“Ziekte is niet van God, maar van de duivel.” Dat wil Dick Groenevelt vooropstellen bij het vertellen van zijn getuigenis. In januari 2021 werd hij geveld door corona en moest opgenomen worden in het ziekenhuis. Hij kwam aan de beademing te liggen en had ook acht dagen op rij hevige koorts. De artsen vreesden voor zijn leven. “Hier zijn de wonderen begonnen,” zegt hij.
“Na de achtste nacht met 41 graden koorts, zong ik in gedachten het lied Great are you Lord, met zinnen als: ‘It’s Your breath in our lungs, so we pour out our praise, we pour out our praise…’ Ineens voelde ik weer lucht in mijn longen stromen. Op dat moment begon ook de koorts de zakken en ik heb daarna geen verhoging meer gehad.” Door God te zoeken en Hem te aanbidden, maakte Dick op deze manier zijn eerste wonder mee. “God kan grote, bovennatuurlijke dingen doen wanneer wij ons daarnaar uitstrekken,” zo legt hij uit. “Dat doen we door Hem alle eer te geven en ons geloof te bouwen op het fundament dat Hij ons geeft in de Bijbel.”
“Dick had volgens de artsen nog maximaal tien jaar te leven.”
Na maanden revalidatie merkte Dick echter dat hij bleef steken op slechts 70 procent van zijn normale energieniveau. Hij had geloof voor meer, maar het voelde alsof zijn volledige herstel door iets werd tegengehouden. Dus ging hij naar de huisarts. Na diverse onderzoeken kreeg hij slecht nieuws te horen. Er was een kwaadaardige beenmergkanker bij hem ontdekt, ook wel de ziekte van Waldenström genoemd. Dat verklaarde meteen waarom het coronavirus zo’n heftige uitwerking op zijn lichaam had gehad. Dick had volgens de artsen nog maximaal tien jaar te leven. Wat doe je op zo’n moment?
Voor Dick kwam het kantelmoment al vrij kort na de diagnose. Nadat hij een gebedsverzoek had neergelegd bij het gebedsteam van Jubilee Church, werd meteen door dit team voorgesteld om hem te zalven. “Daar hoefde ik niet lang over na te denken,” zegt Dick. “Ik wilde me volledig uitstrekken naar de genezing die God voor mij in petto had. De eerstvolgende dienst werd ik door Pastor Bernard en een aantal oudsten van de gemeente gezalfd, geïnspireerd door Jakobus 5 vers 14 en 15, waar staat: Is iemand onder u ziek? Laat hij dan de ouderlingen van de gemeente bij zich roepen en laten die voor hem bidden en hem met olie zalven in de Naam van de Heere. En het gelovige gebed zal de zieke behouden en de Heere zal hem weer oprichten. En als hij zonden gedaan heeft, zal hem dat vergeven worden. Ik beleed toen ook voor heel de gemeente dat ik eigenlijk geloofde dat genezing voor iedereen is, behalve voor mij. En dat ik me daardoor niet volledig uitstrekte naar een wonder. Dat vond ik een zonde.
Er werd tijdens het gebed van de oudsten letterlijk over me uitgesproken dat ik genezen zou zijn van het puntje van mijn hoofd tot aan de zool van mijn voeten. Het voelde voor mij echt als een ommekeer in mijn situatie. Een moment waarop Gods bovennatuurlijke kracht, goedheid en gezondheid over mij werd vrijgezet.”
“Misschien was dit traject voor mij nodig om er echt van doordrongen te raken hoe groot het wonder van genezing is.”
Toch ging Dick een behandelingstraject in van zeven chemokuren en immunotherapie. Hij legt uit: “Ik vertrouwde honderd procent op God voor mijn genezing, maar ik geloof ook dat Hij de medische wetenschap zegent en artsen inzichten geeft. Alles zie ik als voorziening van God, ook de middelen die in een ziekenhuis worden geboden: van iets simpels zoals gips, tot aan iets ingewikkelds als chemotherapie. Maar voor mij heeft van het begin af aan als een paal boven water gestaan dat ik op God vertrouwde en dat Hij de chemokeuren, ook al heeft hij ze niet nodig, zou gebruiken voor mijn genezing. Het voelde voor mij alsof dit het pad was dat ik mocht bewandelen met God. Misschien was het me ook wel teveel geworden als Hij me in een keer genezen zou hebben, en was dit traject voor mij nodig om er echt van doordrongen te raken hoe groot het wonder van genezing is.”
“Hoe groter de diagnose van de dokters, des te groter het wonder van God kan zijn.”
“Mijn dochter zei op een dag: ‘Hoe groter de diagnose van de dokters, des te groter het wonder van God kan zijn.’ Ik schreef deze uitspraak op en bewaarde die in mijn Bijbel. Met heel mijn hart klampte ik me vast aan het Woord van God en mijn geloof groeide met de dag. Wat er vervolgens gebeurde was bovennatuurlijk. Tussen de chemokuren door werd ik steeds sterker, terwijl er in de meeste gevallen juist een aftakeling optreedt. Ik voelde ook hoe ik sterker werd en zag dit als het genezende proces dat God in mijn lichaam liet plaatsvinden. Op aanraden van een gemeentelid ben ik ook het boek Jezus aanraken van Tom de Wal gaan lezen. Ik heb de woorden uit dit boek ingedronken en het heeft me ontzettend geholpen om me uit te strekken naar genezing, net zoals de bloedvloeiende vrouw dat deed.” (Lukas 8:43-49)
“Die chemotherapie heb je niet meer nodig.”
“De ochtend voor ik mijn zevende en laatste chemokuur zou krijgen, sprak God tot me. Hij zei, ‘De immunotherapie vandaag ga je nemen, want die sterkt je eigen cellen aan. Maar die chemotherapie heb je niet meer nodig.’ Die dag ontving ik dus de immunotherapie, maar de chemo sloeg ik over. Toen ik gezalfd werd, sprak pastor Bernard de profetische woorden uit dat er geen enkel spoor meer van de ziekte zou worden aangetroffen in mijn lichaam. Inmiddels zijn die woorden aan het uitkomen. Nu bijna negen maanden later, heb ik de uitslag van een PET-CT-scan gekregen. Hieruit bleek dat mijn lymfeklieren weer helemaal gezond zijn en dat mijn bloed weer de waarden van een gezond lichaam laat zien. Er is ook geen enkel spoor van corona meer te vinden in mijn longen.”
“Schrijf maar op in je rapport, ik ga hiervan genezen.”
Het jaar waarin Dick geveld werd door corona en de diagnose van een levensbedreigende ziekte kreeg, was een jaar vol ellende, zou je denken. Maar zelf ziet hij dat niet zo. “Eigenlijk heb ik dat niet zo ervaren, want de kracht van God was in mij, op mij en om mij heen. Toen ik de diagnose kreeg, werd door de arts meteen gezegd dat er nog nooit iemand was genezen van de ziekte die ik had, en dat mij dit ook niet zou gebeuren. De eerste keer dat ik bij de hematoloog kwam, sprak ik daarom meteen in geloof uit, ‘Schrijf maar op in je rapport, ik ga hiervan genezen.’ Ik nam dit ook op als bewijsmateriaal. Ik ben vijf keer bij deze arts op controle geweest. Toen ik de positieve uitslag van de scan had gekregen, vroeg ik hem, ‘Ben ik nu genezen?’
‘Nee,’ zei de arts, ‘voor de medische wetenschap ben je niet genezen, want er is nog nooit iemand van deze ziekte genezen.’
‘Oké,’ zei ik, ‘maar zoals je weet vertrouw ik op God. Ik ben een kind van God. En ik spreek uit dat ik hiervan ga genezen.’ Ik vroeg hoe het nu verder zou gaan en de arts legde uit dat hij eens in de drie maanden bloed wilde gaan prikken om een vinger aan de pols te houden.
‘Akkoord,’ zei ik toen, ‘want dan kan ik meteen laten zien dat Gods werk geen half werk is. God is goed en we gaan u de komende jaren verrassen.’
“Bij iedere uitslag van een bloedonderzoek mag ik getuigen van de goedheid en grootheid van God.”
“Ik weet dat ik genezen ben, ook al ziet de medische wetenschap dat anders. Ik ben genezen door God, daar mag ik op bouwen. Vertrouw op God en bouw op Hem, ook al gaat dat in tegen alles wat je omgeving of de medische wetenschap zegt.”
We zijn nu anderhalf jaar verder en nog steeds verbaast Dick medici. “Ik ben weer fulltime aan het werk en de gecontroleerde bloedwaardes zijn tot op de dag van vandaag van topkwaliteit. Eerst moest ik een keer per kwartaal op controle, daarna een keer per vier maanden en nu nog maar een keer per half jaar. Bij iedere uitslag van een bloedonderzoek mag ik getuigen van de goedheid en grootheid van God en van Zijn genezende opstandingskracht die mijn lichaam heeft genezen. God is goed!”