Sam van der Beek (18) was in zijn jonge jaren bang om gepest te worden. Daarom waaide hij met alle winden mee. Op latere leeftijd kreeg hij een steeds grotere mond, zodat hij niet het pispaaltje kon worden. Toen God in zijn leven kwam, veranderde dat. “Sinds ik Jezus ken, durf ik mezelf te zijn.”
Sam (18) studeert Psychologie aan de VU in Amsterdam. Hij zit nu in zijn eerste jaar. Ik ga van jongs af aan naar de kerk, waar ik me altijd thuisvoelde. Ik heb vroeg de keuze voor God gemaakt, ook heb ik me relatief jong laten dopen. Dit is de basis van mijn relatie met Jezus geworden, en ik ben blij dat ik op jonge leeftijd al voor hem mocht kiezen.”
Toch ging zijn relatie met Jezus niet zo erg diep. “Ik was namelijk niet meer zoveel bezig met God. Ik was wel altijd in de kerk, maar doordeweeks stond ik niet zo sterk in m’n geloof. Dit kwam waarschijnlijk voort uit onzekerheid.”
“Ik was wel altijd in de kerk, maar doordeweeks stond ik niet zo sterk in m’n geloof.”
Alle winden
“Ik was namelijk bang om gepest te worden. Ik was verlegen en waaide eigenlijk met alle winden mee. Ik probeerde mijn eigen mening daarom altijd zo voorzichtig mogelijk te formuleren. Ik vond dingen altijd ‘niet super erg’, of ‘wel leuk’. Als iemand dan iets vond, ging ik gelijk met die mening mee.”
“Ik ben gelukkig niet gepest, ik zat op een hechte christelijke basisschool. Deze manier van leven zorgde er echter wel voor dat ik een masker begon te dragen. Voor mij was het leven met een masker wel makkelijk, ik kon me goed aanpassen aan andere mensen.”
“Ik kon met allerlei mensen overweg en ik hoefde nooit mezelf te laten zien, dus ik kon ook niet afgewezen worden om wie ik was.”
“Ik kon met allerlei mensen overweg en ik hoefde nooit mezelf te laten zien, dus ik kon ook niet afgewezen worden om wie ik was. Dit vooral op de basisschool. Op de middelbare school droeg ik ook een masker, maar nu begon ik een grote mond te hebben en slimme opmerkingen te maken. Ik kon me nu verschuilen achter het masker van een clown.”
Geen masker meer
“Gelukkig begon ik rond de derde klas naar een DNJI kamp te gaan, van de Kerk van de Nazarener. Dit was een week waar ik geen masker hoefde te dragen. Ik verlangde eigenlijk naar een kamp dat het hele jaar doorging. Op het tweede jaar kamp, zat ik in de groep bij Jiddo. Jiddo was betrokken bij Rotsvast Bijbelschool en moedigde me aan om dat te gaan doen. Ik heb er een jaar mee gewacht en heb toen besloten mee te gaan doen.”
Uiteindelijk ging hij het toch doen. Daar was hij erg blij mee. “Rotsvast was als dat kamp dat ik het hele jaar wilde. Rotsvast is een plek waar je jezelf kan zijn, voor mij betekende dit dat ik mijn masker af kon doen. Door Rotsvast kwam ik erachter dat ik alle prestatiedruk die ik voelde aan God mocht geven. Dat hele jaar heb ik eraan gewerkt en aan het einde begon het eindelijk een beetje door te dringen. Ook bouwde ik veel mooie relaties op.”
Academy
“Daarnaast durfde ik zelfs de straat op te gaan en authentiek te zijn voor mensen die ik niet kende. Ik wilde eigenlijk niet weg na dit jaar Rotsvast en besloot om Rotsvast Academy te doen, dit was een jaar waarin je werd getraind om leider te worden. Na dat jaar ben je ook staf bij Rotsvast. Ik heb met mezelf aan de gang mogen gaan en ik heb dingen die naar boven kwamen mogen verwerken.”
“Uit die afwijzing kwamen helaas suïcidale en depressieve gedachten en een verslaving aan zelfbevrediging.”
“Ik kwam erachter dat ik me afgewezen heb gevoeld in de relatie met m’n ouders. Uit die afwijzing kwamen helaas suïcidale en depressieve gedachten en een verslaving aan zelfbevrediging voort.”
“Inmiddels is de relatie met mijn ouders veel beter. Ik worstel nog steeds wel, maar nu mag ik weten dat er een God is die zielsveel van me houdt. Ik heb m’n identiteit in Jezus teruggevonden en nu mag ik weer verder op weg gaan met hem.”