Hennie Nell hoorde een preek dat het zwart is of wit. Hij nam ingrijpende beslissingen en leerde God kennen als zijn Voorziener. Ook toen de hagelstenen zijn complete oogst vernielden.
Hennie (58) groeide op in de traditionele kerk. Hij werd na zijn trouwen met Wilma al jong ouderling-kerkrentmeester, later kringleider en leider van de gebedsavond. Naast zijn werk als fruitteler, was hij ook nog actief bij de vrijwillige brandweer. Ook daar kreeg hij leidinggevende posities, zoals postcommandant, bevelhebber en duikploegleider. Hij draaide in alles mee. “Ik was vier avonden per week weg, waar ik nu niet meer trots op ben. Ik deed mijn jongens tekort.”
Als je met God leeft, komen er volgens Hennie ‘kruispunten’ in je leven.
“Toen ik 40 was, hoorde ik een preek over keuzes maken: het is zwart of wit, en niet grijs. Toen heb ik een keuze gemaakt om 100% voor Jezus te gaan leven. Ik werd verliefd op het Woord van God en op Jezus. Ook begon ik te veranderen. Normaal had ik een heel kort lontje thuis. Het moest gaan zoals ik wilde. Maar als je je op Jezus focust, komt er vrucht. In mijn geval ook zelfbeheersing. Ik werd er rustiger en zachtmoediger.”
Overweldigende vreugde na een ingrijpend afscheid
Hennie maakte na een paar jaar een ingrijpende beslissing. Hij stopte met de vrijwillige brandweer, waar hij zo sterk aan verbonden was.
“Ik kwam gedurig in gewetensnood bij feestjes bijvoorbeeld. Ik stond toch met één been in de wereld en voelde dat ik de knoop door moest hakken. Het afscheid was hartelijk. Maar toen ik de keuze had gemaakt werd ik een dag na mijn afscheid overweldigd met een gevoel van blijdschap en vrijheid.”
“Ik hoorde daar nieuwe dingen over onze identiteit in Christus, dat je rechtvaardig bent en geen zondaar meer. Ik zag liefde die geneest en bevrijdt.”
Hennie bleef het Woord van God intensief lezen, bezocht conferenties, onder andere van Wilkin van de Kamp. Dit werd aanleiding voor een grote verandering. “Ik hoorde daar nieuwe dingen over onze identiteit in Christus, dat je rechtvaardig bent en geen zondaar meer. Ik zag liefde die geneest en bevrijdt. Ook dat je als gelovige autoriteit hebt voor anderen te bidden. Toen ik hoorde wie ik was in Christus, ging de hemel open. Mijn ogen ook. Ook de openbaring dat we bestaan uit geest, ziel en lichaam, was voor mij een openbaring. Evenals dat het Woord een zaad is, dat je moet zaaien in je hart.”
Problemen in de kerk
Hennie ging anders over de doop denken. De tekst in Mattheus 3:15 kwam telkens boven. Jezus zegt daar tegen Johannes de Doper ‘Op deze wijze past het ons alle gerechtigheid te vervullen.’ Ik zag dat de doop je laat zien wat er door de wedergeboorte in je gebeurd is. De doop is een watergraf.”
Maar dat had gevolgen voor zijn positie in de kerk. In 2010 werden hem alle taken ontnomen en moest hij zwijgend in de bank zitten. Dat bleek niet houdbaar en hij ging met een aantal anderen de kerk uit. Dat veroorzaakte heel veel pijn, bij hemzelf en ook bij anderen.
“Daar vond ook genezing en herstel plaats, van de pijn van de afwijzing. Ik ging naar de Bijbelschool en ontving veel openbaring van Gods liefde.”
Hennie kwam volgens eigen zeggen in een ‘genade-kerk’ terecht, waar het volle Evangelie gepreekt werd. “Daar vond ook genezing en herstel plaats, van de pijn van de afwijzing. Ik ging naar de Bijbelschool en ontving veel openbaring van Gods liefde. Ik ben God steeds meer gaan zien als een liefhebbende Vader. Door Jezus is alle veroordeling van ons afgehaald. Ik ben in de vrijheid gekomen, vrij van schuld en schaamte en veroordeling.”
Tot zegen in het werk
Hennie vertelt dat zijn vrouw Wilma en hij uitgesproken hebben dat God op de eerste plaats staat.
“God eerst, dan Wilma, daarna de kinderen. Ook het bedrijf staat in dienst van God. We hebben gebeden: ‘U krijgt alle eer. Breng ook mensen op ons pad.’ Zo hebben we veel mensen met problemen werk aan kunnen bieden, vaak een halfjaarcontract. Er kwam meer structuur in hun leven. Sommigen gaven het nachtleven op. We hebben hen liefde kunnen geven en ze konden het leven weer oppakken. Ook vonden ze sneller een baan.”
Op de Bijbelschool leerden we om ‘in je bestemming te komen’, wat Gods plan is met je leven. Dat gebeurt door te bidden, gesprekken en lessen vanuit Gods Woord. Naar Jezus kijken en luisteren. Maar ook de Geest wil ons daar in leiden.”
“Persoonlijk heb ik het verlangen om mensen te discipelen en het Woord te delen. Het is zo belangrijk dat jonggelovigen goed onderwijs krijgen over hun identiteit en autoriteit, de doop en het belang van het Woord. Want de Waarheid maakt vrij van de leugen waarin je geloofde. Wij worden constant aangevallen in ons denken. Daar moet je constant Gods woord tegenover stellen. Maar dat Woord moet je dan wel grondig kennen.”
“God zegende rijk”, vertelt Hennie. “God is een Voorziener. Ik leef onder de zegen van God als erfgenaam van Christus. Gods zegen rust dan op je. De zegen is voor ons en de vloek is door Jezus gedragen. Dan mogen wij ook zelf ‘gevers zijn’. Op de vraag of Hennie altijd voorspoed heeft gehad, vertelt Hennie het volgende verhaal wat hem in 2019 is overkomen.
God danken en prijzen in de hagelbui
“In juni 2019 kwam er een hagelbui met stenen van 2-3 cm. Ik was onderweg met de auto en hoorde de stenen op mijn dak kletteren. Ik reed snel de garage in. Het hagelde overweldigend hard en dan weet je als fruitteler uit ervaring: de oogst is grotendeels verwoest. Ik wist dat ik nu geloof moest spreken. Ik ging God loven en prijzen. Ik dankte Hem: ‘U bent onze Voorziener. Ik zal niets tekort hebben, hebt U beloofd. Ik zal dit jaar niet in het rood staan. Daar ging ik God voor danken. Een overweldigend gevoel van vrede vervulde mijn hart.”
“Ik gunde het de satan niet dat ik boos, opstandig of wantrouwend naar God zou worden. Dan raak je je vrede en liefde kwijt.”
“Ik gunde het de satan niet dat ik boos, opstandig of wantrouwend naar God zou worden. Dan raak je je vrede en liefde kwijt. In augustus kwam er nog een hagelbui, zeven minuten achter elkaar. Dat had ik nog nooit meegemaakt. Na deze laatste bui was honderd procent van de appeloogst en zestig procent van de perenoogst verhageld. Het grootste gedeelte was onverkoopbaar en ging naar de fabriek: een verlies van tonnen. Toch bleef ik God danken voor Zijn voorziening. Op een bovennatuurlijke wijze had ik aan het eind van het jaar niets tekort. De boekhouder stond versteld. Iedere keer was er geld binnengekomen. God gaf allerlei mogelijkheden om inkomen te genereren, bijvoorbeeld door verhuur van koelcellen.”