Een debat over het coronaherstelfonds vond dinsdag plaats in de Tweede Kamer. Ook Chris Stoffer van de SGP leverde een bijdrage. “Bij de onderhandelingen over het Herstelfonds in 2020 was het kabinet nog niet erg enthousiast. De vragen die voorlagen, waren: is zo’n megafonds wel nodig en moet Nederland deze gezamenlijke schulden wel aangaan? Dat waren wat ons betreft terechte vragen, maar opeens was Nederland overstag”, zei Stoffer. “Een zogenaamde noodremprocedure bracht uitkomst.”
“De SGP was ook kritisch, zeer kritisch zelfs, en is dat nog steeds”, ging hij verder. “Want wat we er ook over zeggen, het fonds is een rondpompmachine. We stoppen er als Nederland heel veel geld in, opgebracht door de Nederlandse huishoudens en ondernemers, en we krijgen daar maar een heel klein deel van terug. En wat we er wel voor terugkrijgen, zijn Europese eisen en controles vanuit de Commissie.
Natuurlijk, als de Italiaanse economie groeit, is dat ook voor onze Nederlandse ondernemers goed. En als de Fransen wat later met pensioen gaan, plukt ook Nederland daar de vruchten van. Maar de kosten zijn wel heel hoog, en wat de SGP betreft té hoog.”
Noodremprocedure
“Zoals ik al zei, ging het kabinet overstag nadat er een noodremprocedure werd ingesteld, bedoeld om bijvoorbeeld trage voortgang van plannen te voorkomen. Maar hoe staat het met die noodremprocedure?”vroeg Stoffer zich af. Hij wilde weten of de procedure al inzetbaar is en of er signalen zijnd at de noodrem daadwerkelijk ingezet gaat worden, bijvoorbeeld door Nederland.
Stoffer vervolgde: “De inschatting was dat Nederland vanaf 2028 jaarlijks 1 miljard mag afdragen om alle subsidies die de EU uitdeelt, terug te betalen. Het wordt steeds duidelijker hoeveel gebruikgemaakt gaat worden van het subsidiedeel, maar we moeten tegelijkertijd constateren dat de rente oploopt, waardoor de kosten wellicht gaan stijgen. Kan de minister aangeven hoe hoog het bedrag is dat Nederland jaarlijks mag afdragen?”
Zorgen
Stoffer noemde dat het kabinet voorstellen heeft gedaan die oplopen tot 7,7 miljard euro. Omdat er maar 4,7 miljard beschikbaar is, kan daar nog in geschoven worden. En hoewel alle plannen al onderdeel zijn van het coalitieakkoord en dus ook uitgevoerd gaan worden, krijgt Nederland die 4,7 miljard pas als de plannen zijn goedgekeurd.
Daar maakte Stoffer zich zorgen over: “Stel nu eens dat die plannen niet worden goedgekeurd of dat we maar een deel van het geld krijgen”, zei hij. “Worden er dan maatregelen uit het coalitieakkoord geschrapt? Of worden de plannen dan anders bekostigd? Ofwel, in hoeverre zijn projecten afhankelijk van financiering vanuit het EU-Herstelfonds?”
Inspraak
Om in aanmerking te komen voor subsidies, moet Nederland hervormingen doorvoeren. Stoffer vond dat een “onduidelijk proces”. “In het conceptplan staan allerlei hervormingen, maar welke eisen leggen we onszelf nou precies op? En wat kan de EU straks concreet van ons eisen?
Een deel daarvan zal de komende weken in de onderhandelingen nog verder uitgewerkt moeten worden — dat begrijpen wij uiteraard ook — maar kan de minister dan toezeggen dat de Kamer proactief op de hoogte wordt gehouden van alle afspraken die het kabinet op dat moment maakt? Stevige hervormingen met mijlpalen en doelstellingen kunnen de inspraak van de Kamer namelijk enorm inperken. En hoe kan de Kamer hier meer zicht op en meer inspraak in krijgen?”
Kosten en voordelen
Stoffer sloot zijn bijdrage af met de vraag in hoeverre Nederlandse inwoners met een middeninkomen en mkb’ers zullen profiteren van het Herstelfonds. “De kosten van het Herstelfonds – dat heb ik al aangegeven – komen bij huishoudens en ondernemers te liggen, maar wat de SGP betreft moeten juist die huishoudens en ondernemers ook profiteren van de voordelen van het fonds”, zei hij.
“Heel concreet: gaan gezinnen straks inderdaad profiteren van bijvoorbeeld een meer toegankelijke arbeidsmarkt? En wordt het voor de bakker op de hoek eenvoudiger om een nieuwe, duurzame oven aan te schaffen? En hoe wordt het voor de glastuinbouw interessanter om over te schakelen op elektriciteit? En wordt het voor die mkb’er inderdaad makkelijker om zo’n elektrisch busje aan te schaffen?
Kortom, kunnen de ministers namens het kabinet aangeven wat de Nederlandse inwoners met een middeninkomen en de Nederlandse mkb’ers concreet gaan merken van het Herstelfonds?”
Bekijk hier de bijdrage van Stoffer aan het debat terug: