“Deze week is niet de beste voor de Nederlandse democratie.” Dat schreef Gert-Jan Segers van de ChristenUnie woensdag in een bericht op Facebook over het verloop van de formatie. “De teleurstellende opbrengst van vijf maanden, met veel loopjes van en naar de informateur en zonder dat een doorbraak ooit dichtbij is geweest, is dat gisteren vooral duidelijk werd wat er in de formatie allemaal níet mogelijk is.”
“Het is níet mogelijk om vanuit zes partijen met in totaal bijna 100 zetels een combinatie te vormen voor een coalitie van minimaal 76 zetels. Het bleek níet mogelijk om onderlinge politieke blokkades te slechten en te beginnen met inhoudelijke onderhandelingen.” Beschamend, noemde de politicus het.
Hij schrijft verder dat het ook niet mogelijk is gebleken om een belangrijke traditie hoog te houden, namelijk: “een poldertraditie waarin redelijke partijen met onderling soms grote verschillen tóch de samenwerking met elkaar zoeken.
Terwijl de polarisatie in ons land toeneemt en het aantal van politieke fracties die überhaupt niet uit zijn op samenwerking groeien, is dat heel, heel teleurstellend. Met zo’n onmachtig politiek midden, heb je geen flanken meer nodig. De redelijkheid blaast zichzelf nu op.”
Verantwoordelijkheid
In die context, werd bij Segers een ding steeds duidelijker: “Aan ons mag het niet liggen. De ChristenUnie mag niet de laatste blokkerende factor zijn die ons land in een politieke impasse stort.”
“We willen geen deel zijn van het probleem, maar van de oplossing. Waar wij de blokkade waren, of dreigden te worden, daar moesten we dat rechtzetten en onze houding aanpassen; want ook dát is verantwoordelijkheid nemen.”
Segers vervolgt dat de ChristenUnie die verantwoordelijkheid ook heeft genomen. “Bijvoorbeeld als het ging om een veelbesproken interview waarin ik – zoals ik op ons voorjaarscongres al zei – te veel op de man en te weinig op de bal speelde in de richting van Mark Rutte.”
De zin “aan ons mag het niet liggen”, kreeg Segers in gedachten toen hij moest denken aan de lezing van Abraham Kuyper op het eerste Christelijk-Sociale Congres in 1891.
“Hij schetste de enorme uitdagingen, de bittere, sociale nood van zijn tijd en kon niet beloven dat het goed zou komen. Maar als het in ons land zou ontsporen – zo hield Kuyper zijn toehoorders voor – dan zou het in ieder geval niet de christelijk-sociale beweging te verwijten moge zijn.”
“Onze impact is niet alleen afhankelijk van onze posities, maar allereerst van de ideeën die we inbrengen.”
Idealen
Volgens Segers hoeft de ChristenUnie niet perse in een coalitie te zitten. “Ons bestaansrecht valt of staat niet met de macht die we al dan niet hebben, maar met de idealen die we koesteren en nastreven. Onze impact is niet alleen maar afhankelijk van onze posities, maar allereerst van de ideeën die we inbrengen.
Vanuit de oppositie knokken voor betere zorg voor elkaar en betere zorg voor de schepping kan óók de aangewezen manier zijn om ons land en onze naaste te dienen. En soms kan het juist heilzaam zijn om zonder soms knellende coalitieafspraken weer ronduit je hart te kunnen laten spreken”, verklaart hij.
Maar wat hij duidelijk voor ogen heeft, is dat het aan de ChristenUnie niet mag liggen. “We willen ons altijd verantwoordelijk opstellen. Ondanks de grote verschillen tussen de liberale en onze christelijk-sociale idealen, zouden we, als andere opties uitgeput waren, bereid zijn om te kijken of we in een coalitie verschillen konden overbruggen om iets goeds te doen voor ons land.”
Of dat daadwerkelijk gelukt zou zijn, daar heeft hij geen rechtstreeks antwoord op. “In de eerste aanzet voor het regeerakkoord miste ik de ambitie om onrechtvaardige en fundamentele ongelijkheid in ons land aan te pakken. Ongelijkheid op de arbeidsmarkt, op de woningmarkt, in de toegang tot het recht en in ons onnavolgbare en soms ronduit onrechtvaardige belastingstelsel.
Belangrijke onderwerpen ontbraken of waren nauwelijks uitgewerkt, ingewikkelde thema’s werden daarentegen vrij gedetailleerd beschreven. Deze ‘opzet tot een aanzet voor bouwstenen voor een eventueel regeerakkoord’ was een liberaal verhaal dat nog lang niet in de buurt kwam van onze christelijk-sociale idealen.
Maar of het was gelukt, zullen we nooit weten. Na gisteren is de conclusie dat niet alleen de andere opties, maar ook de optie van een coalitie met de ChristenUnie niet om inhoudelijke redenen, maar om politieke redenen onmogelijk is.”
“niet de beste week voor de nederlandse democratie, maar ook geen hopeloze week.”
Vervreemdend
“Zoals twee rechtse partijen niet met twee linkse willen praten, heeft D66 aan de andere kant aangegeven niet met ons te willen praten. Zonder dat er een seconde inhoudelijk is onderhandeld.”
Segers noemt dat een “lamlendige situatie waar we als land in zitten”. Vervreemdend, vindt hij het.
“Helemaal als ik zie dat de huidige vier coalitiepartijen wel in goed overleg een begroting voor volgend jaar kunnen vaststellen.”
Over de positie van de CU zelf, is Segers noch bezorgd, noch verbitterd. Hij is er van overtuigd dat zijn partij ook vanuit de oppositie het verschil kunnen maken. “Een eventueel minderheidskabinet zal echt zijn best moeten doen om ons vertrouwen te verdienen. Maar als ze onze kant op komen, zullen we ons constructief opstellen. Want: aan ons mag het niet liggen.”
Op die manier wil de CU haar verantwoordelijkheid nemen vanuit de oppositie. “En dan is deze week misschien niet de beste week voor de Nederlandse democratie, maar ook geen hopeloze week.”
Minderheidscoalitie
“Want”, licht hij toe, “met een verantwoordelijke kwaliteitsoppositie van onze bevlogen en kundige Kamerleden, kan een minderheidscoalitie niet alleen een uitweg uit het huidige politieke moeras zijn, maar zelfs een verrijking van de hedendaagse politiek.” Dan is het echter wel nodig dat de partijen die op dit moment de grootste verantwoordelijkheid hebben, “als de wiedeweerga aan de slag gaan en zich in deze nieuwe ronde niet opnieuw verliezen in spelletjes politiek Stratego.”
In overeenstemming met andere partijen, is de CU van mening dat de gesloten bestuurscultuur van de afgelopen jaren opengebroken dient te worden. “Met een stevigere positie voor de volksvertegenwoordiging (de Tweede Kamer) ten opzichte van de macht (het kabinet) die zij controleert”, geeft Segers aan. “Een minderheidskabinet, dat niet automatisch leunt op een meerderheid in die Tweede Kamer kan alleen in goede samenwerking komen tot goede keuzes.”
“In dat overleg zullen wij ons met hart en ziel inzetten voor een samenleving waarin we omzien naar elkaar, voor een rechtvaardiger verdeling van welvaart en inkomens, voor betaalbare woningen, betere zorg voor de schepping, voor een humaner vluchtelingenbeleid, voor bestrijding van ondermijning, meer veiligheid, dichtbij en verder weg.
We willen meebouwen aan een nieuwe, open bestuurscultuur en bovenal een dienstbare overheid. Die opdracht zou onze fractie – constructief, kritisch, verantwoordelijk – heel graag op zich nemen.
Aan ons zal het niet liggen”, besluit Segers.