Voor sommigen misschien een saai onderwerp: kerkbestuur. Maar als je hier de boel niet Bijbels inricht, vraag je om problemen. En problemen in de kerk betekent vaak problemen met eeuwige gevolgen. Mensen die hun geloof verliezen. Ongelovigen die niet bereikt worden. Hemel en hel, leven en dood. Dat maakt alles toch een stukje minder saai.
Tekst: Christian Tan
Een veelgemaakte fout is dat het hoogste gezag niet gegeven wordt aan zij die ook echt de geestelijke leiders zijn. In plaats daarvan is er een bestuur, een kerkenraad, een raad van toezicht, of een democratische vergadering die de boel bepaalt. Dit kan door Gods genade toch goed gaan, maar dan is dit ondanks en niet dankzij hoe we het bestuur geregeld hebben.
In de Bijbel zien we dat er drie lagen van leiderschap in de kerk bestaan: (1) apostelen, (2) oudsten en (3) diakenen.
- De apostelen zijn pioniers die kerken planten, leiders rekruteren, waken over de Bijbelse leer en de kerk helpen het grote plaatje van Gods missie niet te vergeten. Hun gezag wordt over het algemeen heel ‘natuurlijk’ herkend en erkend, en werkt eigenlijk alleen goed wanneer dit vrijwillig gegeven wordt door een lokale gemeente. (Meer over apostelen hier).
- De oudsten hebben in de lokale gemeente het hoogste gezag. Ze moeten voldoen aan een aantal karaktereisen (1 Tim. 3) en focussen zich op het brengen van het Woord en gebed (Hand. 6:4). ‘Opzieners’ en ‘herders’ zijn andere woorden voor dezelfde functie.
- De diakenen ontlasten de oudsten en apostelen door zich te richten op de praktische uitwerking van de visie in de gemeente. Ze kunnen ook spreken en hun werk is net zo geestelijk, maar ze dienen het geestelijk leiderschap. Ook zij moeten aan bepaalde karaktereisen voldoen, maar bij oudsten staat dat ze ‘bekwaam om te onderwijzen’ moeten zijn – en bij diakenen niet.
Verder zien we dat ook de hele gemeente betrokken kan worden bij bepaalde beslissingen. Maar als Israël in de woestijn democratisch was geweest, zaten ze vandaag de dag nog steeds daar als slaven de mummies af te stoffen.
Soms is er een bestuur of kerkenraad, dat gaat over gebouwen, financiën, personeelszaken, juridische kwesties. Eigenlijk dus diakenen. Mensen die niet prediken of het werk van discipelen maken en herderschap doen. Maar ze zijn vaak goed in wat ze doen. Op hun werk hebben ze vaak ook een dikke verantwoordelijkheid, en dat komt goed van pas in de kerk.
Alleen dit soort ‘bestuurders’ hebben soms opeens ook de bevoegdheid om de geestelijk leiders aan te stellen of te ontslaan, en een beslissende stem over de begroting. Dat betekent … dat zij de echte baas zijn van de kerk!
En dat is vragen om problemen.
In het ideale plaatje is de oudste, voorganger of dominee echt degene die geestelijk voorop loopt. Ze geven voorrang aan wat het Woord zegt, en hoe Gods Geest hen hierin leidt dit toe te passen.
Een bestuur dat zelf niet predikt en discipelt, kijkt vaak wat menselijker naar beslissingen. Niet per se zondig, maar met natuurlijke ogen. Meer ‘gezond verstand’, minder Bijbelse principes en biddend Gods leiding zoeken.
Bestuurlijk en geestelijk leiderschap botst dan vaak. De geestelijk leiders hebben visie voor een geloofsstap, maar de bestuurders willen het op veilig spelen. Oudsten brengen gedreven door Gods Geest confronterende prediking, maar de kerkenraad ziet het verlies van tienden al aankomen. De bestuurders zijn onder de indruk van iemand met een indrukwekkend CV en hoge positie in de maatschappij, de geestelijk kijkende mensen zien waarschuwingssignalen.
Natuurlijk is het soms precies andersom. De oudsten lijken geestelijk, maar zijn blind voor verborgen motieven diep in hun hart. De bestuurder-diakenen zien dit en moeten de gemeente beschermen. De voorganger heeft enthousiaste plannen, maar heeft God er niet om geraadpleegd, en die moet vervolgens de gemeente gebruiken om een andere kant op te gaan.
Overal waar het vlees, de menselijke natuur (hoe slim of sterk ook) zónder afhankelijkheid van God, het roer in handen krijgt, komt uiteindelijk chaos. Geloof me, genoeg kerkscheuringen erom gezien en tientallen leeftijdsgenoten in m’n tienertijd erdoor God zien verlaten.
Er is ook geen perfect systeem.
- Een ‘episcopaal’ systeem met hiërarchie en een sterke visionaire leider kan enorm effectief zijn als de leider een zuiver hart houdt, maar een dictatoriaal drama worden als dit niet zo is en hij als de ‘grootste’ niet ‘de slaaf van iedereen’ (Mc. 9:35) is.
- Een ‘presbyteriaans’ systeem waar een groep oudsten samen als team leiding geeft kan geweldig bouwen, maar ook door mensenvrees en partijschappen gegijzeld worden en in besluiteloosheid verzanden.
- Een ‘congregationalistisch’ systeem waar de gemeente democratisch besluit, kan voor harmonie en groei zorgen maar ook tot verschrikkelijke politieke spelletjes leiden.
Daarom zegt God ook niet: doe altijd dit of dat. Hij laat het bewust open of er één of meerdere mensen leiding moeten geven. Zowel het idee van een ‘eerste onder de gelijken’ als een gelijkwaardig team is in de Bijbel te vinden. Hij kan leiden door een sterke visionair zoals Mozes of Paulus, maar ook door een ‘arme wijze man’ die je makkelijk boven het hoofd ziet (Pred. 9:15).
Maar de basis is wel: zij die de geestelijke leiders zijn, moeten ook op papier de eindverantwoordelijkheid hebben. Bestuurders die zich bezig houden met zaken die in de wereld heel belangrijk zijn zoals financiën en gebouwen, maar niet het werk van een oudste doen, zijn diakenen, die zich blij en gewillig moeten laten leiden door de geestelijk leiders. Zij en de gemeente mogen altijd de visie en strategie kritisch bevragen, en voorgangers en oudsten moeten hiervoor actief open staan. Maar aardse principes mogen niet de overhand krijgen. Een gemeente overwint niet door het toepassen van de beste management principes alleen, maar door gehoorzaamheid aan Gods Woord – zelfs al gaat dit tegen gezond verstand en bestuurlijke wijsheid in.
Er zijn ook veel oudsten die wel zo heten, maar in feite het werk van een diaken doen: ze geven geen onderwijs, discipelen de mensen niet, spreken hen niet aan op hun levensstijl. Ook dan is dit een recept voor op z’n minst stagnatie.
Om gezond te zijn en te groeien, moet een gemeente geleid worden door oudsten/herders/voorgangers die het harde werk doen van prediking, onderwijs en discipelschap. Het liefst verbonden aan een apostolische bediening. Echte apostelen zullen zichzelf nauwelijks zo noemen, maar functioneren belangeloos met advies en inspiratie – en beter geeft een gemeente hen het recht om ook te corrigeren waar dingen fout gaan.
Hoe zit dit in jullie gemeente? Wie neemt voorgangers aan en kan ze ontslaan? Als puntje bij paaltje komt, wie trekt er aan de touwtjes? Regeert ‘gezond verstand’, marketing en managementsprincipes? Of … is Jezus Koning door het Woord heen, door dienende leiders die ook echt voldoen aan het profiel van oudsten, die gestorven zijn aan zichzelf en met bewogenheid, visie en volharding het huis bouwen?
Hier kan je hele boeken over schrijven, en roept vast ook weer veel vragen op. Schroom niet bij ons (Meer Jezus of de VPE) aan de bel te trekken – kost niets, en kan juist qua eeuwige oogst gigantisch veel opleveren!