Landen met de euro moeten zelf meer verantwoordelijkheid nemen voor schulden en begrotingsbeleid. Dat zei SGP-Europarlementslid Bert-Jan Ruissen vrijdagmiddag bij zijn conferentie over de euro.
“De ECB en EU geven landen nu te makkelijk hulp. Dit heeft in de landen een klimaat gecreëerd van achteroverleunen en onverantwoord handelen”, zei Ruissen. “Een vangnet moet geen hangmat worden. Dit is echter nu wel het geval. De ECB is in dit verband ook een soort hangmat geworden.”
Landen met de euro hebben inmiddels gigantische staatsschulden: Griekenland nu 193%, Italië 150%, Portugal 127%, Spanje 118% van het BNP. Dit terwijl ooit 60% was afgesproken. Daarbovenop heeft de EU zelf een megaschuld opgebouwd van 750 miljard euro.
De SGP vindt dat de EU strenger moet handhaven op de criteria zoals voor staatsschulden. Landen moeten daarbij de mogelijkheid krijgen om de euro te verlaten, vindt de SGP.
“Eenmaal in de euro, houd je je aan de regels. Zo niet, dan moet er worden opgetreden”, zegt Ruissen. “Zo houden landen elkaar scherp. Met de mogelijkheid om uit de eurozone te treden, ontstaat een belangrijke stok achter de deur: zo laten we zien dat het menens is.”
Schuldenlast
Hoogleraar Lex hoogduin stelde in de conferentie dat de euro niet per definitie houdbaar is. Hij wees erop dat landen met de euro momenteel de afgesproken criteria overschrijden voor schuldenlast evenals inflatie- en renteverschillen. Een Nederlandse exit uit de euro is volgens hem technisch en wettelijk niet zo moeilijk, maar de grote vraag is hoe de financiële markten reageren.
Inflatie
Vermogensbeheerder Edin Mugajic verklaarde dat de huidige torenhoge inflatie vooral komt door de enorme geldhoeveelheid die de ECB heeft bijgedrukt: circa 100 miljard euro per maand. De inflatie kan alleen aangepakt door de geldkraan snel dicht te draaien en de rente te verhogen naar minstens 2,5%. “Maar de kans op een Elfstedentocht in juli is groter.”