Afgelopen periode zijn wij geconfronteerd met veel kostbare mensen die zijn overleden. Twee prachtige mannen in de bloei van hun leven, die God met vrouw en kinderen dienden in een ander land, zijn vrij plotseling overleden aan de gevolgen van corona. Een dierbare aanbiddingsleider overleed aan de gevolgen van kanker, een jongeman kreeg een hartstilstand en een andere jonge bevlogen artiest deed een wanhoopspoging en stapte uit dit leven. Een diep verlies voor familie en nabestaanden.
Hoe doe je dat?
En dan opeens moet je rouwen. Maar hoe doe je dat? Iedereen rouwt op zijn eigen manier, er is geen goed of fout. Wel is het cultuurgebonden. Onze Nederlandse cultuur legt naast het verdriet veel nadruk op sterk zijn, moedig zijn en dankbaar zijn voor de ander (die als hij/zij geloofde, het nu zoveel beter heeft bij God). Onze Iraanse vrienden leggen eerst de nadruk op jammeren, klagen, zwarte kleren dragen en veel huilen. Er worden rouwgerechten geserveerd, rouwkleren gedragen en het is iedereen duidelijk als iemand in een jaar van rouw zit.
Rouwweek
De Joden houden na de begrafenis een rouwweek in een rouwhuis. Voor de begrafenis wordt niet getroost, dan is er tijd om de shock te verwerken en het afscheid voor te bereiden. Daarna is er een rouwhuis waar dagelijks tientallen mensen heen komen om een week lang te rouwen. Er wordt eten meegebracht, er wordt door de rouwenden niet gewerkt, maar er wordt een week stilgestaan bij het leven van de overledene, en er wordt uitbundig gehuild. De ouders rouwen dan een jaar, andere familieleden dertig dagen.
Rouwkleed weggenomen
Psalm 30:12 zegt: U hebt mijn klacht veranderd in een dans, mijn rouwkleed weggenomen, mij in vreugde gehuld. Carla Veldhuis maakte er een schilderij van wat in onze zaal hangt. Ik kijk er elke dag naar en besef dat je pas een rouwkleed uit kan doen als het aan is geweest. Rouw is rauw en het voelt of de grond onder je voeten is weggehaald. De ene keer lukt het de diepte van het gemis te voelen, de andere keer kom je er maar moeilijk bij.
Rouwen terwijl iemand leeft
Zelf ken ik die diepe rouw ook. Want je kunt ook om iemand rouwen die leeft. Als je bijvoorbeeld verlaten wordt en dus ongewenst alleen achterblijft. Als je familielid ziek wordt en steeds meer achteruit gaat. Maar mensen rouwen ook als ze zelf ziek zijn en de dingen die ze hadden willen doen niet meer kunnen. Of rouwen om de kinderen die je niet kreeg. Ook een fijne baan verliezen betekent rouw. Een kerkscheuring of het weggaan van gemeenteleden. Laatst trooste ik iemand die rouwde om een echtpaar wat de gemeente had besloten te verlaten. We rouwen allemaal op momenten in ons leven.
Tranen zijn mijn brood
David kende ook diep verdriet en rouwperiodes. In Psalm 42 zegt hij: Tranen zijn mijn brood bij dag en bij nacht. Die periodes horen ook bij ons leven. Dan moeten we onze tranen niet wegvegen maar laten stromen. En dan is de troost dat God onze tranen opvangt in Zijn kruik en opschrijft in Zijn boek zoals Psalm 56 verwoord. God staat naast ons, Hij helpt ons erdoor heen.
Vreugdedans
En dan na ons rouwen mogen we het rouwkleed afdoen en verandert hij onze klacht in een vreugdedans. Het verdriet blijft, maar de diepe rouw verliest zijn scherpe rand. We mogen vooruitgaan met de Trooster als duif op onze schouder. Ik wens een ieder die in rouw zit sterkte toe en hoop dat de periode dat het rouwkleed aan is niet alleen maar rauw maar ook kostbaar zal zijn. Dat Hij de stevige grond onder onze voeten zal zijn. De Schuilplaats om bij te schuilen. Tot het rouwkleed weer uit mag en de vreugdedans komt.