De richtlijn dat kerken nog maar met dertig man mogen samenkomen, zorgde onder christenen in Nederland voor een gemeenschappelijke teleurstelling en ook wel een verontwaardiging. Ook Wim Hoddenbagh van stichting Presence had het er moeilijk mee, vertelt hij tegen Groot Nieuws Radio. “Ik voelde echt een teleurstelling, vooral omdat kerken zo hard hun best doen om zich aan de regels te houden.'”
Hoddenbagh vertelt dat hij het nieuws op de voet volgt. “Net zoals veel christenen in Nederland, houd ik de laatste ontwikkelingen goed in de gaten. Je merkte de laatste week dat het al een beetje sudderde, vooral door wat er in Staphorst gebeurde.”
“Het is logisch en legitiem dat de kerk naar mogelijkheden zoekt om weer samen te komen. Daar wil ik alleen maar goed over spreken.”
“Ik hou er niet van om mensen als een zondebok aan te wijzen. Het is logisch en legitiem dat de kerk naar mogelijkheden zoekt om weer samen te komen. Daar wil ik alleen maar goed over spreken.” Desondanks wijst hij er wel op dat de massaliteit van de samenkomst in Staphorst, misschien teveel van het goede is geweest.
Pijn
Het nieuws deed hem pijn, vertelt Hoddenbagh. “Ik voelde een heel diep verdriet. Ik zei tegen mijn vrouw: ‘Het voelt als een spier die pijn doet, die pijnlijk aangeraakt wordt door een arts.’ We voelen de pijn dat het samenkomen weer niet kan. Ik voel echt een verdriet.”
Over de uitzonderingspositie van de kerk zegt Wim het volgende. “Veel mensen denken dat de uitzonderingspositie van de kerk voortkomt uit een lobby, waar kerken blij mee mogen zijn. Maar dat is niet zo. Het heeft te maken met de grondwet, die niet zomaar beperkt kan worden door meningen in de samenleving.”
“Ik zie juist een enorme gezagsgetrouwheid in de kerk. Kerken zijn erg voorzichtig en niet opstandig. Ze willen juist heel nauw de overheid volgen.”
“Als het hart van de kerk niet meer klopt, dan geldt dat ook voor de samenleving. Net zoals je ziekenhuizen niet kunt sluiten, geldt dat ook voor de kerk. Jezus zegt natuurlijk wel dat Hij erbij is waar twee of drie mensen samenkomen. Dat is het minimale grondbestaan van de kerk. Dus in die zin zijn er nog mogelijkheden.”
Gezagsgetrouwheid
Toch betreurt Hoddenbagh het besluit. “Als je heel concreet naar Staphorst kijkt, dan is daar eind april de laatste ziekenhuisopname geweest. Sinds april is daar niets meer aan de hand, terwijl ze al lange tijd samenkomen in de kerk.”
“Ik zie juist een enorme gezagsgetrouwheid in de kerk. Kerken zijn erg voorzichtig en niet opstandig. Ze willen juist heel nauw de overheid volgen.”
Toch moedigt Wim niet aan om nu te gaan demonstreren. “Ik denk niet dat dat verstandig is. Ik moet denken aan de Heere Jezus, over wie in Jesaja geschreven staat dat Hij zijn stem op straat niet liet horen. Dat gold ook voor Paulus.”
“Wij hebben een veel sterker wapen, namelijk gebed. Onze strijd is niet tegen mensen, maar tegen overheden en machten in de lucht. Dit is de tijd om ons te verenigen in gebed en te strijden tegen de machten achter deze ziekte en de macht die de kerk wil vernietigen.”
Opstaan tegen ziekte
Hij besluit met een oproep. “Laten we hartstochtelijk de pleinen, de bossen en de wandelpaadjes vullen met christenen en in gebed opstaan tegen ziekte.”