Dorien en Peter Keurentjes runnen een gezinshuis onder de naam Weesthuis.com in Ede. De naam draagt de proclamatie en ook een liefdevol bevel dat jongeren niet alleen in een veilig huis kunnen wonen maar ook een thuis gevoel mogen. Allemaal komen ze uit onveilige familiesituaties. In samenwerking met Credohuis willen wij het verschil maken in het uitdragen van Gods Vaderhart op dagelijkse basis. In dit artikel vertelt ze over haar hart achter dit bijzondere initiatief.
GOUDKLOMPJES
Dit zegt Hij die hoog is en verheven,
die troont in eeuwigheid – heilig is zijn naam:
in hoogheid en heiligheid zal ik tronen
met hen die verslagen en onaanzienlijk zijn,
opdat de onaanzienlijke geest herleeft,
opdat het verslagen hart tot leven komt.
Jesaja 57: 15
“Als klein meisje keek ik al huilend naar televisiebeelden van weeskinderen in Afrika. De wens om moeder te zijn van kinderen zonder moeder welde op in mijn hart. Een diep moment dat ik aan niemand vertelde. Na de middelbare school wist ik het helemaal, ik schreef me in bij een sociale studie om met kinderen te gaan werken. Er waren te veel aanmeldingen bij de nieuw gestarte sociale opleiding. Ik moest een tweede keus maken. Zo kwam ik als juf in het onderwijs terecht. Dit jasje paste erg goed. Ik bleek een natuurtalent.
Altijd werd mijn aandacht het meest getrokken naar de kinderen die opvallend gedrag hadden. Ik genoot ervan om gedrag te oberveren en te analyseren.
Mijn onderwijstalent ging na mijn bekering echt vrucht dragen. Ik koesterde een ontembaar verlangen om de nieuwe generatie in Gods heerlijkheid op te zien groeien. Ik genoot enorm van het bestuderen van de bijbel. Zo vaak voelde het alsof de preek voor mezelf was. De overtuiging dat dit alles ook aan kinderen onderwezen moest worden zorgde voor het besluit om te stoppen als juf in het reguliere basisonderwijs.
“Mijn passie voor kinderen met een gebroken start bleef in mijn hart borrelen. Deze groep kinderen wilde ik hersteld zien worden.”
Mijn passie voor kinderen met een gebroken start bleef in mijn hart borrelen. Deze groep kinderen wilde ik hersteld zien worden. Ik wilde gaan zien dat onzekere, angstig kinderen zich geliefd zouden voelen. Onzichtbare kinderen tevoorschijn zien komen was mijn visie. En voor de onaanzienlijke, de weg naar Gods heiligdom wijzen. Ik was bereid om kinderen in huis op te nemen, en stond open voor adoptie. Ik wilde ook nog steeds wel naar Afrika. Ik was in grote verwachting van Gods startschot om te gaan.
Toerustingsdagen
Ondertussen bleef ik onderwijs geven aan kindergroepen in kerken, aan teams en op landelijke toerustingsdagen. Met het doel om leiders voor kinderen toe te rusten met Gods woord. Een gouden kans om mijn eigen transformatie door te geven zodat in alle eenvoud de diepte van een boven natuurlijk leven met God beschikbaar werd voor kinderen. Opnieuw werd mijn aandacht getrokken naar kinderen die buiten de gewone kerkgroep vielen.
Ik wist niet hoe ik dit vorm moest geven. Ik begon God te bidden om mensen, om voorbeelden die vast en zeker mijn passie begrepen en al idee hadden om het handen en voeten te geven. God voorzag in de juiste mensen.
Zo ging ik met hen op zendingsreis. Een organisatie met een prachtige naam: ‘Zendelingen met kleine voeten.’ Deze reis ging naar Roemenië. We gingen een kamp organiseren voor zigeunerkinderen. Kinderen van de vuilnisbelt. Tijdens deze eerste reis ontmoette ik een echtpaar dat op een bijzondere manier bewogen was op drie gebieden.
Ze waren kindervoorgangers van een lokale kerk, ze gingen erop uit om een kerk te stichten voor zigeuners op de vuilnisbelt en de reden voor deze huisvesting was de overheid die deze verstoten bevolkingsgroep slechts een stinkplaats buiten de stad gunde. We liepen op de vuilnisbelt rond en gingen richting hun kerkgebouw terwijl de ratten voor je uit vlogen tot aan de bank waar je op ging zitten. Al snel liepen de gezinnen naar binnen, kinderen met zulke vieze huidjes alsof het hun shirt was. Maar ik zag goud als ik in de ogen van deze kinderen keek. We werden ook uitgenodigd voor een kijkje bij dit echtpaar in huis. Ditzelfde echtpaar zorgde voor vondelingen in de warmte van hun gezin.
Mijn hart kolkte door mijn lijf, ik was (goed) jaloers, en vastberaden mijn kolkende hart voor deze drie gebieden te volgen.
“Ik groeide naar vrijheid en waardering als het kind een machtspel inzette van manipulatie en rebellie.”
Naast het leiden van een team binnen de lokale kerk, bad ik nadat ik terug was in Nederland vurig tot God voor een team om de stad in te gaan. Heel bijzonder was het dat God in mijn gebedstijd een gymzaal heeft laten zien. Een zaal in een wijk te midden van zeker tien verschillende nationaliteiten. We vormden een team en we huurden de zaal. Vanaf dag één ontvingen we kinderen die veelal zich op straat moesten vermaken. We maakten ze zichtbaar door met ze te spelen, veel persoonlijke aandacht te geven, we baden voor ze, we zongen en dansten met ze. Jezus was zó aanwezig. We merkten zó de Heilige Geest. Wat een bijzondere atmosfeer, die alleen God kan geven. De ouders kwamen vertellen dat de kinderen vóór onze komst naar de wijk de dagen aftelden. Kinderen namen kinderen mee. Het groeide uit tot een bediening: STAP-IN-KIDS! We genoten van elk ruw goudklompje.
Ondertussen werd ik uitgenodigd voor zendingsreizen naar Afrika. Een droom werd werkelijkheid.
In diezelfde periode had ik een droom waarin God een heel ruw goudklompje aanreikte.
Ik wist met alle zekerheid dat God mijn derde passie ging waarmaken. Een kindje opnemen in de intimiteit van ons gezinsleven. Niet wetende dat wij met een drugsverslaafde baby onder hoge druk en in vurige omstandigheden terecht zouden komen. We hadden één ding voor ogen, dit ruwe goudklompje hebben wij onvoorwaardelijk lief. Passie voor ruwe goudklompjes is een proces die niet altijd blinkt als goud. Er kwamen nog meer goudklompjes bij. Ik raakte leeg. Ik had niet genoeg voorraad om onvoorwaardelijke liefde terug te geven op dagelijkse basis voor b.v. een schreeuwend en tierend kind die vijf huisblokken verderop te horen was. Het was te vaak en te veel. Hopeloos ging ik mijn hart uitstorten bij God. En erkennen dat ik ook zelf ruw goud was.
Genezing
Elk dieptepunt met een kind, was mijn pijnpunt. God toestaan in mijn eigen pijnpunten, zorgde voor genezing van pijn die ikzelf droeg. God kwam in mij met Zijn goud, zodat mijn diepe pijnpunten tot een hoogtepunt van verbinding werden. Ik groeide in hoop en liefde als het kind in zijn hopeloze pijn van afwijzing mij afwees, als het kind mij vernederde vanuit diepe onzekerheid en minderwaardigheid. Ik groeide naar vrijheid en waardering als het kind een machtsspel inzette van manipulatie en rebellie.
Op dit moment runnen wij een gezinshuis. We wonen met zeven ruwe mooie goudklompjes.
“Een louteringsproces dat Gods heerlijkheid dichtbij heeft gebracht.”
Een huis met een proces onder soms hoge druk en in vurige confrontaties waarin gebrokenheid een gelegenheid is geworden voor Gods Glorie. Een thuis voor kinderen die om allerlei redenen niet bij hun ouders kunnen wonen.
Een louteringsproces dat Gods heerlijkheid dichtbij heeft gebracht. Gods Glorie heeft het diepe verlangen los gemaakt om vrouwen als dragers en als gevers van de nieuwe generatie te positioneren in Glorie ontmoetingen. Een plek waar vrouwen zelf Gods stem luisteren. Een plaats van bekrachtiging om verschil te maken vanuit Gods spreken.
Een plaats waar gebrokenheid heel wordt. Dit begint in ons eigen hart. Elk hart heeft goud. Goud om te bewegen in bewogenheid voor Gods bestemming. We kunnen niet zonder de liefdeskus van God die Vader is.”