Het is zondagmiddag. We zitten in de auto. We zijn met ons tweeën onderweg. We gaan Liz ophalen. Ze was met de groep achters van kerk op kamp. Het is stil in de auto. Geen muziek. Geen podcast. We horen alleen het geruis van de banden en de wind, het gegrom van de motor en het tikken van de regen. Vaak rijd ik, maar nu rijdt Harmanna. Ik zit ernaast.
Ik denk na en maak wat aantekeningen op mijn telefoon. Het behandelt een thema, wat al een paar dagen in mijn hoofd zit. Het onderwerp is eentje, die mij erg aanspreekt. Ik houd van dit onderwerp. Het betreft het begrip ‘verbinding’. Het thema houdt me al veel langer bezig. Het is een woord wat ik veel gebruik. Ik praat er veel over, denk ik. Deze week zei iemand tegen mij – en ik schrijf het even met mijn eigen woorden: ‘Misschien leg jij het begrip verbinding anders uit dan anderen. Misschien interpreteren anderen het anders dan jij…’ Is dat zo? Zijn er meerdere uitleggen mogelijk? Of is er iets anders aan de hand?
Ik praat erover met Harmanna. We denken er hardop over na en benoemen verschillende voorbeelden. Het eerste wat Harmanna noemt is ‘een gesprek van hart tot hart’. Die begrijp ik. Gisteravond sprak ik af met mijn twee vrienden, met wie ik laatst ook mee op vakantie was. Met hen beide kan ik van hart tot hart spreken. Er zit niets tussen. Ik kan mezelf zijn en hoef me niet anders voor te doen, dan ik ben. Het is een veilige setting. Er is verbinding.
Verder pratende komen er nog meer voorbeelden of situaties voorbij. Ik denk hardop na en zeg: ‘Voordat er verbinding is, moet je eerst erkennen dat er een band is.’ Harmanna kijkt me vertwijfeld aan. Ik probeer het uit te leggen. Er kan wel een band zijn, maar geen verbinding. Er is geen sprake van een relatie. Wat in het voorbeeld van mijn vrienden wel het geval is.
Er schieten mij een paar voorbeelden te binnen: Er kan een bloedband zijn, maar je kunt volledig uit verbinding zijn. Dat is deels het geval in mijn familie en het gezin waarin ik ben opgegroeid. Je kunt onderdeel zijn van een (kerkelijke) gemeente en geen connectie ervaren met de oudsten of voorganger. Je kunt al jarenlang bij een bedrijf werken, maar je niet verbonden voelen met de organisatie, het management of de bedrijfsvisie. In deze gevallen is er wel een band, maar er is geen verbinding. Je voelt je niet verbonden.
Contact
Misschien herken je de voorbeelden uit je eigen leven? Misschien mis ook jij het gevoel van verbinding? Ik ga proberen het te verklaren en wil je graag wat handvaten aanreiken.
Komt ergens een verbinding tot stand dan wordt er met iets of iemand contact gemaakt. Een andere verklaring is dat er twee of meer onderdelen aan elkaar worden vastgemaakt. Jezus deed niet anders, dan verbinding zoeken, verbinding leggen en verbinding bevestigen. De evangeliën staan er vol van. Een sprekend voorbeeld is deze – Johannes 19:26-27 HTB:
‘Jezus zag zijn moeder staan bij de leerling die zijn beste vriend was. ‘Kijk, hij is uw zoon,’ zei Hij tegen haar. En tegen de leerling zei Hij: ‘Zij is uw moeder.’ Van toen af aan nam die leerling haar bij zich in huis.’
Kun jij je het voorstellen? Jezus is in doodsstrijd. Hij hangt aan het kruis, lijdt de ergste pijnen en zelfs daar zoekt, legt en bevestigt hij verbinding. Hij maakt zijn moeder vast aan Johannes, zijn leerling. Hij legt contact. Jezus is de verpersoonlijking van verbinding. Jezus is Verbinding. Jezus voelde zelf ook verbinding.
En Johannes? Johannes schrijft hier over zichzelf. Hij was ‘de discipel die Jezus liefhad’. Johannes was Jezus’ beste vriend, zou je kunnen zeggen. Johannes was ook die man, die vanaf het moment dat Jezus hem geroepen had, met Hem mee was gegaan. Johannes was ook diegene, waarvan de bijnaam ‘zoon van de donder’ was. Hij was ook diegene die bliksem van de hemel wilde laten neerdalen op mensen, die Jezus en zijn leerlingen niet wilden ontvangen. Johannes was iemand met een krachtig karakter. Tegelijkertijd was Johannes iemand, die ernaar verlangde in verbinding te zijn. Jezus wist dat. Hij had dat Zelf ervaren.
Connectie
Ik herken wel veel van Johannes. Johannes die genoot van zijn verbinding met Jezus en verlangde met anderen in verbinding te zijn. Toch lukte het niet altijd. Daarin was Johannes niet anders dan wij. Ook bij ons lukt het niet altijd om in verbinding te zijn. Zelfs al verlangen we daar wel naar!
Hoe kan er wel een bloedband zijn, maar geen verbinding? Hoe kun je onderdeel zijn van een (kerkelijke) gemeente en geen connectie ervaren? Hoe is het mogelijk, dat je jarenlang ergens werkt, maar je er niet mee verbonden voelt? Ik denk dat er dan iets mist. Voor verbinding heb je twee partijen nodig. Beide partijen met eenzelfde verlangen.
Voelt één partij wel de behoefte en het verlangen en de ander niet? Dan komt er geen verbinding tot stand. Diegene die wel wil kan zichzelf wegcijferen, kan nog meer zijn of haar best doen, maar als de ander niet wil, komt er geen verbinding. Sterker nog: De kans bestaat, dat diegene die graag wil beschadigd raakt. Hoe? Een voorbeeld – dat ik vaak gebruik: Er is een kloof, die overbrugd kan worden door op de rand te gaan staan, je ver voorover te buigen en je hand uit te steken en de hand van diegene aan de overkant grijpen, die net als jij op voorovergebogen op de rand staat. Doet diegene dat niet, leunt hij of zij achterover met zijn armen over elkaar? Dan kan jij nog zover rekken, maar komt er geen overbrugging of verbinding tot stand. Sterker nog: Wie valt uiteindelijk in de kloof?
Ik geloof echt, dat het uit verbinding zijn of raken een wapen van de boze is. De boze zal er alles aan doen om geen verbinding tot stand te laten komen. Maar Jezus is zo heel anders! Wat de situatie ook was, waar Hij zich ook bevond of hoe moe Hij ook was: Jezus stond altijd open voor verbinding.
Nog even terug naar het voorbeeld van mijn avondje met mijn vrienden: In die verbinding is vrijheid. We zijn daar vrijwillig. In die verbinding is veiligheid. We kunnen zijn wie we willen zijn. Volgens mij zijn dat de enige voorwaarden voor verbinding. Vrijheid en veiligheid. Dát is ook het nieuwe verbond. Het verbond in Christus.
Ik wil afsluiten met twee Bijbelteksten, die hierop aansluiten – 2 Korinthiërs 3:17-18 HTB:
‘De Here is de Geest, die leven geeft en waar Hij is, is vrijheid. Wij, gelovigen, hebben geen sluier over ons gezicht. Wij zijn net spiegels, die het schitterende licht van de Here weerspiegelen. Terwijl zijn Geest in ons werkt, gaan wij steeds meer op Hem lijken.’
Verbinding vraagt om vrijheid en veiligheid. Waar de Geest is, is vrijheid. Het is een levendmakende vrijheid. Een vrijheid waarin we onszelf kunnen zijn, waarin we zijn als onbedekte spiegels die Jezus weerspiegelen. We zullen steeds meer op Jezus lijken! Die Jezus die tot Zijn einde de verpersoonlijking van verbinding was. Hoe dat kan? Dat gebeurt door de Geest van de Heer. Het is Zijn Geest, die in ons werkt.
Ik steek mijn hand uit! Jij ook?
Zegen!
Tim Meijer
Tim is man, vader, ondernemer, schrijver en spreker. Tim (1982) is getrouwd met Harmanna en vader van vier kinderen. Hij geeft samen met twee partners leiding aan drie bedrijven. Daarnaast schrijft en spreekt hij graag. Wekelijks deelt hij zijn gedachten en doet daarbij de Bijbel open. Op dit moment schrijft hij aan zijn eerste boek.