Decennia geleden kreeg dominee en zendeling Willem Bouw uit Utrecht een droom van God. In deze droom kreeg hij de opdracht om Nederland voor te bereiden op een opwekking. God kondigde aan hoe dit zou gebeuren. Als alle grote kerken in ons land gaan bidden voor Israël. De Joods-Nederlandse christen Werner van der Wal-Winchester zet zich in voor deze opdracht.
Voorganger Bouw kreeg de droom in 1989, toen hij nog in Kenia werkte als zendeling. Bij zijn terugkeer in Nederland deelde hij wat God hem had laten zien. Het leidde tot de oprichting van huis van Gebed waar werd gebeden voor de stad en provincie Utrecht en om de week voor Israël. God gaf een belangrijke opdracht mee. De kerngroep moet interkerkelijk zijn, geleid door een Joodse man die in Jezus Christus gelooft. Deze kerngroep activeert kerken om te gaan of te blijven bidden voor Israël.
Toen dominee Bouw in 2003 overleed, ging de opdracht verder. Werner leidt nu de kerngroep die bidt en kerken aanmoedigt om een bidstond voor Israël te beginnen. De groep is interkerkelijk. En de plek waar zij samenkomt, is geen kerkgebouw van een bepaalde denominatie, maar een neutrale plek. Ook dit had God opgedragen. Werner vertelt: “Rooms-Katholieken stappen niet zo snel binnen bij een evangelische gemeente en reformatorische christenen niet snel bij een PKN.”
Dit geldt voor de kerngroep, die Werner leidt. De bidstonden mogen wel plaatsvinden in kerkgebouwen. Als de kerken in Nederland massaal gaan bidden voor Gods oogappel, dan geeft Hij een opwekking is de belofte die God deed aan dominee Bouw.
Moeilijke tijd
Werner is als Joodse chisten geschrokken van de agressie die er tegen Israël en tegen Joden is sinds de gewelddadige aanval van Hamas op burgers in Israël. “Op Hoog Catharijne heb ik een groep van dertig Joden voorbij pro-Palestinademonstraties zien redden, met angst in hun ogen. Holocaustoverlevenden voelen zich niet meer veilig. Een Arabische jongen riep ‘Dood aan de Joden’. Ik schrok er ook van dat zoveel Nederlanders er gewoon voorbij lopen, zonder iets te zeggen.”
Zelf wordt Werner ook lastiggevallen vanwege zijn Joodse achtergrond. “Het is een moeilijke tijd. Mensen spugen naar me, gooien dingen naar me en ik ben een paar keer klemgereden op mijn fiets. Maar ik ben de enige Jood die rustig blijft, want Jezus is bij mij.”
Palestijnse vlag
Werner draagt een kipa (keppeltje) met daarop de Israëlische én de Palestijnse vlag. Dat laatste is een idee van God. “Waarom doe je er geen Palestijnse vlag bij?” vroeg God me. Daar had ik wel moeite mee.” Toch gehoorzaamde Werner. Hij heeft zelf ook Palestijnse familieleden. “Het is mijn verlangen dat er in de bidstonden ook Palestijnse en Arabische christenen komen. Zij hebben het ook heel moeilijk.”
Bidden voor Israël is belangrijk. “Het is Gods verlangen dat we dit doen. In gemeenten waar dit al gebeurt, gebeuren wonderen. Ik verlang ernaar dat het aantal plekken waar voor Israël gebeden wordt, heel erg groeit. Dit is ook ten zegen voor degenen die bidden, want als je Israël zegent, word je zelf ook gezegend (Genesis 12:3).”