Het staat duidelijk in de Bijbel dat God niet wil dat Zijn kinderen stelen. Maar wat nou als je ooit een item hebt gestolen, misschien wel voordat je serieus leefde met God? Of wat als je de persoon van wie je gestolen hebt niet meer kan vinden? In dit artikel vertelt theoloog Bob Deffinbaugh wat je dan kunt doen.
Hij vertelt: “Dit is een interessant thema. Het is belangrijk om te erkennen dat de spullen die je nu hebt, diefstal is en je het goed moet maken.
Het schriftgedeelte dat in me opkomt is deze tekst in Lukas 19:
1 Hij kwam Jericho binnen en ging erdoorheen. 2 En er was een man genaamd Zacheüs; hij was een hoofdbelastinginner en hij was rijk. 3 Zacheüs probeerde te zien wie Jezus was, maar kon vanwege de menigte niet, want hij was klein van stuk. 4 Dus rende hij vooruit en klom in een wilde vijgenboom om Hem te zien, want Hij stond op het punt die weg te passeren. 5 Toen Jezus bij de plaats kwam, keek Hij op en zei tegen hem: “Zacheüs, haast je en kom naar beneden, want vandaag moet ik in je huis blijven.” 6 En hij haastte zich en kwam naar beneden en ontving Hem met blijdschap. 7 Toen ze het zagen, begonnen ze allemaal te mopperen en zeiden: “Hij is de gast gaan zijn van een man die een zondaar is.” 8 Zacheüs bleef staan en zei tegen de Heer: Zie, Heer, de helft van mijn bezittingen zal ik aan de armen geven, en als ik iemand iets heb bedrogen, zal ik het vier keer zoveel teruggeven. 9 En Jezus zei tegen hem: “Vandaag is er redding voor dit huis gekomen, want ook hij is een zoon van Abraham. Lukas 19:1-9
Uit deze tekst blijkt mij dat Zacheüs beloofde twee verschillende dingen te doen als nieuwe gelovige: Ten eerste gaf hij de helft van zijn bezittingen aan de armen. Zijn rijkdom dat, zo lijkt het, was verkregen door misbruik van zijn gezag. Hij kon niet meer álle vormen van diefstal terughalen, en dus besloot hij de helft van zijn rijkdom aan de armen te geven. Ten tweede beloofde hij om alle specifieke personen en bedragen waarvan hij op de hoogte was (of zou worden) viervoudig terug te betalen.
Dit is een belangrijk patroon. Doe eerst alle redelijke inspanningen om de persoon te vinden aan wie het item in je bezit toebehoort. Dit kan zowel inspanning als kosten vergen. Vaak kun je deze persoon nog wel vinden. Als de waarde van het item minimaal is en zo’n intensieve zoektocht niet zou rechtvaardigen, dan zou je de andere stap kunnen nemen die Zacheüs nam: een bijdrage leveren aan de armen en behoeftigen. (Het lijkt uit Lukas 19 dat het bedrag groter moet zijn gewoon dan de waarde van het object.) En van daaruit zou ik dat item vasthouden, zonder voordeel te halen uit het gebruik ervan, in de hoop dat de eigenaar ooit zou worden gevonden.”