Soms gebruikt de Heer bijzondere methoden om onze aandacht te vragen. Daarom probeer ik altijd “aan” te staan. Zo ook die ene ochtend in het herentoilet.
Tekst: Arjan Hulsbergen
Mijn vrouw Annemieke en ik waren trouwe bezoekers en medewerkers van een familie-zomerconferentie. Zo’n geweldige week met honderden mensen waar je elk jaar samen optrekt en geniet van wat God in ons midden doet. Niemand hoeft mij meer te overtuigen over het bestaan van de Heilige Geest en Zijn kracht. We hebben met onze eigen ogen gezien hoe vrienden en familieleden door Hem werden aangeraakt en nieuw werden.
Toch was er iets dat me steeds meer bezig hield: “Zou God nou echt altijd een podium, een spreker en een Bijbelstudie nodig hebben om zijn ding te doen? Of kan het ook op een gewone plaats?”
Kleine boodschap
Het antwoord kwam op vele manieren en in allerlei situaties: in onze woonkamer, tijdens etentjes met vrienden, op mijn kantoor, bij klanten, bij wildvreemden op straat en op plekken waar ze nog nooit van Jezus hebben gehoord. Ik kan er allerlei verhalen over vertellen, maar deze springt er echt uit: de dag op die zomerconferentie dat er (althans dat denk ik) iemand over mijn voeten plaste.
Tijdens een ochtendsamenkomst ging ik er even uit voor een kleine boodschap. Volkomen ontspannen en onbevangen stond ik daar voor de middelste van een drietal urinoirs naar mijn eigen geklater te luisteren, toen er plotseling van rechts een grote klets warme substantie over mijn onderbenen en beslipperde voeten gutste.
Over de rand geklaterd
Overtuigd dat mijn buurman op rechts zojuist fors over de rand had geklaterd begon ik hem verbijsterd recht in de ogen te kijken. De oudere heer die daar stond keek mij een beetje bedremmeld aan en sprak met trillende stem deze historische woorden: “Ehhh. Dit was niet van mij hoor! Daarvoor gaat het bij mij veel te langzaam. Ik heb een blaasontsteking, ziet u!”
Hoewel ik uiteraard nooit heb getwijfeld dat deze oudere broeder de waarheid sprak, ben ik er nooit achter gekomen waar al dat warme water wel vandaan is gekomen.”
Hoewel ik uiteraard nooit heb getwijfeld dat deze oudere broeder de waarheid sprak, ben ik er nooit achter gekomen waar al dat warme water wel vandaan is gekomen. Hoe dan ook had ik die dag een mooi verhaal te vertellen. Het werd echter nog mooier toen diezelfde broeder in de avondsamenkomst in ons rijtje bleek te zitten. Om de haverklap moesten wij voor hem opstaan, zodat hij –verontschuldigingen prevelend- alweer een bezoek kon brengen aan het toilet. “Ik moet steeds een klein beetje; ik heb een blaasontsteking, ziet u!”
Bidden
Ik zag dat de man erg leed onder zijn kwaal. Hij was behangen met allerlei hulpmiddelen om hem de dag door te helpen en deze blaasontsteking domineerde duidelijk zijn leven. Plotseling begon er iets bij me te dagen: de Heilige Geest vraagt mijn aandacht voor deze meneer. Ik keek veelbetekenend naar mijn vriend Wessel. We hadden samen al veel avonturen beleefd en voelden elkaar inmiddels feilloos aan. “Meneer,” zeiden we, “we hebben de indruk dat die blaasontsteking u hindert om van deze conferentie te genieten. Vind u het goed als we met u naar buiten gaan om voor u te bidden.”
Na enige aarzeling ging de man mee en vertelde zijn verhaal. Hij had last van een opgezette prostaat. Als gevolg daarvan hield zijn blaas veel te veel urine vast. Dat kon er alleen maar in kleine beetjes uit. Bovendien moest zijn vrouw hem elke dag helpen om een catheter in te brengen om het restant eruit te krijgen. Wessel en ik gruwden bij het idee dat een man zoiets dagelijks meerder malen zou moeten ondergaan. En het was wel duidelijk dat daardoor vanbinnen van alles beschadigde en rauw werd en zoiets eenvoudigs als plassen tot een steeds terugkerende helse gebeurtenis maakte. De meneer gaf ook aan al lange tijd ‘s nachts heel slecht te slapen en om de haverklap wakker te zijn.
Heftig bidden
Op de gang begon Wessel heel heftig te bidden. Of liever gezegd: hij begon die blaasontsteking te commanderen alsof het een valse hond was. Als ik een blaasontsteking was, zou ik ook maken dat ik weg kwam; zo streng ging het eraan toe. De oudere heer schrok er duidelijk van en maakte een paar maal aanstalten om weer terug naar zijn stoel te gaan. “Bedankt broeders, het was heel fijn dat jullie me wilden helpen. Het is goed zo!” Uiteindelijk hebben we hem moeten laten gaan. “Jammer”, zeiden we tegen elkaar. “Hij moet wel willen natuurlijk!”
Zonder terughoudendheid kwam hij op ons afgerend en sprong Wessel in de armen. Hij had voor het eerst sinds tijden de hele nacht doorgeslapen.
Maar wie schetste de volgende ochtend onze verbazing: de meneer van de blaasontsteking. Zonder terughoudendheid kwam hij op ons afgerend en sprong Wessel in de armen. Hij had voor het eerst sinds tijden de hele nacht doorgeslapen. Hij had ook niet één keer uit bed hoeven gaan. Vanaf dat moment kwam hij elke dag rapporteren. De tweede nacht verliep net zo vredig als de eerste. En ook de derde nacht sliep hij heerlijk door. Daar bovenop wist hij te vertellen dat hij was gestopt met catheteriseren. Hij had nu zonder hulp in één keer meer dan een liter geplast. En ook de rest van de dag ging alles alsof er niets aan de hand was. We hebben hier toch wel een feestje om gevierd. Iedereen was blij: deze meneer was van een nare kwaal verlost; Jezus had de eer gekregen en wij hadden weer een mooi verhaal.
De moraal van het verhaal: God wil altijd en overal Zijn liefde kracht laten zien. Zelfs op een conferentie. Blijf dus altijd scherp opletten wat Hij wil doen. Zeker op het herentoilet!
Arjan Hulsbergen is business-advocaat, trainer/consultant en auteur. Samen met Richard Zijlstra schreef hij “EXTREEM NORMAAL, Handboek voor Helden”. Bedoeld voor iedereen die de impact van Jezus wil ervaren in het leven van alledag.