“Mag ik deze twee misdadigers een hand van verzoening reiken? Ik heb geen haat tegen die twee misdadigers. Bekeer je van je boze wegen.” Dat zei de geëmotioneerde Katwijkse juwelier Daniël Kleen vrijdag tijdens de zitting tegen de drie Amsterdamse verdachten van de overval op zijn zaak, op 20 november vorig jaar: N. A. (23), Y. L. (23) en R. S. (28).
Gezien de coronamaatregelen mag Kleen de twee aanwezige verdachten geen hand geven. Een boks mag wel van de rechtbank. Het is hoe dan ook een bijzonder moment in de rechtszaal, schrijft De Telegraaf. “Ik hoop dat jullie je bekeren”, zegt de gelovige Katwijker. “De aardse rechter zal over jullie oordelen, maar als jullie je niet bekeren, zullen jullie voor altijd branden in de hel. Dat wens ik jullie niet toe.” Verlegen lachend horen A. en L. het aan, schrijft De Telegraaf.
Vuisthamer
Tijdens de zitting bekennen A. en L. hun schuld in de zeer gewelddadige overval. Na het zien van de beelden van een hevig bloedende juwelier, vinden zij wat ze gedaan hebben ’erg schokkend’. Maar daar hadden ze toen niet over nagedacht.
L. was degene die Kleen met een twee kilo zware vuisthamer op zijn hoofd en lichaam sloeg. A. wilde schieten met een pistool, maar dat lukte niet omdat er een kogel klem zat. Kleen: “Toen ik ze de vorige keer zag, in Opsporing verzocht, was het alsof ik weer die klappen op mijn hoofd kreeg”, zegt hij.