manier waarop ze hun gebed afsluiten.”
De eerstgenoemde groep sloot steevast af met het welbekende ‘om Jezus’ wil’, waar de tweede groep dit deed met ‘in Jezus’ naam’.”
Namens Hem
Volgens Maarten is het bidden ‘in Jezus’ naam’ terug te voeren op Johannes 16, waarin de Heer Jezus ons uitdaagt om in Zijn naam te bidden. “‘Jullie hebben dit tot nu toe nooit gedaan’, zei Jezus. De club christenen waarmee ik na mijn overstap ontmoette, waren van mening niet meer te hoeven vragen naar zijn wil, maar simpelweg dingen uit te mogen bidden namens Hem.”
“Ik begon me erin te verdiepen. Ik ontdekte dat de reden dat we in Jezus’ naam kunnen bidden, is omdat God de Vader altijd zal doen wat je in de naam van Jezus vraagt.”
Zelfverzekerd
“Je zou het kunnen vergelijken met het volgende. Stel, je werkt ergens en hebt een nieuwe laptop nodig. Je gaat eerst naar je leidinggevende en legt de situatie uit. Deze willigt jouw verzoek in, en schrijft een briefje en ondertekent deze met zijn handtekening.”
“Gewapend met dit briefje loop je triomfantelijk naar de IT-afdeling en je stelt je vraag. Wanneer de IT-medeweker vraagt namens wie je dit vraagt, toon je zelfverzekerd het briefje. Je krijgt je laptop. In die gemoedstoestand kan je bidden in Jezus’ naam.”