We leven in een uitdagende tijd waarin het verleidelijk kan zijn om fatalistisch te worden. Alles op z’n beloop laten en leven vanuit een houding dat we als christenen geen hoopvolle tijden meer hoeven te verwachten, zegt profeet Klaas van Denderen. Hij geeft aan dat dat geen juiste houding is. “Als je leeft in het ‘droge’ dal van Bacca, moet je je focus houden op Sion. De beste tijd van de kerk ligt nog voor ons”, vertelt Van Denderen. Hij legt in dit interview uit hoe je hoopvol kunt blijven en een leven kunt leiden dat vrucht draagt.
“Soms bespeur ik onder christenen weleens een beeld dat God klaar zou zijn met de kerk en dat Hij snel terug wil komen om maar af te rekenen met dit zootje ongeregeld! Dat beeld herken ik niet. Ik geloof dat Hij nog steeds erg blij is jou en mij, met Zijn gemeente. Sterker nog, voor Gods kinderen moet de beste tijd nog komen.”
Ook juist in de huidige tijd is het niet Gods bedoeling dat we neerslachtig worden, benadrukt Klaas. “En hoe je er nu ook tegenaan kijkt, dat maakt even niet uit. Ik heb vrienden die geloven dat Jezus elk moment kan terugkomen, maar ik heb ook vrienden die heel anders denken. Met beide kan ik door een deur en ik begrijp ze allebei. Ook ben ik in staat om meer dan onze verschillen, onze overeenkomsten te benadrukken en daar een boom over op te zetten.”
“Ik spreek tegen mijn dochters uit wat voor een geweldige toekomst hen te wachten staat.”
Maar ik geloof een ding: stop nooit met dromen, welke theologische kijk je ook hebt op de toekomst. Blijf dromen over de geweldige toekomst die God heeft voor je kinderen en kleinkinderen. Sta op de beloften die God daarover geeft in Zijn woord. Als je daarmee stopt, kun je al snel fatalistisch worden.”
“Ik ben een dromer en ik blijf een dromer. Ik spreek tegen mijn dochters uit wat voor een geweldige toekomst hen te wachten staat. Onder welke omstandigheden dat ook moge zijn.”
Gods beloften
Van Denderen vertelt hoe hij leerde om op Gods beloften te staan, toen alle omstandigheden tegenzaten. “Het was vijftien jaar terug, de meest moeilijke tijd die we vanaf dat moment hadden beleefd. Ik was heel verdrietig, wilde het liefst opgeven en ging naar mijn zolderkamer. Ik zei: ‘Heer, ik heb een woord van U nodig. Want ik zie geen enkele hoop meer.’
Toen gaf God Psalm 84, waar staat ‘welzalig de mens in wiens harten de gebaande wegen van Sion zijn.’ In Sion stond de Ark van het verbond. Daar was God. De Heer liet me zien dat ik door het dal van balsemstruiken heen moest voordat ik bij God in Sion uit zou komen. Een dal van wenen, een droge plaats. Maar mijn oog moest gericht zijn op Sion, daar waar de doorbraak zou zijn en alles vervuld zou worden waar ik al jarenlang een prijs voor aan het betalen was.”
“Ik geloof dat we ons als gemeente nu bevinden in het dal van ‘Bacca’. Een plaats waar velen een terugtrekkende beweging maken in plaats van er dwars doorheen te gaan en het te maken tot een woord van bronnen. Wat een ‘oppertunities’ voor de gemeente. Het is niet zo’n leuke tijd. Helaas kom ik teveel mensen tegen die nu depressief zijn en geen perspectief meer zien. Deze mensen missen het zicht op Sion. Als je die weer ziet, dan krijg je een hele andere houding en draai je dat wat eerst negatief was om tot iets dat voor je gaat werken.”
Van kracht tot kracht
Tijdens zijn crisis van vijftien jaar geleden, ging Klaas zich richten op wat hij uit het seizoen kon leren, zodat hij sterker werd en weer ‘van kracht tot kracht’, zoals psalm 84 erover spreekt, kon leven. Hij ziet dat de kerk deze lessen ook mag leren in de huidige tijd.
“Laten we eerlijk zijn, de kerk van Jezus Christus is tot nu toe niet die groep geweest die van kracht naar kracht is gegaan. Het is niet de kerk zoals Jezus die beloofde te bouwen, die glorieuze bruid. Dat moet nog komen. Ik geloof dat het huidige dal er is om de kerk te louteren. Zodat de beloften van God gemanifesteerd kunnen worden en we de doorbraken zullen meemaken waarop we al zo lang wachten.”
Juiste perspectief
Maar dan moet je wel het juiste perspectief hebben, zegt Van Denderen. “Mensen moeten wel beseffen dat ‘bakka’ niet bedoeld is om in te blijven. Dat profetische zicht houdt mij altijd op de been. Het is nog niet over.
Ik denk dat er ontzettend veel vlees is in de kerk. Jezus vroeg: ‘Wie denken jullie dat Ik ben?’ De één dacht dat hij Elia was, de ander dacht Johannes de Doper. Iemand anders dacht Jeremia. Totdat Petrus het antwoord van God geopenbaard kreeg: ‘De Christus, de Zoon van de levende God.’ Jezus zei: ‘Vlees en bloed hebben je dit niet geopenbaard.’
“Als deze crisis daartoe leidt, dan kan ik alleen maar verheugen in wat het de kerk gaat brengen.”
Veel mensen weten het niet meer in deze tijd, ze komen er niet meer uit. Er zijn vele visies en meningen. Maar deze tijd is er een bij uitstek om niet met je ratio of redenering te benaderen, maar juist door openbaring. ‘Wie zegt gij dat Ik ben?’
Dan komt de belofte van Jezus: ‘Op deze petra ga Ik Mijn gemeente bouwen en de poorten van de hel zullen haar niet overweldigen.’ Als deze crisis daartoe leidt, dan kan ik alleen maar verheugen in wat het de kerk gaat brengen.”
Profetische zalving
Juist de profetische zalving is in deze tijd onmisbaar voor een helder perspectief, benadrukt Klaas. Hij vertelt. “We bedienden laatst in een kerk waar we een echtpaar ontmoetten, waarvan de dochter van eenentwintig twee jaar geleden is verkracht en vermoord door een verwarde vriend. Die mensen wilden niet meer leven en hadden euthanasie aangevraagd om zsm hun dochter te worden verenigt.
Op zulke zwarte momenten kan ik niet aankomen met goedkope antwoorden. Maar de profetische zalving daarentegen geeft des te meer antwoord. Niet zozeer als in inhoud, maar door de manifestatie van Jezus die het antwoord is als in Persoon. God sprak door ons heen: ‘Geef je boosheid maar aan mij en sta me toe om er iets van te maken dat velen tot zegen zal zijn.’ Als ik dat zelf had gezegd, was het verkeerd gevallen. Maar als God het zegt, dan vatten mensen in zelfs inktzwarte situaties weer moed!”
“De kerk van Jezus moet zich niet blindstaren op de ‘huidige realiteit’, maar het perspectief hebben op waar Jezus die had, namelijk dat de velden wit zijn om te oogsten. (Johannes 4:35) Die realiteit zie je enkel wanneer je zoals Jezus hen dat opdroeg, je ogen opheft.
Veel mensen denken dat er geen eer meer te behalen is aan de kerk. Ze vragen zich met Ezechiël 37 af, kijkend naar de kerk: ‘Kunnen deze dorre beenderen nog leven?’ Het lijkt misschien niet zoveel meer. Maar wat zegt God? ‘Profeteer leven!’ Dat moeten we ook met de kerk van God doen. Want het woord van leven zal de kerk weer oprichten. Gods plannen voor Zijn kinderen zijn hoopvol!”