PKN-predikant Wilbert Dekker was afgelopen maandag een van de 140 voorgangers in de Tweede Kamer, op uitnodiging van Don Ceder. Het was voor hem een verfrissende tijd, schrijft hij in een blog. “Je zou het niet zeggen in een tijd van kerkelijke krimp – althans, in veel gemeenten van de Protestantse Kerk – maar landelijk gezien groeit de kerk enorm. Een heel aantal gemeentes groeit
zelfs uit z’n jasje”, zegt hij verrast. Daarom was ‘ruimte voor de kerk’ ook een belangrijk thema op de bijeenkomst die Tweede Kamerlid Don Ceder (CU) organiseerde voor voorgangers uit heel Nederland.
Ds. Wilbert Dekker, de praeses van de classis Overrijssel-Flevoland, stapte uit zijn eigen bubbel, bezocht de bijeenkomst in Den Haag en neemt drie belangrijke lessen mee uit Den Haag.
Drie lessen
Dekker vond het leerzaam en heilzaam om als witte, mannelijke PKN-predikant nu eens niet deel uit
te maken van de vanzelfsprekende meerderheid. ‘Kerkruimte-tekort’ was een belangrijk topic, zoals je in zijn blog kunt lezen. Hij haalde drie lessen uit de samenkomst:
“Allereerst dat de aandacht voor migrantenkerken weliswaar groeit, maar dat we daarin als “gevestigde kerk” nog wel veel meer in mogen investeren. Hoe belangrijk is het voor hen om gezien te worden. Hoe belangrijk voor ons is het om aangestoken te worden door hun vuur, passie, toewijding en gebed.
In de tweede plaats herken ik het verlangen dat er een plek van samenkomst en gebed is in de buurt,
in de wijk of op het dorp. Ook in onze regio worden in de steden en in de dorpen kerkgebouwen
afgestoten. Dat proces is nu al aan de gang, en gaat ook nog wel even door. Maar is er ook oog voor
het verlangen van mensen om bij elkaar te komen voor gebed en lofprijzing, om vreugde en verdriet
te delen in het licht van Gods Woord? Als dat niet meer in een kerkgebouw kan, waar dan wel? Soms
spreken we over “vierplekken” die er moeten blijven, maar is dat niet een wat kaal en bloedeloos
taalgebruik? En huiskamergemeentes zijn ook niet de hele oplossing: het gaat juist om een publieke
plek, niet een privéwoning.
In de derde plaats merk ik dat de kerken in mijn eigen omgeving (Kampen) nog wel wat kansen laten
liggen. Natuurlijk, we spreken de burgemeester en wethouders tijdens het jaarlijkse gezamenlijke
ontbijt met alle voorgangers. Maar we maken niet “slim” gebruik van onze contacten en onze
mogelijkheid tot inspraak op dossiers die er ook voor de kerken toe doen. We zouden veel meer de raadsagenda kunnen volgen en netwerken met de raadsleden, om zo samen te zoeken naar het
goede voor de hele samenleving. Het is voor mij een wake-up-call: hier is nog een wereld te winnen!”
Lees hier de hele blog van ds. Wilbert Dekker.