“Eens in de zoveel tijd laait er een discussie op over de eindtijd, en het boek Openbaring wordt door de aanhangers van verschillende opvattingen daarbij vaak de inzet voor verschillende visies die niet zelden leiden tot verdeeldheid. God heeft Openbaring echter niet gegeven om verdeeldheid te veroorzaken, maar voor eenheid in tijden van verdrukking”, zegt voorganger en theoloog Stef Schagen. Hij gaat in op de essentie van het boek Openbaring.
Schagen vervolgt: “Het boek is overigens ook niet geschreven aan een paar specialisten in de bibliotheek van de theologische academie, om zich met de krant erbij aan te buiten te gaan om te bepalen welke gebeurtenissen wanneer zijn vervuld. Nee, het is aan het brede publiek van de christelijke gemeente om gelovigen te bemoedigen. Het is alsof God zegt: In tijden van verdrukking, terwijl de misère om je heen raast en je misschien hard treft, hou vol en blijf Jezus dienen.”
“Te midden van tumult, ademt het boek een boodschap die direct uit het hart van Vader God komt. In Openbaring klinkt de roep van God, die eigenlijk ook klonk nadat het misging in Genesis 3: ‘Verstop je niet voor Mij, maar kom dichtbij.’ Het boek is een oproep tot bekering.”
Nabijheid
Het boek draait sterk om de nabijheid tot God. “Direct nadat het misging in Genesis 3, toen Adam en Eva hapten van de verkeerde boom, klinkt de roep van God om de nabijheid van de mens. Adam en Eva hadden zich vol schaamte verstopt voor God . Maar Gods roep galmt in de avondkoelte door de Hof van Eden: “Waar ben je?!” Misschien klonk er wanhoop in de stem van God, die al wist wat er mis was gegaan.”
“Direct nadat het misging in Genesis 3, toen Adam en Eva hapten van de verkeerde boom, klinkt de roep van God om de nabijheid van de mens.”
“In ieder geval klonk er verlangen in door, omdat Vader God verlangt dat mensen naar Hem toekomen en zich niet voor Hem verstoppen. De rest van de Bijbel is steeds die roep van God dat mensen Hem opzoeken en willen, en bij Hem thuiskomen. Hij wil niemand dwingen, maar dringt wel bij iedereen aan. Jezus maakte het mogelijk dat wij met God verzoend kunnen worden en dat wij vrede krijgen.”
Die roep klinkt ook in Openbaring, maar dan zonder resultaat omdat mensen weigeren in te gaan op Gods uitnodiging, zegt Stef. “Zowel in Openbaring 9 als in Openbaring 16 pent Johannes op wat hij zag dat niet gebeurde waar God op hoopte. In 9:20 lezen wij: ‘En wie van de mensen overgebleven waren, die niet gedood waren door deze plagen, bekeerden zich toch niet van de werken van hun handen, om de boze geesten niet te aanbidden.'”
“Vader God wil niet dat mensen in de greep blijven van de draak, de oude slang, maar dat zij tot Hem komen.”
“En een vers later: ‘En zij bekeerden zich niet van hun moorden, ook niet van hun toverijen, hoererij, dieverijen.’ In Openbaring 16:9, nadat de vierde schaal was uitgegoten, ‘werden mensen verzengd door grote hitte en zij lasterden de naam van God, en zij bekeerden zich niet om Hem eer te geven’. Twee verzen later in vers 11 nadat de vijfde schaal was uitgegoten, staat er: ‘En zij lasterden de God van de hemel vanwege hun pijnen en gezwellen, en zij bekeerden zich niet van hun werken.’”
Uit de greep van de draak
“Je zou het misschien wel zo kunnen zeggen, tussen de regels van Openbaring door: Vader God wil niet dat mensen in de greep blijven van de draak, de oude slang, maar dat zij tot Hem komen. Hij wil niet dat iemand verloren gaat (2 Petrus 3:9). Hij hoopt op mensen op wie Zijn zegel is gedrukt, niet het merkteken van het beest. Hij hoopt dat zij bekleed zijn in het wit.
Hij zal alles doen om mensen terug te krijgen. Wanneer dat niet goedschiks kan door de prediking van het evangelie, dan wellicht kwaadschiks door tumult en rampen. Dat doet mij een beetje denken aan hoe ik opgroeide: Als je niet naar je vader luisterde, dan ging je bij hem over de knie. Het doel daarvan was het goede in je naar boven te halen.
“Wanneer dat niet goedschiks kan door de prediking van het evangelie, dan wellicht kwaadschiks door tumult en rampen.”
Maar Openbaring schrijft dat mensen niet willen en God blijven afwijzen. Misschien klinkt in deze teksten in Openbaring 9 en 16 de wanhoop van God door, maar dat mensen Hem afwijzen wordt uiteindelijk de rechtvaardiging van God, die niet verder kan met mensen die Hem niet willen. Hij heeft op het laatst alles gedaan wat in Zijn vermogen lag om de mensen die Hij zo graag terug wilde bij Zich te krijgen. Maar op een gegeven moment houdt het op. De tijd van de genade van het Lam gaat dan over in het oordeel en koningschap van de Leeuw, die naar beneden komt en aan alle onrecht definitief een einde maakt. Jezus Christus komt!