Yvonne werkt al jaren in de zorg en het was even schrikken toen op haar werk het Corona-virus uitbrak. Vooral omdat ze met haar suikerziekte en hartritmestoornissen tot de risicogroep behoort. “Ik werd doodziek, ik ging er niet vanuit dat ik het zou overleven”, zegt Yvonne Ooiberg uit Rotterdam. Ze vertelt hoe ze enorme steun ervaart van God.
Het verhaal begon eind maart, zegt Yvonne. “Ik werk in de zorg en we kregen heftig nieuws dat een cliënt positief getest was op Corona. Ik heb gehuild en met andere collega’s hebben we samen gebeden. ‘Oh, Heer, help ons, geef dat het niet erger wordt’, baden we. Een paar dagen later is de besmette persoon overleden.”
“Ik heb gehuild en met andere collega’s hebben we samen gebeden. ‘Oh, Heer, help ons, geef dat het niet erger wordt’, baden we.”
“Helaas breidden de besmettingen zich uit op de afdeling. Daardoor werkte ik tijdelijk op een andere afdeling. Vanwege mijn suikerziekte en hartritmestoornissen, val ik namelijk in de risico-categorie. Daarnaast kan ik ook geen kapje op mijn neus zetten, omdat ik dan ga hyperventileren.”
Kleine pijntjes
In de dagen erna kreeg Yvonne last van kleine pijntjes, zoals rugpijn. Maar ze vond het niet erg genoeg om ervoor thuis te blijven. Met een paracetamol ging ze weer naar haar werk. “Maar op een dag, op 27 maart, begon ik me ineens heel erg rot te voelen. Ik kreeg hoofdpijn, diarree en koude rillingen over mijn hele lichaam. Het was verschrikkelijk.”
“De dag erna werd het zelfs nog erger. Ik vertelde mijn kinderen over de besmettingen op mijn werk, en dat het beter was als ze niet zouden komen. Anders zouden ze ook besmet kunnen raken.”
Yvonne’s dochter kwam wel af en toe langs om een soepje of een visje langs te brengen. Maar erg goed reageerde Yvonne daar niet op. “Alles wat ik at, kwam er meteen weer uit. Ik heb me nog nooit zo ziek gevoeld. Ik ging er niet vanuit dat ik het zou overleven.”
“Alles wat ik at, kwam er meteen weer uit. Ik heb me nog nooit zo ziek gevoeld.”
Droom
Yvonne vertelt hoe ze daarna in een droom terecht kwam, waarbij ze zichzelf uit haar eigen lichaam zou hebben zien wandelen. “Het was zo vreemd, ik zag mezelf in die droom lopen naast mijn eigen lichaam. Mijn geest was in de droom uit mijn lichaam.” Ze denkt zelf dat dit betekent dat ze dood was en weer terug in leven zou zijn gekomen. “Ik zie het als een wonder dat ik nog leef.”
“Ik geloof dat het nog niet mijn tijd was. God heeft mij beschermd. Mensen van mijn leeftijd, met dezelfde soort fysieke klachten, zie ik allemaal sterven. God heeft me echt bijgestaan.”
“Hij heeft mij beschermd. Mensen van mijn leeftijd, met dezelfde soort fysieke klachten, zie ik allemaal sterven.”
“Ik ben zo dankbaar dat ik nog leef! God heeft me zo geholpen. Als je Hem dient, gaat niet alles vanzelf, maar alles is in Zijn machtige handen. Nu voel ik elke dag zijn liefde en zijn warmte en dat trekt me er doorheen. Daar ben ik zo blij mee.”