Florian Zoet wilde op de middelbare school graag stoer gevonden worden en begon met roken en blowen. Hoewel dit op het begin leuk leek, groeide het al snel uit tot een verslaving. Het bracht hem in diepe problemen, waarna hij geen uitweg meer zag in zijn leven. Dat veranderde toen een vriend hem meenam naar de kerk. “Ik begon te huilen en een warm gevoel sijpelde naar binnen in mijn hart. God raakte mij aan.”
“Ik had altijd wel het gevoel gehad een beetje anders te zijn. Als derde kind in een gezin van vier kinderen, groeide ik op met mijn ouders, broers en zus in Amersfoort. Mijn vader was een hardwerkende man, die ik als kind op een doordeweekse dag weinig zag. Mijn moeder daarentegen werkte eigenlijk niet en voedde ons voornamelijk op.”
“Elke zondag gingen we naar een baptistengemeente, dus ik groeide OP DE ZONDAGSSCHOOL op met de verhalen uit de bijbel .”
“Elke zondag gingen we naar een baptistengemeente, dus ik groeide op de zondagsschool op met de verhalen uit de bijbel. Net als in de meeste gezinnen, waren er bij ons thuis ook dingen die niet lekker liepen. Zonder erover in detail te treden, kan ik zeggen dat er periodes waren dat het thuis emotioneel niet veilig voelde voor mij en ik als hooggevoelige jongen me lang niet altijd gezien voelde.”
“Ook had ik last van ADD, waardoor school een uitdaging was. Moeite met motivatie en concentratie waren niet vreemd voor mij. Gelukkig ken ik ook tal van goede herinneringen uit mijn jeugd, het was lang niet allemaal slecht. Maar laten we eerlijk zijn, geen enkele ouder is perfect, behalve Pappa God.”
Roken
“Het was tijd om naar de middelbare school te gaan en daar kreeg mijn leven een andere wending. Ik begon aan het einde van de eerste klas op de middelbare school, ik was nog net geen dertien, met roken. Ik had zo het verlangen om door anderen stoer gevonden te worden, ik wilde status, ik wilde iemand zijn waar anderen bang voor waren.”
“Ze leken zelfverzekerd en bij mij ontbrak het daar enorm aan.”
“Waarschijnlijk omdat ik zelf snel bang was voor anderen, ik op zoek was naar mijn identiteit en ik zag wat het opleverde om ‘een van de stoere jongens’ te zijn. Zij straalden iets van gezag uit, iets onaantastbaars. Ze leken zelfverzekerd en bij mij ontbrak het daar enorm aan.”
Jointje
“Een kleine twee jaar later, ondertussen al een poos verslaafd aan roken, aan stelen en liegen voornamelijk tegen mijn ouders, stak ik mijn eerste jointje op. Ik verloor mezelf al vrij snel in het blowen. Het begon met eens per week op zaterdagmiddag een jointje roken, maar was na een jaar uitgegroeid tot een verslaving waar ik veel voor opgaf.”
“Het blowen verdoofde datgene waar ik in mijn leven zo mee worstelde; de onrust, de onzekerheid en mijn hooggevoeligheid. Ik leefde in mijn eigen wereld, waar het volledig om de drugs draaide. Het bleef echter niet bij blowen. Ook XTC en cocaïne ging ik met enige regelmaat gebruiken en in het weekend was ik gerust twee avonden straalbezopen.”
“Ook XTC en cocaïne ging ik met enige regelmatig gebruiken”
“Ik was gestopt met mijn middelbare school en volgde een MBO-opleiding waar ik amper iets voor hoefde te doen. Dit gaf me voldoende tijd voor mijn verslaving. Ik onderhield eigenlijk geen relaties met andere mensen, behalve de vrienden waarmee ik blowde. Ik kwam alleen thuis om te slapen en te eten.”
“Het idee dat dit allemaal geen consequenties zou hebben was natuurlijk een leugen, maar wel één die ik geloofde. Ik zag nooit een reden om te stoppen, zelfs als vrienden vonden dat het wat te gek werd.”
Toen Florian een jaar of twintig was, begon het tij desondanks te keren. “Ik had al wat langer last van lichte paranoïde momenten en terwijl ik op de fiets zat naar huis, was ik, zoals ik wel vaker deed, tegen mezelf aan het praten in mijn hoofd. Niet iets heel geks zou je zeggen.
Stemmen
“Toen ik echter in mijn bed lag zei ik tegen mezelf ‘als ik dit maar niet heb als ik morgenochtend wakker wordt’. Alsof ik zelf de knop had omgezet, werd ik de volgende ochtend wakker met een bak onrust in mijn hoofd als nooit tevoren. Het leek alsof er iets was geknapt, want als een constante stroom waren er ineens allemaal verschillende stemmen in mijn hoofd. Er ontstond een onrust die me zo overviel en zo oncontroleerbaar was, dat ik letterlijk dacht dat mijn kop zou ontploffen.”
“Er ontstond een onrust die me zo overviel en zo oncontroleerbaar was, dat ik letterlijk dacht dat mijn kop zou ontploffen.”
“En de stemmen zeiden over het algemeen geen leuke dingen. De paranoia werd erger en ik had het gevoel mezelf compleet te verliezen. Eerst dacht ik schizofreen te zijn geworden, maar toen ik ontdekte dat ik daarvoor echt stemmen ‘moest’ horen, was ik enigszins opgelucht en verward tegelijkertijd. Want wat was er dan wel aan de hand?
Psycholoog
In de jaren die volgde heb ik met psychologen gepraat, een diagnose ADD gekregen, geprobeerd van de drugs af te komen en uiteindelijk op een punt beland dat ik het leven simpelweg niet meer zag zitten. Ik was mezelf niet meer. Het hele bewustzijn van dat ik leefde leek verdwenen en elk gevoel van realiteit was weg.
Dissociatie noemen ze dat dan. Ik voelde me een vreemde in mijn eigen lichaam, had geen contact met mijn gevoel en leek met een soort vissenkom over mijn hoofd te leven. Op een zondagmiddag vroeg een vriend van me, die ondertussen was bekeerd en van de drugs aan het afkomen was, of ik in de avond meeging naar een kerkdienst.
“Met het idee dat we daarna zouden gaan blowen, stemde ik in. We zaten in de dienst, waar ik me overigens amper iets van weet te herinneren, en de voorganger deed een oproep aan degenen die hopeloos waren, die vast waren gelopen en die geen uitweg meer zagen uit de situatie waar ze in zaten. Ik herkende me hier wel in en gaf het een kans. Ik stond op, zoals hij vroeg, en bad met hem mee dat God in mijn leven zou komen en mijn hart zou vullen.”
“Ik begon te huilen en een warm gevoel sijpelde naar binnen in mijn hart. God raakte mij aan.”
Huilen
“Ik begon te huilen en een warm gevoel sijpelde naar binnen in mijn hart. God raakte mij aan. Ik heb nog een poosje daar zitten huilen en op de terugweg in de auto zei ik tegen mijn vrienden dat het voelde alsof ik zweefde, maar dan niet van de drugs.”
“In de jaren die volgde ben ik, door de kracht van Gods Geest, andere keuzes gaan maken. Ik ben van de drugs afgekomen, ik ben van mijn pornografieverslaving afgekomen waar ik meer dan tien jaar aan vastzat en ik begon denk- en gedragspatronen aan te pakken. God bevrijdde mij op een bevrijdingsconferentie van demonische machten die mijn leven waren binnengeslopen en ik begon het leven in de Heilige Geest te ontdekken.”
“Ik heb nog veel fouten gemaakt, maar ben gelukkig nooit meer teruggevallen in mijn drugsverslaving. God is goed.”
“Ik werd onderdeel van een huiskerk en groeide in het kennen van God als mijn Pappa, ik leerde Zijn hart kennen en bleef mijn best doen in het aanpakken van de aspecten in mijn leven die nog destructieve kenmerken vertoonden. Ik heb nog veel fouten gemaakt, maar ben gelukkig nooit meer teruggevallen in mijn drugsverslaving. God is goed.
“Ja, ik ben soms nog steeds aan het zoeken, aan het worstelen, aan het vallen en weer opstaan, maar één ding weet ik zeker. Hij die in mij leeft, is sterker dan hij die in de wereld leeft. In Christus ben ik meer dan overwinnaar en ik mag getuigen van een God die krachtig door me heen werkt, ondanks dat ik zelf nog aan het leren en groeien ben. Dat is blijkbaar voor God geen probleem, wat een hoop zegt over wie Hij is en hoe Zijn hart voor ons klopt.”