Zie je jezelf volledig als gekleed in een prachtig gewaad van gerechtigheid van Christus? Of beoordeel je jezelf nog steeds op basis van je zwakke momenten of de schaamte uit je verleden?
Door: Juliet Canha
Enkele maanden geleden hoorde ik de hoorbare stem van de Heer die mijn naam zei, terwijl ik wakker werd. Een innerlijke roep steeg in mij op. Ik zei: “Heer, ik wil gewoon zijn wie ik gemaakt ben te zijn.” Onmiddellijk hoorde ik Hem antwoorden. Hij zei: “Dat ben je al, je moet het alleen geloven.”
Later ging ik wandelen en zag een groep prachtige vlinders nectar drinken van wilde bloemen. Toen ervoer ik dat de Heer zei: “Juliet, je bent een vlinder die nog steeds gelooft dat je een rups bent.”
Leugens en kernovertuigingen
Deze dialoog met de Heer bracht een proces op gang. Daarin onthulde Hij een duister en verborgen gebied van een op schaamte gebaseerd denken. Een manier van denken die me berooft van het begrijpen van mijn echte identiteit in Christus. Diepgewortelde leugens en kernopvattingen over onze identiteit kunnen in ons onderbewustzijn blijven steken. Dat betekent dat we ons daar niet van bewust zijn.
Deze leugens en kernovertuigingen komen echter aan het licht wanneer precies de juiste pijnlijke omstandigheden deze plaatsen indirect raken. Een voorbeeld kan een vriend zijn die in een druk seizoen zit en geen tijd heeft om contact met ons op te nemen. Daardoor kan een oude wond van afwijzing in ons getriggerd worden.
De pijn van afwijzing voedt een onzekere kernovertuiging van niet genoeg zijn of de aandacht waard zijn. Meestal versterken deze angsten en onzekerheden ons denken dat op schaamte gebaseerd is. Dat voedt onze ergste angst om te geloven dat er iets mis met ons is.
Bolwerk van schaamte
Dit bolwerk van schaamte begon helemaal in het begin, toen Adam en Eva zich losgekoppeld voelden van hun volmaakte eenheid met God op het moment dat ze zondigden. In Genesis 3:7 staat dat ‘de ogen van beiden werden geopend, en ze wisten dat ze naakt waren [Adam en Eva werden zich bewust van hun kwetsbaarheid en menselijkheid los van God]; en zij naaiden vijgenbladeren aan elkaar en maakten bedekkingen voor zichzelf.’
Toen ik opgroeide, was mijn identiteit beschadigd en getekend door de extreme gebrokenheid van mijn aardse vader. Diep van binnen geloofde ik dat er inderdaad iets mis met mij was, omdat ik onbewust de schaamte van mijn aardse vader had overgenomen. Ik kan me voorstellen dat je soortgelijke gevoelens van schaamte hebt die diep van binnen zeggen: “Er is iets mis met mij.”
Als onze kernovertuiging is dat er iets mis met ons is, zullen we presteren voor het krijgen van liefde en ernaar streven om te bewijzen dat we in orde zijn. Dat we het waard zijn om te worden geaccepteerd.
Wetticisme
Deze mentaliteit voedt wetticisme – het geloof dat we Gods liefde en acceptatie moeten verdienen. Het tegenovergestelde hiervan is losbandigheid, die zegt: “Waarom zou ik me zelfs druk maken. Als ik slecht ben, kan ik het net zo goed opgeven.”
De waarheid is dat Vader God ‘ons heeft gezegend met alle geestelijke zegeningen in de hemelse gewesten in Christus. [God] heeft ons vóór de grondlegging van de wereld in [Christus] uitverkoren, opdat wij in liefde heilig en smetteloos voor Hem zouden zijn.’ Hij nam ons op in Zijn gezin door Christus Jezus, in Zichzelf – tot lof van de heerlijkheid van Zijn genade, ‘waarmee Hij ons begenadigd heeft in de Geliefde’ (zie Efeziërs 1:3–6).
Lees hier het volledige artikel.