Onze oudste zoon Josh en ik lijken op elkaar. Vrienden wijzen ons er regelmatig op: ‘Josh praat net als z’n vader.’ Josh zijn stem lijkt op die van mij. Ook in onze woordkeuze lijken we op elkaar, dat valt anderen maar ook onszelf op. Zo gebruiken we allebei stopwoorden. Ik vind het eigenlijk geen stopwoorden; het zijn meer woorden die we regelmatig gebruiken, als we praten.
Een stopwoord is een woord of een aantal woorden, die gebruikt zonder dat deze veel betekenis hebben. Het is een gewoonte. Het is iets wat je achteloos zegt. Misschien herken je het wel? Enkele voorbeelden zijn de woorden: ehh, eigenlijk, uiteraard of dus. Het zijn woorden die niet per se nodig zijn om je punt te maken of je verhaal te vertellen. Vaak dient een stopwoord als een korte pauze, die de spreker de kans geeft om na te denken over de rest van zijn of haar verhaal.
Zoals al gezegd: Bij Josh en mij is dat iets anders. Wij gebruiken vaak dezelfde woorden. Harmanna – Josh’ moeder en mijn vrouw – plaagt ons er wel eens mee: ‘𝘏𝘦𝘣 𝘫𝘦 𝘸𝘦𝘦𝘳 𝘦𝘦𝘯 𝘯𝘪𝘦𝘶𝘸 𝘸𝘰𝘰𝘳𝘥 𝘨𝘦𝘭𝘦𝘦𝘳𝘥?’, vraagt ze dan lachend. Ik gebruik deze vaak voorkomende woorden vaak in iets wat ik vertel of ergens op reageer. Josh doet dat ook. De appel valt blijkbaar niet ver van de boom. Enkele voorbeelden van deze woorden zijn: precies, exact en honderd procent! Al deze ‘stopwoorden’ zijn bevestigend, valt me op. Dat klopt ook wel. Josh en ik gebruiken deze woorden om iets te benadrukken, ergens mee in te stemmen of juist iets krachtig neer te zetten.
Ontvangen
Zou Jezus ook stopwoorden gebruikt hebben? De Bijbel is er niet duidelijk over. Jezus was net zoveel mens als jij en ik, dus Jezus zal ook gewoontes hebben gehad. In het Lucas-evangelie lees je een aantal keren over Zijn gewoontes. Zo ging Jezus volgens zijn gewoonte naar de synagoge en naar de Olijfberg om te bidden. Het eerste lees je in Lucas 4:16. Het tweede staat in Lucas 22:39.
Iets anders wat Jezus deed, lijkt op wat Josh en ik doen: Jezus zette wat hij vertelde vaak krachtig neer. Dat deed Hij door Zijn onderwijs en Zijn lessen te beginnen met het woord ‘voorwaar’, ‘voorwaar, voorwaar’ of met ‘voorwaar, Ik zeg u…’. Het is je vast al wel eens opgevallen. In de wat oudere Bijbelvertalingen vind je dit vaak terug. Met deze woorden maakte Jezus Zijn toehoorders alert! Het is alsof Jezus zegt: ‘Let goed op…’ of ‘Luister goed!’
Eén van de momenten waar Jezus dit doet, is in Zijn reactie op wat Petrus zegt – Marcus 10:29-30 NBG51:
‘𝘑𝘦𝘻𝘶𝘴 𝘻𝘦𝘪𝘥𝘦: 𝘝𝘰𝘰𝘳𝘸𝘢𝘢𝘳, 𝘐𝘬 𝘻𝘦𝘨 𝘶, 𝘦𝘳 𝘪𝘴 𝘯𝘪𝘦𝘮𝘢𝘯𝘥, 𝘥𝘪𝘦 𝘩𝘶𝘪𝘴 𝘰𝘧 𝘣𝘳𝘰𝘦𝘥𝘦𝘳𝘴 𝘰𝘧 𝘻𝘶𝘴𝘵𝘦𝘳𝘴 𝘰𝘧 𝘮𝘰𝘦𝘥𝘦𝘳 𝘰𝘧 𝘷𝘢𝘥𝘦𝘳 𝘰𝘧 𝘬𝘪𝘯𝘥𝘦𝘳𝘦𝘯 𝘰𝘧 𝘢𝘬𝘬𝘦𝘳𝘴 𝘩𝘦𝘦𝘧𝘵 𝘱𝘳𝘪𝘫𝘴𝘨𝘦𝘨𝘦𝘷𝘦𝘯 𝘰𝘮 𝘔𝘪𝘫 𝘦𝘯 𝘰𝘮 𝘩𝘦𝘵 𝘦𝘷𝘢𝘯𝘨𝘦𝘭𝘪𝘦, 𝘰𝘧 𝘩𝘪𝘫 𝘰𝘯𝘵𝘷𝘢𝘯𝘨𝘵 𝘩𝘰𝘯𝘥𝘦𝘳𝘥𝘷𝘰𝘶𝘥𝘪𝘨 𝘵𝘦𝘳𝘶𝘨: 𝘯𝘶, 𝘪𝘯 𝘥𝘦𝘻𝘦 𝘵𝘪𝘫𝘥, 𝘩𝘶𝘪𝘻𝘦𝘯 𝘦𝘯 𝘣𝘳𝘰𝘦𝘥𝘦𝘳𝘴 𝘦𝘯 𝘻𝘶𝘴𝘵𝘦𝘳𝘴 𝘦𝘯 𝘮𝘰𝘦𝘥𝘦𝘳𝘴 𝘦𝘯 𝘬𝘪𝘯𝘥𝘦𝘳𝘦𝘯 𝘦𝘯 𝘢𝘬𝘬𝘦𝘳𝘴, 𝘮𝘦𝘵 𝘷𝘦𝘳𝘷𝘰𝘭𝘨𝘪𝘯𝘨𝘦𝘯, 𝘦𝘯 𝘪𝘯 𝘥𝘦 𝘵𝘰𝘦𝘬𝘰𝘮𝘦𝘯𝘥𝘦 𝘦𝘦𝘶𝘸 𝘩𝘦𝘵 𝘦𝘦𝘶𝘸𝘪𝘨𝘦 𝘭𝘦𝘷𝘦𝘯.’
Jezus zegt: ‘𝘓𝘶𝘪𝘴𝘵𝘦𝘳 𝘨𝘰𝘦𝘥! 𝘐𝘬 𝘻𝘦𝘨 𝘫𝘶𝘭𝘭𝘪𝘦 𝘥𝘢𝘵 𝘪𝘦𝘥𝘦𝘳𝘦𝘦𝘯 𝘥𝘪𝘦 𝘪𝘦𝘵𝘴 𝘩𝘦𝘦𝘧𝘵 𝘢𝘤𝘩𝘵𝘦𝘳𝘨𝘦𝘭𝘢𝘵𝘦𝘯 𝘷𝘰𝘰𝘳 𝘔𝘪𝘫 𝘦𝘯 𝘷𝘰𝘰𝘳 𝘩𝘦𝘵 𝘨𝘰𝘦𝘥𝘦 𝘯𝘪𝘦𝘶𝘸𝘴, 𝘩𝘰𝘯𝘥𝘦𝘳𝘥 𝘬𝘦𝘦𝘳 𝘻𝘰𝘷𝘦𝘦𝘭 𝘵𝘦𝘳𝘶𝘨 𝘻𝘢𝘭 𝘬𝘳𝘪𝘫𝘨𝘦𝘯.’ Je zult honderdvoudig terugontvangen. Honderd keer zoveel als dat je hebt opgegeven. Wat was er aan de hand? Er was een rijke man bij Jezus gekomen. Iemand die geen of met heel veel moeite afstand kon nemen van zijn bezit. Jezus wees hem daarop. De man vertrok verdrietig.
Jezus legde Zijn leerlingen het volgende uit: ‘𝘏𝘦𝘵 𝘪𝘴 𝘷𝘰𝘰𝘳 𝘮𝘦𝘯𝘴𝘦𝘯, 𝘥𝘪𝘦 𝘰𝘱 𝘩𝘶𝘯 𝘣𝘦𝘻𝘪𝘵 𝘷𝘦𝘳𝘵𝘳𝘰𝘶𝘸𝘦𝘯 𝘮𝘰𝘦𝘪𝘭𝘪𝘫𝘬 𝘰𝘮 𝘩𝘦𝘵 𝘒𝘰𝘯𝘪𝘯𝘬𝘳𝘪𝘫𝘬 𝘷𝘢𝘯 𝘎𝘰𝘥 𝘣𝘪𝘯𝘯𝘦𝘯 𝘵𝘦 𝘨𝘢𝘢𝘯.’ Hierop reageerde Petrus met enige stelligheid door te zeggen, dat hij en zijn maten alles hadden achtergelaten en Jezus waren gevolgd. En dat was waar. Petrus had alles opgegeven voor Jezus. Jezus wist dat en verbond er een belofte aan: ‘𝘈𝘭𝘭𝘦𝘴 𝘸𝘢𝘵 𝘫𝘦 𝘷𝘰𝘰𝘳 𝘔𝘪𝘫 𝘦𝘯 𝘩𝘦𝘵 𝘨𝘰𝘦𝘥𝘦 𝘯𝘪𝘦𝘶𝘸𝘴 𝘩𝘦𝘣𝘵 𝘢𝘤𝘩𝘵𝘦𝘳𝘨𝘦𝘭𝘢𝘵𝘦𝘯, 𝘻𝘶𝘭 𝘫𝘦 𝘩𝘰𝘯𝘥𝘦𝘳𝘥𝘷𝘰𝘶𝘥𝘪𝘨 𝘵𝘦𝘳𝘶𝘨𝘰𝘯𝘵𝘷𝘢𝘯𝘨𝘦𝘯.’ Ik vind dat een prachtige belofte.
Loslaten
Hoe is dat voor jou? Ben jij bereid alles op te geven? Voor Jezus en het goede nieuws? Ik merk bij mezelf dat dit een proces is. Met andere woorden: Dit gaat in stapjes. Want eerlijk: Ik ben niet zoals Petrus. Toen Jezus hem riep ging dat zo – Marcus 1:16-18 HTB:
‘𝘛𝘰𝘦𝘯 𝘑𝘦𝘻𝘶𝘴 𝘰𝘱 𝘦𝘦𝘯 𝘥𝘢𝘨 𝘭𝘢𝘯𝘨𝘴 𝘩𝘦𝘵 𝘮𝘦𝘦𝘳 𝘷𝘢𝘯 𝘎𝘢𝘭𝘪𝘭𝘦𝘢 𝘭𝘪𝘦𝘱, 𝘻𝘢𝘨 𝘏𝘪𝘫 𝘵𝘸𝘦𝘦 𝘷𝘪𝘴𝘴𝘦𝘳𝘴, 𝘚𝘪𝘮𝘰𝘯 𝘦𝘯 𝘻𝘪𝘫𝘯 𝘣𝘳𝘰𝘦𝘳 𝘈𝘯𝘥𝘳𝘦𝘢𝘴. 𝘡𝘪𝘫 𝘸𝘢𝘳𝘦𝘯 𝘣𝘦𝘻𝘪𝘨 𝘩𝘶𝘯 𝘯𝘦𝘵𝘵𝘦𝘯 𝘶𝘪𝘵 𝘵𝘦 𝘸𝘦𝘳𝘱𝘦𝘯 𝘪𝘯 𝘩𝘦𝘵 𝘮𝘦𝘦𝘳. 𝘏𝘪𝘫 𝘻𝘦𝘪 𝘵𝘦𝘨𝘦𝘯 𝘩𝘦𝘯: ‘𝘎𝘢 𝘮𝘦𝘵 𝘔𝘪𝘫 𝘮𝘦𝘦! 𝘋𝘢𝘯 𝘻𝘢𝘭 𝘐𝘬 𝘷𝘢𝘯 𝘫𝘶𝘭𝘭𝘪𝘦 𝘷𝘪𝘴𝘴𝘦𝘳𝘴 𝘮𝘢𝘬𝘦𝘯 𝘥𝘪𝘦 𝘮𝘦𝘯𝘴𝘦𝘯 𝘣𝘪𝘫 𝘔𝘪𝘫 𝘣𝘳𝘦𝘯𝘨𝘦𝘯.’ 𝘡𝘪𝘫 𝘭𝘪𝘦𝘵𝘦𝘯 𝘩𝘶𝘯 𝘯𝘦𝘵𝘵𝘦𝘯 𝘭𝘪𝘨𝘨𝘦𝘯 𝘦𝘯 𝘨𝘪𝘯𝘨𝘦𝘯 𝘰𝘯𝘮𝘪𝘥𝘥𝘦𝘭𝘭𝘪𝘫𝘬 𝘮𝘦𝘵 𝘏𝘦𝘮 𝘮𝘦𝘦.’
Petrus gaf alles op. Hij liet alles achter. Hij ging all-in. In één keer. Bij mij gaat dat stap voor stap. Ik mag steeds meer leren om alles op te geven en los te laten. Ik mag steeds meer voor Hem leven. Mijn leven leef ik niet meer voor mezelf, maar voor Hem. Jezus verbindt hieraan de belofte: ‘𝘛𝘪𝘮, 𝘢𝘭𝘭𝘦𝘴 𝘸𝘢𝘵 𝘫𝘪𝘫 𝘢𝘤𝘩𝘵𝘦𝘳𝘨𝘦𝘭𝘢𝘵𝘦𝘯 𝘩𝘦𝘣𝘵 𝘷𝘰𝘰𝘳 𝘔𝘪𝘫 𝘦𝘯 𝘷𝘰𝘰𝘳 𝘩𝘦𝘵 𝘨𝘰𝘦𝘥𝘦 𝘯𝘪𝘦𝘶𝘸𝘴, 𝘥𝘢𝘵 𝘻𝘢𝘭 𝘫𝘪𝘫 𝘩𝘰𝘯𝘥𝘦𝘳𝘥 𝘬𝘦𝘦𝘳 𝘻𝘰𝘷𝘦𝘦𝘭 𝘵𝘦𝘳𝘶𝘨𝘬𝘳𝘪𝘫𝘨𝘦𝘯.’ Kun jij je dat voorstellen?
Ik merk dat ik de totale overgave en alles achterlaten, zoals Petrus in één keer deed lastig vind. Zoals gezegd: Bij mij gaat dat stap voor stap. Het is net alsof Jezus mij stap voor stap losmaakt van alles, waar ik aan zou kunnen vastzitten. Jezus maakt los. Hij maakt vrij. Hij verbindt mij aan Hem en het goede nieuws.
Als je de tekst uit Marcus leest, dan noemt Jezus verschillende elementen, dingen waaraan je vast zou kunnen zitten. Hij maakt los van je persoonlijke identiteit; 𝘫𝘦 𝘩𝘶𝘪𝘴. Hij maakt los van kerken, verwachtingen en verbindingen; 𝘫𝘦 𝘣𝘳𝘰𝘦𝘥𝘦𝘳𝘴 𝘦𝘯 𝘻𝘶𝘴𝘵𝘦𝘳𝘴. Hij maakt los van verplichtingen, verantwoordelijkheden en verantwoordelijkheidsgevoel; 𝘫𝘦 𝘮𝘰𝘦𝘥𝘦𝘳𝘴 𝘦𝘯 𝘬𝘪𝘯𝘥𝘦𝘳𝘦𝘯. Hij maakt los van aards bezit, bijbehorende opdrachten en plichten; 𝘫𝘦 𝘢𝘬𝘬𝘦𝘳𝘴.
Zie je dat Jezus het aardse bezit als laatste noemt? En dat juist dat was waar de rijke man, waar het verhaal mee begon aan vast zat? De Here Jezus maakt duidelijk, dat je nog aan veel meer dingen vast kunt zitten. Dingen die je mag loslaten en overgeven. Dingen die je bij Jezus vandaan houden. Dingen die je honderdvoudige beloning in de weg staan.
Leren
Het #loslaten mag een gewoonte worden. Ik las ergens dat een gewoonte aanleren tijd kost. Dat is logisch. De dingen die je ongemerkt als gewoonte bent gaan doen, zijn ook in je gedrag geslopen en vervolgens onderdeel geworden van wie je bent. Nieuwe gewoonten aanleren doe je bewust, maar ook dat kost tijd. Een gewoonte aanleren schijnt gemiddeld 66 dagen te
duren. Een nieuw stopwoord leren gaat veel sneller…!
Hoe leer je een nieuwe gewoonte? Door het doelbewust, keer op keer te herhalen. Hoe leer je los te laten? Op precies dezelfde manier. Door het doelbewust, keer op keer en iedere dag te herhalen. Door datgene dat je loslaat iedere keer weer aan Jezus te geven. Iedere dag herhalen. Iedere dag loslaten. Iedere dag jezelf niet belangrijk vinden. Iedere dag stoppen met voor jezelf te leven. Loslaten en Hem volgen. En ja, dan mag je gaan staan op Zijn belofte:
‘𝘐𝘦𝘥𝘦𝘳𝘦𝘦𝘯 𝘥𝘪𝘦 𝘪𝘦𝘵𝘴 𝘩𝘦𝘦𝘧𝘵 𝘢𝘤𝘩𝘵𝘦𝘳𝘨𝘦𝘭𝘢𝘵𝘦𝘯 𝘷𝘰𝘰𝘳 𝘔𝘪𝘫 𝘦𝘯 𝘷𝘰𝘰𝘳 𝘩𝘦𝘵 𝘨𝘰𝘦𝘥𝘦 𝘯𝘪𝘦𝘶𝘸𝘴, 𝘩𝘰𝘯𝘥𝘦𝘳𝘥 𝘬𝘦𝘦𝘳 𝘻𝘰𝘷𝘦𝘦𝘭 𝘵𝘦𝘳𝘶𝘨 𝘻𝘢𝘭 𝘬𝘳𝘪𝘫𝘨𝘦𝘯.’
Leren. Loslaten. Ontvangen.
Zegen!
Tim Meijer