Marco Noorderijk (43 jaar) kwam als kind op een school voor moeilijk leerbare kinderen terecht. Door pesterijen en een te hoge druk op zijn latere werk krijgt hij veel last van paniekaanvallen: “Daardoor heb ik tien jaar in een depressie geleefd en drie keer een zelfmoordpoging gedaan. Het leven was het niet waard voor me.” Door een date komt hij voor het eerst sinds lange tijd in de kerk. Daar wordt hij diep aangeraakt: “God nam me aan de hand. Ik had Hem wel laten zitten, maar Hij liet mij niet in de steek!”
Marco is opgegroeid in Elspeet. “Mijn dorpsgenoten scholden me altijd uit, omdat ik met het ‘gehandicaptenbusje’ naar school ging. Dat heeft veel met me gedaan.” Thuis deelt Marco daar niets over. “Ik sloot de pijn op in mijn lichaam.” Als Marco op zijn 16e start met werken merkt hij dat hij ook hier het pispaaltje is. “Collega’s waren heel kritisch. Ze vertelden me constant dat ik niets goed deed en veel fouten maakte. Ook moest ik er op mijn tenen lopen: Ik probeerde wel de gestelde doelen te halen, maar dat ging heel moeizaam.” Terwijl het eigenlijk niet gaat, doet hij thuis opnieuw alsof er niets aan de hand is.
Ik was teleurgesteld in God. In de kerk werd me verteld dat Hij er wel was voor de mensen uit de Bijbel, maar Hij was er niet voor mij.
In de tussentijd heeft Marco veel moeite met het geloof. “Ik heb een christelijke opvoeding gehad, maar ik kon er niets mee. Ik moest op school tienen halen voor het leren van de catechismus en ook in de kerk voelde geloof alsof het me werd opgelegd.” Als Marco 18 jaar is en van school af mag, legt hij het geloof dan ook naast zich neer. “Ik was teleurgesteld in God. In de kerk werd me verteld dat Hij er wel was voor de mensen uit de Bijbel, maar Hij was er niet voor mij. Toen ik vrij was om zelf keuzes te maken, deed ik wat de meest logische keus was: net als de meeste andere jongeren in mijn kerk liet ik het geloof achter me.”
Paniekaanvallen
“Op een avond, toen ik 20 jaar was, kwam de pijn eruit. Ik kreeg een paniekaanval: Ik trilde van top tot teen en sloeg met mijn hoofd tegen de grond.” Marco werd opgenomen in het ziekenhuis en werd daar een aantal weken in slaap gehouden om de paniek te onderdrukken. “In een maand tijd ben ik 30 kilo afgevallen: paniekaanvallen vragen meer energie dan een fulltime sporter gebruikt.”
Als de onderzoeken afgerond zijn, wordt Marco voor twee jaar opgenomen in een kliniek. “Ik dacht: ‘Is dit nou mijn leven?’” De depressieve Marco mag zich in de kliniek binnen en buiten het gebouw vrij bewegen. “Toen ik over straat fietste naar de supermarkt, zag ik een vrachtwagen langsrijden. Ik dacht ‘Ik moet weg uit dit leven. Ik moet zorgen dat ik geschept word.’” Marco steekt de weg over, maar een dichtbijzijnde automobilist heeft door wat er gebeurt. “Hij blokkeerde me en drukte me de berm in.” Na de mislukte zelfdodingspoging op straat, probeert Marco nog tweemaal zichzelf van het leven te beroven door te veel medicatie in te nemen.
Ik ervoer Gods liefde heel sterk: Hij nam me bij de hand en ik mocht met Hem wandelen. Terwijl ik Hem had laten vallen, laat Hij me nooit in de steek.
Opnieuw naar de kerk
Op zijn 22e wordt Marco ontslagen uit de kliniek. “Ik kwam in een revalidatie-traject terecht en kreeg een uitkering. Daarnaast stelde ik mezelf als doel dat ik een vrouw wilde vinden. Online kwam ik een vrouw tegen die me wel wilde ontmoeten, maar alleen in het gebouw van haar kerk. Tijdens de diensten trokken we met elkaar op en hoorde ik tegelijkertijd een compleet nieuwe boodschap over God – anders dan wat ik kende van vroeger.” Als in de dienst een aantal weken later wordt gevraagd wie er wil terugkeren naar het christendom, gaat Marco naar voren. “Ze hebben toen met en voor me gebeden. Daarna ben ik teruggegaan naar mijn plek.” In de avond is er een andere dienst, waar er gebeden wordt om genezing. “Ik worstelde op dat moment nog met heel veel angst en paniek, maar ook schaamte. Ik wilde daarom absoluut niet naar voren gaan. Tijdens de dienst tikte iemand me van achteren aan. Hij zei: ‘Nu moet jij naar voren gaan, het is tijd!’” Als er voor Marco gebeden wordt, voelt hij warmte door zijn lichaam stromen, vanaf zijn kruin tot zijn tenen. “Ik ervoer Gods liefde heel sterk: Hij nam me bij de hand en ik mocht met Hem wandelen. Terwijl ik Hem had laten vallen, laat Hij me nooit in de steek. De last die ik al die jaren droeg viel van me af: mijn ogen begonnen weer te glinsteren en ik kon weer vrij ademen. De depressie week en ik voelde me zo vrij als een vogel.”
Sindsdien is het leven van Marco compleet veranderd: “Ik zat tot op dat moment in de ziektewet omdat ik maar twee uur per week kon werken. Toen ik bij de dokter kwam zag hij aan mijn ogen dat ik een andere man was. Ik kon stoppen met de medicijnen en ben veertig uur in de week gaan werken.” De relatie met de vrouw waarmee hij aan het daten is gaat uit, maar hij houdt er iets mooiers aan over: een relatie met God.
Inmiddels is Marco getrouwd, hebben ze een zoontje en zijn Marco en zijn vrouw in verwachting van een tweede kindje. “Als herinnering aan wat God in mijn leven heeft gedaan, hebben we ons zoontje de naam ‘Rafaël’ gegeven. Dat betekent ‘God geneest’ en ‘God heeft genezen’.”