Als ik dit schrijf is het zondagochtend. Het is een rustige ochtend in ons huis. Vanmiddag gaan we naar de kerk.Net als gisteren en eergisteren. Dit weekend, deze drie dagen staan binnen onze gemeente in het teken van ‘It’s Your Church’. Dat betekent vijftig uur aaneengesloten gebed en aanbidding als begin van een nieuw seizoen. Het is prachtig. Er gebeuren hele mooie dingen. Het thema wat ik wil beschrijven ligt al verscholen in de titel. Het onderwerp pakte me vrijdagavond en liet me niet meer los. Ik wil graag iets vertellen over het volk Israël en hoe ze het beloofde land innamen. Ik denk dat wij, dat jij en ik daar heel veel van kunnen en mogen leren.
Hun Jericho
Het volk Israël was bevrijd uit Egypte. Onder leiding van Mozes was het gehele volk uitgetrokken. Vervolgens maakten ze een reis door de woestijn in de richting van het land, dat hen beloofd was. Misschien ken je het verhaal? Uiteindelijk duurde de reis veertig jaar. Was het zo ver? Nee. Door het ongeloof van het volk konden ze het land niet binnengaan. Dat lees je in het verhaal van de twaalf verspieders. Dat staat in Numeri 13 en 14.
Na veertig jaar staat het volk op het punt het land in te nemen. Het volk staat nu onder leiding van Jozua, de knecht en opvolger van Mozes. Het volk staat aan de oever van de Jordaan, vlakbij Gilgal vlakbij Jericho en is klaar om over te steken. Het eerste wat het volk moet doen is de rivier oversteken. Nadat ze de Jordaan overgestoken waren, legerde het volk zich in Gilgal. Daar werden alle mannen besneden. Na het herstel waren ze klaar voor de volgende stap: Jericho. Dit verhaal lees je in Jozua 6.
De val van Jericho; het is misschien wel één van de bekendste kinderbijbelverhalen. Jericho was een onneembare vesting; een stad met metersdikke muren. Zonder zwaar oorlogstuig zou de stad niet ingenomen kunnen worden. Maar de stad werd ingenomen en wel door een daad van geloof. Het volk moest zeven dagen rond de stad trekken. Zes dagen ging het volk in stilte één keer rond en op de zevende dag zeven keer, waarna het volk moest juichen alsof men de stad al ingenomen had – Jozua 6:16, 20 HTB:
‘Bij de zevende keer lieten de priesters de ramshoorns klinken en Jozua riep tot het volk: ‘Juich, de Here heeft ons de stad gegeven!’ … Toen de ramshoornen schalden, juichte het volk en daarop stortte de stadsmuur in. De Israëlieten stroomden van alle kanten de stad binnen en namen haar in.’
Een stad innemen door schijnbaar doel- en nutteloos én in volledige stilte rond een stad te lopen. Dat getuigt van geloof. Juichen over een overwinning die behaald is, waarvan je helemaal nog niets ziet; dat getuigt van een nog groter geloof. Er was geloof nodig om de stad in te nemen. Er was geloof nodig om de muren van de vesting te slechten. Het volk moest gaan staan op de belofte van God aan Jozua. Dan zou het gebeuren en het gebeurde!
Ik wil nog even terug in de tijd. God had Jozua een belofte gedaan. God zei dit (en het was een herhaling van wat Hij tegen Mozes had gezegd) – Jozua 1:2-3 HSV:
‘Mijn dienaar Mozes is gestorven. Nu dan, sta op, steek deze Jordaan over, u en heel dit volk, naar het land dat Ik aan hen, de Israëlieten, ga geven. Elke plaats die uw voetzool betreedt, heb Ik u gegeven, overeenkomstig wat Ik tot Mozes gesproken heb.’
God had precies hetzelfde tegen Mozes gezegd: ‘Elke plek waar jullie je voeten zullen neerzetten, zal van jullie zijn.’ Het volk Israël zou een land innemen, een gebied veroveren ‘van volken die groter en machtiger zijn’ dan zijzelf.
Ons Jericho
Nu denk je misschien: Mooi verhaal. Mooi kinderbijbelverhaal. Wat heeft mij dit te zeggen? Wat mij zo raakte in al deze gebeurtenissen, is Gods plan. God had het beloofd. Het land lag klaar. De zegen lag voor het grijpen en toch pakte het volk het (nog) niet. Hoe dan? Elke stap in het land zou tot zegen leiden. Iedere stap die het volk zou zetten, zou hun zegen vergroten. God had hun voorspoed voor ogen. God heeft ook jouw en mijn voorspoed voor ogen!
God wil dat jij ‘jouw Jericho’ door geloof overwint, zodat je Zijn zegen kunt binnengaan.”
God bevrijdde het volk. God wil jou redden door het werk van de Here Jezus. God leidde het volk door de Jordaan, de doodsrivier. God wil dat jij jouw oude leven zichtbaar achterlaat en een nieuw leven begint. Is dit de doop? Ik denk van wel. God bracht het volk bij Jericho en liet Jericho vallen door een geloofsdaad. God wil dat jij ‘jouw Jericho’ door geloof overwint, zodat je Zijn zegen kunt binnengaan.
Waar sta jij? Neem jij genoegen met jouw persoonlijke redding door het werk van Jezus en sta je nog in de woestijn? Of sta je aan de oever van de Jordaan, vlak voor het binnengaan van het land en mag je nog laten zien, dat jij je oude leven achter je laat? Of sta je voor “een Jericho” en kom je geen stap verder?
Ons Jericho is geen stad. Het is geen zichtbare onneembare vesting met metersdikke muren, grachten of aarden wallen. Nee. Onze Jericho’s zitten in ons hoofd. Ze zitten in ons denken. Ons redeneren. Ze zetten ons vast. Ze vormen een schijnbaar onneembare vesting. Paulus schrijft hierover en zegt – 2 Korinthiërs 10:3-5 HTB:
‘Nu is het waar dat ik maar een gewoon mens ben, maar ik ga niet op menselijke wijze te werk om de strijd te winnen. Ik strijd met Gods wapens, niet met menselijke, om elke tegenstand te breken. Met deze wapens zijn alle argumenten waarmee men zich tegen God verzet, te ontzenuwen, alle barrières tussen God en de mensen worden daardoor omvergehaald. Met deze wapens breek ik elke opstand van menselijk denken om die terug te brengen tot gehoorzaamheid aan Christus.’
Er staat ‘om elke tegenstand te breken’. In een andere vertaling staat hier ‘tot afbraak van bolwerken’. Wat is dit voor tegenstand? Wat bedoelt Paulus met deze omschrijving? In vers 5 legt Paulus het verder uit. Daar omschrijft hij het als volgt: het ‘elke opstand van menselijk denken’.
Gods plan voorziet altijd in een volgende stap.”
Oftewel: Valse redeneringen die zich verheffen. Het zijn verkeerde gedachten, redenaties en ideeën. Het wordt vaak gekenmerkt door opmerkingen als – en misschien herken je ze: ‘We doen dit altijd al zo…’, ‘Dit zal nooit gebeuren, want …’, ‘Ik geloof dat niet …’, ‘Ik lees dat heel anders…’ enzovoorts. Het is een tegen God verheffende weerstand. Het is een bolwerk in je denken. Dat geslecht wordt door geloof. Gehoorzaamheid én geloof.
Ik geloof het echt. Gods zegen ligt achter Jericho. Gods plan voorziet altijd in een volgende stap. God heeft jouw voorspoed voor ogen: 1)Hij wil graag jou bevrijden uit Egypte; 2) Hij wil je graag leiden door de doodsrivier, zodat een nieuw leven begint en 3) God wil graag je denken veranderen door gehoorzaamheid en geloof, zodat je Zijn zegen ten volle zult ervaren.
Iedere stap die je zult zetten in het beloofde land, in het land van Zijn zegen mag jij je eigen maken. Het ligt klaar.
Zegen!
Tim Meijer
Tim is man, vader, ondernemer, schrijver en spreker. Tim (1982) is getrouwd met Harmanna en vader van vier kinderen. Hij geeft samen met twee partners leiding aan drie bedrijven. Daarnaast schrijft en spreekt hij graag. Wekelijks deelt hij zijn gedachten en doet daarbij de Bijbel open. Op dit moment schrijft hij aan zijn eerste boek.