Kortgeleden ontving ik een persoonlijke profetie over “… de overoude puinhopen herbouwen, het verwoeste uit vroeger tijden doen herrijzen…” (Jes. 63:4). Ik heb ook andere mensen soortgelijke profetieën horen ontvangen en daarom weet ik dat het hier gaat om een beweging, van Gods geest.
Tekst: Jan-Willem Meijer
Vorige week ontmoette ik iemand uit mijn stad die fulltime bezig is met Gods koninkrijk: mensen in nood helpen, evangeliseren, etc. Ik realiseerde me dat ik meerdere van dit soort mensen ken, en kennelijk zijn er in mijn eigen stad ook nog die ik nog niet ken. Ik weet dat dit in andere steden in Nederland ook zo is. Voor mij nog een teken dat God ergens mee bezig is. Het herinnert me aan de profetische woorden in psalm 102: 14 en 15:
“Gij zult opstaan, U over Sion erbarmen, want het is tijd haar genadig te zijn, want de bepaalde tijd is gekomen; want uw knechten hebben behagen in haar stenen, zij hebben deernis met haar puin.”
Harten aanraken
Wanneer er een beweging van opwekking komt, begint dit altijd bij God. Een teken ervan is dat God de harten van zijn dienstknechten aanraakt. Ze krijgen deernis, bewogenheid, compassie voor hoe alles in puin is gevallen. Het houdt ook een belofte in: God zal opstaan! Hij zal zich erbarmen – want de bepaalde tijd is gekomen. Waarom is de bepaalde tijd gekomen? Dat staat in vers 13: “Maar Gij, o Here, troont voor eeuwig, uw naam blijft van geslacht tot geslacht.” God heeft zich eraan verbonden dat Zijn naam blijft van generatie tot generatie, iedere generatie opnieuw zal de mogelijkheid krijgen om kennis met Hem te maken, met hoe Hij echt is.
Deze woorden zijn in eerste instantie van toepassing op Sion – Jeruzalem. De profeet Daniel werd eraan herinnerd dat God door de profeet Jeremia had voorzegt dat Jeruzalem zeventig jaar in puin zou liggen en daarna herbouwd zou worden (Dan. 9:2, Jer. 25:11-12). Daniel begon de zonden van zijn volk te belijden en de beloften van God te proclameren. Bij Nehemia lezen we hoe God hem opwekt om naar Jeruzalem terug te keren en de muren te herbouwen. Zelfs levert de koning van Babel (de wereld) hem alle middelen die hiervoor nodig zijn.
Eeuwig verbond
God heeft een eeuwig verbond met de stad Sion, Zijn heilige berg. Onze voorvaderen hebben ook een verbond met God gesloten. In onze onafhankelijkheidsverklaring, het Plakkaat van Verlatinghe (1581), hebben zij uiteengezet hoe zij God meer moesten dienen dan de koning van Spanje die toen heerste over Nederland. De nieuwe regering (Staten-Generaal) gaf later opdracht voor de eerste Nederlandse bijbelvertaling, de Statenvertaling. We kregen een eerste bestuurder (stadhouder), prins Willem van Oranje, onze vader des vaderlands. Over hem zingt ons volkslied (Wilhelmus, ca. 1570) dat hij “zijn schild en betrouwen” stelt in “God mijn Heer” en hij bidt of hij “vroom mag blijven, uw dienaar t’aller stond (altijd).”
“Onze afhankelijkheidsoorlog duurde tachtig jaar en duizenden mensen hebben hun leven ervoor gegeven.”
Sindsdien is Nederland altijd een christelijk land geweest met vrijheden die zwaar bevochten zijn. Onze afhankelijkheidsoorlog duurde tachtig jaar en duizenden mensen hebben hun leven ervoor gegeven. Ook daarna is jaren gestreden en gebeden, bijvoorbeeld voor het recht op christelijk onderwijs met overheidsfinanciering. Dit speelde begin 20e eeuw. Met deze strijd vers in de gedachten werd in de Tweede Wereldoorlog gestreden met de bezetter die de scholen wilde omvormen naar nationaalsocialistisch gedachtegoed. Bijvoorbeeld dominee Jacobus (Koos) Overduin belande hiervoor in concentratiekampen (en schreef er een diep roerend boek over).
Herbouwen
Waarom wilde Daniel dat zijn volk terug kon keren naar Israël en Jeruzalem – je kunt God toch overal dienen, dat deed hij zelf ook? Waarom wilde Nehemia de muren van Jeruzalem herbouwen – er was al een tempel, het gaat toch om het geestelijke? Waarom wilden onze voorouders hun leven geven voor geloofsvrijheid – als je in God gelooft ga je toch naar de hemel als je sterft? Waarom vechten voor christelijk onderwijs – de geloofsopvoeding thuis is toch het belangrijkst?
“Bij evangeliseren op straat valt mij op dat jongere mensen niets van het christelijk geloof weten – maar wel voor open staan!”
Deze mensen hadden visie. Ze geloofden niet alleen voor zichzelf maar ook voor hun kinderen en kleinkinderen. Ze geloofden voor hun hele volk en voor de generaties na hen. Ze verlangden dat er optimale omstandigheden zouden zijn waarin mensen God kunnen leren kennen en bij Hem blijven.
Kan Nederland nog een christelijk land genoemd worden? Bij evangeliseren op straat valt mij op dat jongere mensen niets van het christelijk geloof weten – maar wel voor open staan! Ik geloof dat de velden rijp zijn om te oogsten. God wil zich in deze generatie opnieuw laten kennen. Laten we de straten opgaan of welke deuren er ook maar voor je openstaan om het evangelie te delen. Maar laten we ook visie ontwikkelen hoe we ons land weer kunnen opbouwen. In politiek, media, onderwijs, cultuur, bedrijfsleven – Jezus roept ons om Zijn licht te laten schijnen. Waar kun jij iets bouwen waar volgende generaties ook nog iets aan hebben?
Misschien komt Jezus snel terug – we weten niet of het over vijf of honderd jaar is. Reken maar dat onze voorvaders ook een eindtijdverwachting hadden. De kanttekeningen in de eerste Statenbijbel bij het bijbelboek Openbaring zijn overduidelijk: men dacht dat de kerk van Rome de antichrist was, die in hun tijd ten volle geopenbaard werd. En toch weerhield dit hun er niet van om te bouwen, en daarvan plukken wij de vruchten tot op de dag van vandaag. Laten we bouwen!