Mattheus deed een oproep tot ver buiten zijn eigen achterban om te stoppen met het plaatsen van kritische berichten over het coronabeleid. Het zorgde voor veel lovende reacties, maar ook voor wat kritiek. Hij vertelt: “Ik vond het heel moeilijk om het statement te maken, maar ik vond het zo heftig om te zien dat integere mannen van God die ik van dichtbij ken, steeds neergesabeld worden.” In dit artikel vertelt hij over deze tijd, hoe hij de overheid eerde in Noord-Korea, zijn oproep en reageert hij op de kritiek die daarop kwam.
De commotie, de discussies, het zit Mattheus hoog, vertelt hij. Hij vindt dat we als christenen te veel lawaai maken. Hij trekt een vergelijking met een eeuw geleden, om deze tijd te relativeren. “Stel je eens voor dat je in 1900 geboren bent. Dan maak je op je veertiende de Eerste Wereldoorlog mee met 22 miljoen slachtoffers. Vlak daarna, op je twintigste, breekt er een pandemie uit met 50 miljoen dodelijke slachtoffers. In het gezin van mijn opa zijn daar twee kinderen aan dood gegaan.
Vervolgens ben je 29 jaar oud en breekt er wereldwijd een economische crisis uit. Vervolgens op je 39e breekt de Tweede Wereldoorlog uit met zestig miljoen dodelijke slachtoffers. Om verder nog maar te zwijgen over de Korea-oorlog en de Vietnamoorlog met z’n miljoenen dodelijke slachtoffers.”
Gemakken.
Hij trekt een vergelijking naar de tijd waarin wij leven. “Kijk eens hoeveel gemakken wij hebben. We hebben stroom, warm water, een dak boven ons huis, mobiele telefoons. Wat is onze grootste zorg? Dat we een mondkapje in de supermarkt op moeten, of dat we het huis niet uit mogen. Ik denk dat dit het minste is dat we voor elkaar kunnen betekenen om elkaar te beschermen.”
“Vervolgens komt er een hele social media discussie waarin christenen op scherpe toon tegen elkaar praten. Dat vind ik erg.”
“Vervolgens komt er een hele social media discussie waarin christenen op scherpe toon tegen elkaar praten. Dat vind ik erg. Met een verdeeld leger kunnen we nooit zo’n oorlog winnen. Daarom heb ik opgeroepen, en dat meen ik echt, dat we met elkaar een toontje lager mogen zingen.” Hij voegt eraan toe: “Ik vind dat we de overheid meer mogen respecteren. Dat is overigens niet hetzelfde als buigen voor de overheid.”
Je vertelde voorafgaand aan dit gesprek dat je het verschil tussen respecteren en buigen in je eigen buitenlandse reizen veel bent tegengekomen. Kun je dat eens uitleggen?
”Ik ben in mijn leven diverse keren in Noord-Korea en Myanmar geweest. Ik houd enorm van deze volken en ik heb ook een hart voor de leiders. Ik bid voor hen, ik zegen hen en ik spreek publiekelijk altijd eervol over hen. Hoewel het vaak best gevaarlijk was om daar te zijn, voelden ze het respect. Het zorgde ervoor dat deuren opengingen.”
“Tegelijkertijd wisten ze: als deze man binnenkomt, gaat hij niet voor ons beeld buigen.”
“Tegelijkertijd wisten ze: als deze man binnenkomt, gaat hij niet voor ons beeld buigen. Daar ben ik altijd duidelijk over geweest. Ik respecteer de overheid met alles wat ik heb, maar ik hoef ze niet in alles te gehoorzamen.”
“Door respect te hebben, veel te bidden, en vooral niet te provoceren – bijvoorbeeld wanneer je zo’n beeld zou opzoeken – bereikten we zoveel. In Myanmar proclameerde een minister van religie tien jaar geleden, in onze bijeenkomst, voor het eerst godsdienstvrijheid.” Ook vertelt Mattheus dat een vrouw, nu de vicepresident, enorm was aangeraakt tijdens één van zijn eerste bijeenkomsten.
“Een keer tijdens een grote campagne waar zo’n 100.000 hindoes op een Gospel Music Festival in India afkwamen, gebeurde er zoveel, dat de hindoes in opstand kwamen en het volk gekalmeerd moest worden. Weet je wat we toen deden? We gingen niet in verzet. We wasten politieke hindoeleiders hun voeten en vroegen vergeving voor wat de kolonisten in het land ooit hebben gedaan. Het liep ook weleens geheel anders, vertelt Mattheus. “Ik ben in Laos ook weleens bijna gearresteerd, tientallen politieagenten hadden het gebouw waar ik sprak omsingeld en mij het land uitgezet. Maar ik mocht er na drie maanden weer in, nadat we veel hadden gebeden. Ik mocht nota bene weer in het gebouw van de regering komen.”
Wat is op basis van deze ervaring je boodschap voor de kerk nu?
“Ik vind het onvergelijkbaar. Onze regering snoert op geen enkele manier de mond van christenen. Ze geven gewoon adviezen en verplichtingen waar we serieus mee om moeten gaan. Tegen mensen die het overdreven vinden, zeg ik: ‘Praat eens met mensen van wie hun ouders zijn overleden door corona, daar zijn veel voorbeelden van.’ Of ga deze week eens langs op de IC’s in ziekenhuizen.”
De situatie in de Verenigde Staten vindt Mattheus desondanks wel anders. “Ik ben een evenementenman, ik wil heel graag weer met grote groepen samenkomen. Maar dit is tijdelijk, dit duurt niet jarenlang.”
“In Amerika is de situatie anders. Daar zijn staten, zoals Californië, waar de gouverneurs kerken allerlei verboden opleggen, die niet gelden voor seculiere samenkomsten.”
“In Amerika is de situatie anders. Daar zijn staten, zoals Californië, waar de gouverneurs kerken allerlei verboden opleggen, die niet gelden voor seculiere samenkomsten. Daar heeft de ACLU – een NGO die opkomt voor vrijheden van burgers – zelfs uitgesproken dat het ging om discriminatie. Je had daar massale Black Lives Matter-protesten, met enorme rellen en chaos. Deze werden toegestaan, maar kerken mochten niets.”
“Toen besloot worshipleider Sean Feucht om erop uit te gaan. Hij verzamelde groepen om met hem mee erop uit te gaan, daar kwamen toen enorme massa’s mensen op af die Jezus aanbaden en waar ook veel mensen tot bekering kwamen. Ik begrijp dat en ik word er ook erg enthousiast van als ik het zie.”
“Ik vond het ook prachtig dat God tot Wim Hoddenbagh heeft gesproken om samen te komen op het Malieveld. Dat was niet op rebelse wijze, ze stonden zelfs vijf meter uit elkaar. Gods vrede was daar.” Verder benadrukt Mattheus dat het Gods tijd was. “Het is belangrijk om Gods dingen te doen en niet te werken vanuit enthousiasme of rebellie.”
Toch leeft deze drive ook bij veel Nederlandse christenen, juist voor deze tijd…
“Ja, maar die tijd gaat weer komen. In China, waar het virus begon, komen ze ook al met duizenden mensen weer bij elkaar. Ik geloof dat we komende zomer met duizenden christenen samen Awakening Europe kunnen gaan vieren. Het is nu even een tijd om ons rustig te houden en het virus vooral niet te verspreiden.”
“Ik vind de situatie in Nederland ook heel anders dan in Amerika. Geen enkele burgemeester of commissaris in Nederland discrimineert christenen. Ook in stadions en evenementenhallen is geen publiek toegestaan. Het is zelfs andersom, kerken hebben als enige een voorrangspositie.”
Wat is je visie voor de kerk in deze tijd?
“Dit is een geweldige tijd om terug te keren naar de tijd van het Nieuwe Testament. Daar groeide de kerk door duizenden kleine groepjes. Jezus zei: ‘Waar twee of drie in mijn Naam vergaderd zijn, daar ben Ik in hun midden.’ Al die grote events hebben niet de transformatie gebracht die we willen. Dat gebeurt in kleine groepjes.”
“Dit is de tijd dat God ons terugbrengt naar de huizen, om samen de meest fantastische tijd te hebben. Samen zijn we de ecclesia.”
Vorige week dinsdag, terwijl de discussies na Grapperhaus’ richtlijn van dertig man oplaaiden, kwam je met een duidelijk statement die veel invloed had op het verloop van deze discussie in christelijk Nederland. Kun je daarover vertellen?
“Ik vond het super spannend. Normaal gesproken bemoei ik me hier niet mee, maar mijn hart ging tekeer. Ik voelde dat ik mijn nek moest uitsteken. Ik heb het met mijn team en met leiders afgestemd – en het bij God gebracht – en toen hebben we het gepubliceerd. Ik verwachtte niet dat het bericht honderden keren gedeeld zou worden. Het verspreidde zich tot ver buiten mijn achterban. Ik kreeg veel bijval, maar ook kritiek.”
“Ik word er verdrietig van als integere christelijke leiders en politici zoveel over zich heen krijgen. Dat wilde ik duidelijk maken.”
“Ik word er verdrietig van als integere christelijke leiders en politici zoveel over zich heen krijgen. Dat wilde ik duidelijk maken. Ik merk daarbij wel dat veel leiders, ook van een jongere generatie, het niet met me eens zijn.”
“Ik geloof oprecht dat ons kabinet met de beste intenties te werk gaat. Ik geloof dat Hugo de Jonge en Mark Rutte zich inzetten voor de beste uitkomsten. Ik geloof niet dat er een complot gaande is om ons als volk ten onder te brengen. We moeten ons gewoon aan de regels houden en dan komt het wel goed.”
Tegelijkertijd zijn er ook veel leiders en voorgangers die op andere conclusies uitkomen. Ze vinden de maatregelen contraproductief of geloven wél dat er duistere machten achter het corona-beleid zitten. Gaf je voor deze opvattingen, met je oproep om de overheid in deze te vertrouwen, wel genoeg ruimte?
“Ik vind dat mensen het recht hebben om kritische grafiekjes te plaatsen, of anders te denken dan ik. Dat meen ik. Maar ik denk ook wel: wat heeft dit op de lange termijn voor zin? Is dit hetgeen waar we onze energie in moeten steken?
Ik denk dat er één echte manier is om deze strijd te overwinnen. Dat is om je Bijbel te pakken, God serieus te zoeken en te bidden en te vasten voor het land. Ondertussen zijn er ook erg veel mensen eenzaam en met grote noden die onze aandacht nodig hebben.”
“Ik begrijp dat hier verschillend over gedacht wordt, en dat mag. Maar dat is wel hoe ik erover denk.”
“Persoonlijk geloof ik dat het rebellie is als je nu denkt: ‘Laten we de regering een poepje laten ruiken door expres met grote groepen samen te komen’. Ik begrijp dat hier verschillend over gedacht wordt, en dat mag. Maar dat is wel hoe ik erover denk.”
Eén verrassing sluit hij desondanks niet uit. “En wie weet komt er in samenwerking met de kerken iets moois. Bijvoorbeeld een event in Nederland, dat goedgekeurd wordt door de politiek. Iets wat breed gedragen is. Dan wil ik daar ook wel voor gaan.”
Oproep
Tot slot doet Mattheus nog een oproep die hij belangrijk acht. “Het is nu belangrijk om samen maatschappelijke verantwoordelijkheid te nemen en samen zorg te dragen voor je naaste, samen als broeders en zusters de handen ineen te slaan, onze verschillen in deze tijd van crisis achter ons te laten en in eenheid te bidden.
Het staat vast dat er een grote oogst aan zit te komen, dat Nederland op een bijzondere manier aangeraakt zal worden door de Heilige Geest, en in deze bijzondere tijd mogen we ons voorbereiden op datgene wat komen gaat. Nederland zal een belangrijke rol gaan spelen in de wereldwijde opwekking die gaat plaatsvinden.”