Een groep vrouwelijke religiewetenschappers en theologen vindt dat God in de nieuwe Nederlandse NVB-vertaling niet als ‘Hij’ maar als ‘hij’, met een kleine letter, zou moeten worden aangesproken. Ze vinden de hoofdletter een teken van een ‘patriarchaal Godsbeeld’ meldt Trouw. Daar is overigens niet iedereen het mee eens. Telegraaf-columnist Marcel Peereboom Voller ziet dit als onderdeel van de compleet doorgeslagen hang naar inclusiviteit.
De Nieuwe Bijbelvertaling kwam in 2004 uit, waar verwijzingen naar God, zoals Hij, niet meer met een hoofdletter geschreven werden. Echter komt er nu een nieuwe versie, de NBV21. Daar worden woorden verder gemoderniseerd. ‘Aalmoes’ wordt bijvoorbeeld veranderd in ‘een gift uit barmhartigheid.’ Verder krijgt ‘Hij’ ditmaal weer een hoofdletter.
De Oecumenische Vrouwensynode en de Nederlandse afdeling van een Europees netwerk vrouwelijke religieonderzoekers stuurden over de ‘hoofdletterkwestie’ een brief naar het Nederlands Bijbelgenootschap, dat de Bijbelvertaling uitgeeft. Volgens de ondertekenaars is het gebruik van een zogeheten eerbiedskapitaal voor vrouwen een “klap in het gezicht”.
Het opnieuw invoeren van Hij versterkt een “patriarchaal Godsbeeld”, vinden zij. En dat is niet zonder gevolgen: “Er zijn talloze studies verschenen die de trieste en schadelijke gevolgen van een patriarchaal Godsbeeld en het doorgeven daarvan voor voornamelijk vrouwen in kerk en samenleving hebben aangetoond.”
Verontwaardiging
Uiteraard stuiten deze merkwaardige feministische beschuldigingen ook op veel weerstand. Telegraaf-columnist Marcel Peereboom Voller, vindt het nogal overdreven.
Hij ziet het als onderdeel van de doorgeslagen hang naar inclusiviteit in de westerse samenleving, die hij nogal vindt doorslaan. “Alles went. Zelfs een pandemie. Heikele onderwerpen die het nieuws beheersten voordat het virus toesloeg, steken langzaam maar zeker weer de kop op. Bijvoorbeeld de diversiteit en inclusiviteit op de werkvloer.”
“Op de geboorteafdeling van een Brits ziekenhuis gaat men over tot het bezigen van genderinclusieve taal. Laten we hopen dat de Brexit voorkomt dat dit overwaait naar ons land. Dat er niet meer wordt gesproken van moedermelk, maar van mensenmelk. Kraamvrouwen worden ’mensen die zijn bevallen’. Patiënten die geen moeder willen worden genoemd, worden aangesproken met ’bevallende ouder’ of met het volledig genderneutrale ’hen’.”
“Eenzelfde taalkundige ophef is er over de nieuwe Bijbelvertaling, waarin God weer eerbiedig als Hij wordt aangeduid, in plaats van hij met een kleine letter. „Een klap in het gezicht”, noemen feministische theologen het, omdat de mannelijkheid van het opperwezen hiermee wordt benadrukt. Misschien even aan God zelf vragen hoe Hij, Zij – of misschien genderneutraal ’Hen’ – wil worden aangesproken?”
Want dat is de ergste bijwerking van al die diversiteit en inclusiviteit: het levert foeilelijke taal op.”