Dertig jaar geleden startten Richard en Jannie Klomp de Rafaël-gemeente in Amersfoort. Wat begon in een klein gebouwtje in het Soesterkwartier, groeide uit tot een grote stabiele evangelische gemeente van tegen de duizend leden. Het is tevens een plek waar de God van wonderen vrij zijn gang kon gaan. “We baden eens voor twaalf kinderloze stellen, waarvan er binnen korte tijd tien stellen zwanger werden. Het stond vaak bol van de wonderen.” In dit artikel deelt Richard Klomp lessen die hij in de afgelopen dertig jaar geleerd had.
Misschien wel de belangrijkste les, tevens ankerpunt in hun bediening, was het feit dat ze wísten dat ze geroepen waren door God. “Dat helpt je door alles heen. In Efeziërs staat de tekst dat we ‘geroepen zijn om te wandelen in de goede werken die God heeft voorbereid.’ Als het dan een keertje tegenzit, dan kun je hierop terugvallen. We wisten namelijk heel zeker dat God de plek waar we zaten had aangewezen en had voorbereid.”
De familie Klomp gingen in 1991 met hun drie kinderen in Amersfoort wonen. In hun woonkamer startten ze met een groepje van 13 mensen. De eerste samenkomsten waren in een houten gebouwtje in het Soesterkwartier in Amersfoort. Hier werd ook de pers voor uitgenodigd.
“Nou, die kwamen er massaal op af. Het AD, Utrechts Nieuwsblad, Trouw. Ze kwamen op onze advertentie af waarbij we zeiden: ‘Eindelijk een Rafaël-gemeente in Amersfoort, we zijn een nieuwe dynamische generatie gemeente.’ Mensen dachten: wie is die club die zo hoog van de toren blaast?
De artikelen waren louter positief. Behalve dan dat de Trouw-journalist zich afvroeg waarom die evangelische gemeenten in zulke lelijke gebouwtjes samenkomen. Daar had hij gelijk in. We zaten gelijk propvol.”
Iets nieuws
Toch was het wel degelijk iets nieuws wat Rafaël meebracht. De focus op de liefdevolle aanvaarding van God, was volgens Klomp een nieuw geluid. “Dat is natuurlijk iets anders dan tolerantie voor destructief gedrag. Maar aanvaarding houdt in dat er altijd recht is op vergeving. Het was een nieuw geluid.”
God had duidelijk tot me gesproken: ‘Er gaat een miljoen binnenkomen.’”
De kerk bleef keihard groeien en stapten ook naar andere gebouwen. Uiteindelijk kochten ze een gebouw van de gereformeerde kerk. Uiteindelijk kochten ze het grote gebouw zelfs waar de gemeente nog altijd in samenkomt. “We hadden veel geld voor nodig. Maar God had duidelijk tot me gesproken: ‘Er gaat een miljoen binnenkomen.’ Mijn mede-leiders vonden het niet slim als ik dat zou delen, omdat ‘het anders zo tegenvalt als het niet uitkomt.’ Maar ik heb het gewoon gezegd. We hebben erbij gedeeld dat er een wonder nodig was. Op die bewuste zondag haalden we een offer op en er kwam zes ton binnen. Vlak voor het einde van het jaar, kwamen de laatste euro’s binnen, en dat bleek precies een miljoen te zijn. Een ongekend wonder. Nu hadden we genoeg voor de aanbetaling van het gebouw.”
Bol van de wonderen
Klomp beschrijft de afgelopen dertig jaar als een periode ‘bol van de wonderen’. Hij vertelt: “We hebben echt alles meegemaakt. Grote genezingen, waarbij er organen geschapen werden. Ook een kindje dat overleden was in het ziekenhuis dat opstond uit de dood…”
Hij legt uit: “Het kindje was omstrengeld geweest en was bij de geboorte overleden. Ik was in het ziekenhuis, het kind lag nog aan de monitoren met slangetjes en snoertjes. Toen vroeg ik: ‘mogen we nog even bidden?’ Toen hebben de vader en ik gebeden. In plaats van een pastoraal gebed, kwam tot mijn schrik uit mijn mond: ‘In de naam van Jezus, kom terug en leef!’ Op dat moment liep de verpleegkundige langs de monitor en schreeuwde: ‘Verrek, hij begint het te doen.’ Wij werden heel blij, maar de artsen zeiden meteen dat we niet blij moesten zijn, omdat als het nog goed komt, het kind een kasplantje zou worden. Wij zeiden: ‘Wij geloven dat God het kind heeft genezen.’ Nu is het uitgegroeid tot een sterke jongeman, kerngezond en zelfs een universitaire studie afgerond.”
Tegenslagen
Tegenslagen waren er uiteraard ook, zeggen Richard en Jannie Klomp. Hij werkte samen met ‘Purpose driven Nederland’, wat stond voor laagdrempelige evangelische kerken. Echter zei God tegen Klomp dat hij geroepen was om voorganger te zijn van een uitgesproken charismatische kerk. Omdat zijn medevoorganger en beste vriend die omslag erg moeilijk vond, legde hij zijn functie neer. “Dat gaf mij een diep verdriet. We hadden ook een tijdje geen contact met elkaar. Maar de relatie is hersteld. Als wij staan voor de aanvaarding van God, dan zou het gek zijn als we elkaars harten niet bleven zoeken ondanks dit meningsverschil. We hebben met elkaar geconcludeerd dat vriendschap samenwerkingsverbanden overstijgt.”
“Met Augustinus zeg ik: we hebben eenheid in hoofdzaken, vrijheid in bijzaken en liefde in alle zaken. Het is mooi om samen veelkleurig te zijn.”
Dienen onder leiderschap
Een belangrijke les die Klomp verder leerde, was het functioneren onder geestelijke dekking. “Je hebt allemaal mensen nodig die je even kan roepen als je het zelf niet meer weet. Ik had zelf altijd iemand boven me. Eén van mijn beste vrienden was Peter Rothuizen, die zelf 24 kerken stichtte in Nederland. Ik kon altijd bij Peter terecht. Ik hoefde het wiel niet zelf uit te vinden.
Over dit onderwerp sprekende: als voorgangers de absolute macht naar zich toetrekken in gemeentes, is dat vaak een foute zaak. Misschien schop ik tegen wat schenen, maar ik geloof dat het levensgevaarlijk is. Macht corrumpeert. Je moet altijd iemand boven je hebben. In onze gemeente kregen mensen geen positie als ze niet onder leiders konden functioneren. Dat geeft bescherming aan de gemeente, maar ook aan de leider zelf.”
Lange termijn commitment
Richard geeft nog een les die hem als voorganger ver heeft gebracht: een lange termijn commitment hebben. Hij vertelt dat het vaak een verschil maakte. “Toen we begonnen, wisten we van Godswege dat we hier dertig jaar zouden dienen in de gemeente. Dat was tevens een duidelijk commitment. Het bracht ook een lange termijn visie. Als je voor de lange termijn zit, kun je in alle rust en met alle vrede door de seizoenen gaan. Ook als het wat minder loopt.
Ik weet nog dat we ons eerste gebouw kochten, maar dat het zo druk was, dat we dubbele diensten moesten houden. Dat zorgde wel voor druk op onze vrijwilligers. Bijvoorbeeld mensen van de kinderkerk of andere teams, gaven aan: ‘We redden dit niet’. Omdat wij geen snel resultaat wilden, hoefden we ook geen druk te zetten en konden we het met een lange adem doen. Nu zijn we een kerk met (post corona) zo’n 950 leden en vaste bezoekers, die heel stabiel en volwassen staat. Dat komt mede omdat we het met lange adem konden bouwen. Dat is heel mooi.”
Gemeente zijn is een teamsport
“We hebben die reis van dertig jaar afgelegd met prachtige mensen die samen met ons hun leven hebben ingezet voor God, elkaar en de wereld om ons heen. Jannie en ik zijn enorm dankbaar voor alle medereizigers die korter of langer hun onmisbare steentje hebben bijgedragen aan dit prachtige avontuur.”
Geloof
Klomp leerde ook hoe belangrijk het is om een sterk geloof te hebben en God voor grote dingen te vragen. “Ik weet nog dat ik verstond dat we mochten bidden voor de toename van 1 bekeerling per zondag. Dat hield in: iemand die tot bekering kwam en toegevoegd werd aan de gemeente. Sommige mensen van het team vonden dat best een fors doel. Maar een jaar later waren we exact gegroeid met 52 bekeerlingen. Het jaar erna baden we voor twee bekeerlingen en groeiden we met precies 104 bekeerlingen. Mensen die een keuze maakten voor Jezus en grotendeels meebouwers zijn geworden. Echt geweldig!
Daarna werden we overmoedig en baden we voor één bekeerling per dag. Dat is toen niet gebeurd, maar we zagen dat jaar wel 250 nieuwe bekeerlingen. Ook niet slecht. We zijn altijd een biddende gemeente geweest. We hebben ontzettend veel gebeden.”
“Er kwamen toen twaalf stellen naar voren voor gebed. We hebben handen opgelegd. Week na week kwamen mensen met getuigenissen. Van die twaalf stellen hebben er tien een wonder ontvangen.”
Daarbij gebeurden er ook uitzonderlijke wonderen in de gemeente waar Richard en Jannie Klomp mochten dienen. Hij vertelt dat hij eens een woord kreeg van een bevriende zendeling, die zei: ‘Ik heb de indruk dat er veel onvrijwillige kinderloosheid is in jouw gemeente.’ Ze besloten hiervoor te bidden op de zondag. “Er kwamen toen twaalf stellen naar voren voor gebed. We hebben handen opgelegd. Week na week kwamen mensen met getuigenissen. Van die twaalf stellen hebben er tien een wonder ontvangen.”
Belangrijkste les
Toch is er bij Richard en Jannie Klomp één les die erbovenuit springt. Hij vertelt: “Dat is je focus houden op Jezus en niet op meningen of omstandigheden. Mijn vrouw Jannie komt uit een echt ‘pinkstergeslacht’ en zei me altijd: ‘Kijk niet naar wat mensen zeggen of naar omstandigheden, maar zie op Jezus alleen.’ Dat heeft me echt geholpen.
En nu mogen we het leiderschap met opgeheven hoofd overdragen aan een geweldig echtpaar. Niet omdat wij geen kracht meer hadden, maar omdat God een nieuwe generatie laat opstaan. Ons mandaat zit erop.” Lachend: “Ik blijf zeker preken, maar al het vergaderen zal ik niet missen.”
Een getuigenis naar mijn hart. Ook dat “functioneren onder geestelijke dekking” mag voor velen een voorbeeld zijn!