Marije Heikoop groeit op in de Gereformeerde Gemeente en de Hervormde Kerk, twee kerkgenootschappen waarin mensen niet zeker weten of ze gered zijn. Als zestienjarige heeft ze een bijzondere ervaring met God, waardoor ze zeker is van haar redding door Jezus. Het duurt echter nog decennialang voordat ze een levende relatie krijgt met haar hemelse Vader. Inmiddels heeft haar hele gezin een levend geloof.
“Als kind ging ik naar de Gereformeerde Gemeente en daarna naar de Nederlandse Hervormde Kerk. Ik vond het best leuk in de kerk, maar de preek was voor kinderen toch wel moeilijk. Op school was het leuk, maar ging het ook wel over de hel, herinner ik me. Ik was bang, maar de ernst heeft mij geholpen om op zoek te gaan naar het geloof, want ik wilde wel zeker weten of ik gered ben.
In de Hervormde Kerk ontdekte ik dat er ook vlotte gelovigen waren, die van keten hielden enzo. Een ander slag volk dan ik gewend was. Daar kon ik dus ook wat meer mijn vragen kwijt over het geloof, je kon wat vrijer praten. Ik zag ooit een vrouw huilen in de kerk en ik dacht: voor die vrouw is het geloof écht echt en ik wil ook een levend geloof. Ik wist alleen niet hoe je moest komen tot geloofszekerheid. Dat legt niemand je goed uit.
Ik begreep het niet totdat een dominee eens zei: geloven is pleiten op Gods belofte. En dat was voor mij een openbaring: o, dit is geloven, pleiten op Gods belofte! Toen ben ik de Bijbel wat meer gaan lezen, op zoek naar die belofte. En ik vond: ‘Wie zoekt zal vinden’. Ik dacht toen: Ik ben echt op zoek, dat weet ik honderd procent zeker, dan moet die belofte ook uit gaan komen. Ik weet niet hoe ik erbij kwam, maar ineens had ik de openbaring: ik heb het al gevonden, want ik ben aan het zoeken. Ik moet nu verstandelijk gaan zeggen: ik kom in de hemel. En vanaf nu zeg ik ‘Vader’ in plaats van God. Dat was een daad van geloof. Ineens pakte ik het dat ik Zijn kind mocht zijn.
Vooral regels
Thuis was geen geloofszekerheid, vertelt Marije. “Er werd wel over het geloof gesproken, maar vooral over wat je niet moest doen in het weekend: niet uitgaan bijvoorbeeld, terwijl ik daar wel behoefte aan had. Het ging vooral om regels. Toen ik echt ging zoeken, hebben mijn ouders wel meegedaan met mijn zoektocht, we zijn er veel over gaan praten. We hebben echt gepuzzeld: Wat is het verschil tussen een gelovige en een niet-gelovige, wat is daar gebeurd? Wat zorgt ervoor dat je een kind van God wordt? We kwamen er niet goed uit.
Ik weet nog dat ik tegen mijn ouders zei: ‘wat jullie doen moeten jullie zelf weten, ik moet zekerheid hebben. Ik stop niet met zoeken’. Ik ben ook aan God gaan vragen: ‘God, als U bestaat, wilt U zich dan laten zien. Ik heb allerlei manieren geleerd om bij U te komen, maar daar snap ik niks van. Een kind moet kunnen geloven, dus wilt U het me laten zien?’
God kwam mijn kamer binnen, als een soort aanwezigheid van liefde. Ik heb heel erg gehuild.”
Tijdens dat gebed is God toen op enig moment in mijn kamer gekomen, als een soort aanwezigheid van liefde. Die was zo overweldigend. Voorheen voelde ik me nooit schuldig richting God. Ik leefde niet heel heftig, al rookte en vloekte ik wel. Toen Jezus in mijn kamer kwam dacht ik: deze liefde is zo groot. Ik kan niet eens de mensen in mijn huis liefhebben laat staan hele wereld en God houdt van de hele wereld, ook van de rare mensen. Ik voelde dat mijn liefde helemaal onder de maat was en heb heel erg gehuild. Het was zo’n overweldigende ervaring toen Hij kwam en zei: Ik weet dat je hart niet zo kan liefhebben, maar ik ga je een hart geven dat dat wel kan. Het was zo’n intense ervaring dat ik gewoon moest zeggen: nu moet het stoppen, anders ga ik dood.
Overtuigd én verdrietig
Ik deed op mijn achttiende belijdenis. Daarna heb ik nooit meer getwijfeld over mijn redding. Mijn ouders twijfelden wel aan mij. Ze vonden het hoogmoedig dat ik zei dat ik Zijn kind was. Je moest toch een bepaald heilig leven leiden en een zekere nederigheid hebben volgens hen. Maar ik zei: dit gaat niemand van mij afpakken, ik ben vergeven, ik sta recht voor God. Ik was dus heel overtuigd, maar vond het ook heel verdrietig dat mijn ouders zo reageerden. Ik heb best wel wanhopig tegen hen gezegd: daar wordt God niet blij van, als je niet hardop zegt dat je Gods kind bent.”
Door mijn ontdekking was ik een bom die barstte, ik wilde het van de daken schreeuwen. Dat heb ik ook gedaan, bijvoorbeeld tegen mijn baas. ‘Je moet echt God leren kennen.’ Die reageerde sarcastisch: die christenen zijn zo heilig, die drinken zich in het weekend klem. Maar ik zei: ‘Als God terugkomt, kun je niet bij Hem aankomen met deze praatjes.’
Ervaring met God
Marijes man Erwin zat in dezelfde kerk als zij. “Hij was mijn clubleider, we schelen zes jaar. Erwin werd geraakt toen mensen hem op straat aanspraken, drie keer achter elkaar, met de vraag: ‘Ken je Jezus?’ Ook hij had een heel krachtige ervaring met God en ook voor hem moest het stoppen, omdat hij het gevoel had dat hij het anders niet zou overleven. Hij gooide radicaal het roer om en ging naar bijbelschool De Wittenberg.
We kenden elkaar al een aantal jaren en tijdens een kamp ontstond er wat meer. Ik dacht: Dit is een gelovige jongen en ik vind ‘m ook wel leuk. Ik merkte voor het eerst in mijn leven dat ik verliefd was. Maar toen ik hem uiteindelijk na een bespreking meevroeg om wat te gaan drinken, zei hij: ‘Dat ga ik nog met je bespreken’. Het was eigenlijk een nee omdat hij dacht dat hij alleen moest blijven. Hij wilde niks tussen God en hem in laten komen.
Eerste strijd
Tijdens zijn periode op De Wittenberg was dat een gebedspunt. Paulus zegt ook dat als je beter kunt trouwen dan te branden van begeerte. Hij dacht bij zichzelf: ik heb wel gevoelens voor het vrouwelijk geslacht, het lijkt me niet goed alleen te blijven.
We gingen wel naar de kerk en naar bijbelstudie, maar er was geen groei”
Ik had na zijn ‘nee’ geen toenadering meer gezocht, want ik wilde geen speelbal van de duivel zijn. Het was wel mijn eerste strijd met God. Ik zei: Maar God, Erwin is een gelovig iemand en ik houd van hem, ik snap niet waarom dit niet door kan gaan. Ik heb het wel losgelaten, maar na twee jaar kwam hij naar me toe met de vraag of we een keer konden afspreken. Ik had niet eens in de gaten dat het om een relatie ging, ik dacht dat het ging over een functie in de kerk.
Geen groei
In 2000 trouwden we in onze kerk. In het begin was Erwin wel verder in het geloof dan ik. Hij had veel Bijbels onderwijs gehad, stond al jaren open voor een evangelisch geluid en wist al van genezing en uitdrijving van demonen. Ik vond het allemaal maar eng. Ons geestelijk leven heeft eigenlijk vijfentwintig jaar stilgestaan. We gingen wel twee keer naar de kerk en naar de bijbelhuiskring, maar er was geen groei. Ik had vergeving ontvangen maar daar bleef het bij. Ik was heel blij met mijn verlossing, maar wist niet hoe ik verder moest na het kruis. Ik wist helemaal niet dat je met de Heilige Geest kan praten, wat er echt gebeurt met de wedergeboorte, dat je de erfenis ontvangt, de opstandingskracht van God krijgt of moest bidden.
We kregen twee kinderen, Erik en Lizette. Zij hadden tijdens het opgroeien veel vragen, vooral mijn zoon. Die leer je op een kinderlijke manier beantwoorden, maar je gaat zelf ook nadenken. Waarom weet ik daar geen antwoord op?
Ik ben geen lezer en nog niet zo lang geleden zei Erwin: Er staan filmpjes van Tom de Wal op YouTube. Ik ben de Graceschool en de Faithschool gaan kijken. Het onderwijs kwam als een bom binnen. Er werd zo duidelijk uitgelegd wat geloven is, onderbouwd met bijbelteksten. Ik heb het ingedronken en ook openbaringen gekregen
Dochter gedoopt
Onze dochter heeft zich als eerste laten dopen. Zij wilde weleens ergens anders naar de kerk en maakte daar vriendinnen. We lieten het eerst maar weinig toe, maar al gauw bleek dat ze zo groeide in haar geloof. Ze kreeg antwoorden op haar vragen, maakte wonderen mee, leerde haar geloof in de praktijk te leven. Ik vroeg me af waarom ik haar tegenhield, alleen maar om te voorkomen dat we als gezin niet met elkaar naar de kerk zouden gaan? Ze kreeg ook het verlangen om zich te laten dopen. Ik was niet zo ver en heb het maar gezien als belijdenis.
. We gingen ook naar bijeenkomsten van Johan Toet. Dat was best wel nieuw, allemaal handengeklap, dat waren we niet gewend. Maar die mensen spraken zo vol vuur over God en hadden zo’n levend geloof, dat sloot aan bij mij. Hij legde uit dat je alle geestelijke gaven ontvangt bij je doop. Toen hij de uitnodiging deed voor de doop, stond ik ook op. Dat was een geweldig moment tussen God en mij. Ik liet mijn oude leven achter in het water en ben in Zijn kracht opgestaan. Erwin was blij voor mij, maar wilde zelf eerst onderzoek doen. Hij verdiepte zich in de Bijbel en las een boek en een maand later is hij bij Frontrunners gedoopt.
Zoon depressief
Met mijn zoon Erik ging het twee jaar geleden heel slecht. Hij wilde eigenlijk niet meer leven. Hij had een spoedopname bij de GGZ, kwam in een traject maar de medicijnen werkten niet. Er was zo weinig progressie dat hij naar een kliniek moest. Dat zou na de zomervakantie in 2023 gebeuren. Ik dacht: hij moet onder het Woord komen, dat is zijn enige redding. Hij ging niet meer naar de kerk, las geen Bijbel, had geen gebedsleven. Ik dacht: we gaan naar de Betteld, een christelijke camping met een jongerenprogramma. Hij had zo weinig zin in het leven dat er een wonder moest gebeuren, wilde hij mee gaan, maar ik heb in geloof een kaartje gekocht voor het programma. We dachten dat hij een week nodig had om te acclimatiseren voordat hij deel zou gaan nemen, maar hij wilde meteen meedoen.
We waren er inmiddels achter dat depressie van de boze is en dat er bevrijding nodig zou zijn. Er was een stel op de camping dat aan bevrijding deed.Toen we de vraag stelden, zei het stel dat het eerst met ons zou beginnen, omdat je generatievloeken door kunt geven. We hadden een sessie van drie uur waarin je allerlei zonden belijdt, ook plaatsvervangend voor het voorgeslacht en daar vergeving voor vraagt. Daarna waren er proclamaties en we werden gezalfd met olie. Het was een intens proces, maar ik geloof dat we alle verkeerde banden verbroken hebben.
Een visioen
Ik was er helemaal vol van, ik kon de hele dag niet meer aan iets anders denken dan aan God en had ook zó’n dankbaarheid in mijn hart. Die nacht erna kon ik ook niet slapen. Ik kreeg een visioen waarin in ondiep water mijn zus stond en een silhouet die riepen: wij zijn er klaar voor om gedoopt te worden. Mijn zus zat op dat moment nog helemaal in de religie en er was geen zicht op zij zich zou laten dopen, maar het is uitgekomen. Zij en haar zoon hebben zich laten dopen.
Na zijn bevrijding kreeg mijn zoon steeds teksten over het beloofde land”
Erik was tijdens een dienst toen er een worshiplied werd gezongen, in huilen uitgebarsten. Hij huilde nooit, maar daar werd hij gebroken voor God. Hij voelde de banden van de dood van zich afglijden. In drie dagen hadden we hem helemaal zien veranderen, hij werd vol van God. Op enig moment had hij een kleine ruzie met zijn vriendin en kreeg hij toch weer zelfmoordgedachtes. Daar schrokken wij van en we wilden niet langer wachten. Het was heel wonderlijk dat Erik met het stel in gesprek wilde en hij heeft zijn zonden beleden. Hij kreeg na zijn bevrijding allemaal teksten van God. Als hij die opzocht, zag hij dat het steeds ging over het beloofde land. Hij zou naar de kliniek gaan, maar dat was niet meer nodig. Hij stond een jaar op de wachtlijst, maar het was weg.
Gepassioneerd
We hebben na gebed hem naar de Wittenberg laten gaan. Daar is hij uitgestapt in bidden voor mensen en heeft hij over zijn bevrijding verteld. De school is best wel behoudend, het was een teleurstelling dat hij niet werd geloofd. Daarom is hij gestopt. Nu doet hij de deeltijdschool van Frontrunners en de Soulwinners School, een evangelisatietraject van dezelfde organisatie.
Na onze doop ontstond er wel gelijk strijd. Erwin zat in de kerkenraad en zijn keuze was meteen een hot topic. Uiteindelijk zijn we weggegaan bij de gemeente, omdat we er maar de helft van het Evangelie hoorden en we naar meer verlangden. Mijn ouders hebben niet gereageerd op mijn doop, ze willen het er niet over hebben. . Ik hoop dat mijn ouders naar hun binnenkamer gaan en aan God vragen wat waarheid is. Erwins familie staat er meer voor open, met hen kunnen we er gesprekken over voeren.
Ik heb er geen woorden voor hoe ons leven er nu uitziet. Alleen al dat de depressie weg is, de hele bedompte sfeer in huis is verdwenen. In plaats daarvan staat er praisemuziek aan. Erik is helemaal in het Woord gedoken. Hij heeft heel veel bijbelkennis en is wijs en volwassen. Mijn dochter leidt nu een connectgroep voor iets jongere meiden dan zij. We gaan met elkaar de straat op om te evangeliseren, corrigeren elkaar als iets af kan leiden van God. We willen alle vier God gepassioneerd volgen.”