Ed Leatemia (65 jaar) is een tweede-generatie Molukker in Nederland en keek naar de verkeerde rolmodellen. De onrechtvaardige behandeling door de Nederlandse overheid had veel impact op de Molukse jongeren, ook op Ed. “Ik zag wat mijn ouders is aangedaan, maar kon dat niet kwijt.’ Uit frustratie en woede greep ik naar de drugs.” Vanaf zijn 15e begon Ed met het gebruik. Hij kon niet stoppen totdat Jezus twintig jaar geleden ingreep.
Op dienstbevel naar Nederland
Als ik Ed aan de lijn heb, begint hij te vertellen over de ervaringen van zijn ouders. “Mijn vader was soldaat van het KNIL en werd jarenlang ingezet door de Nederlandse overheid. Eerst in de Tweede Wereldoorlog tegen Japan, later tijdens de Dekolonisatie.” Als Nederland vlak na de Tweede Wereldoorlog haar handen van haar kolonie aftrekt, wordt het onveilig voor de handhavers. “Er werden 4,5 duizend soldaten met hun gezinnen verscheept naar Nederland. Bij aankomst werden de KNIL-militairen na jaren trouwe dienst ineens ontslagen en hun rechten werden hun ontnomen. We zouden blijven totdat ons thuisland weer rustiger zou worden.” Maar die belofte wordt nooit vervuld: Het Molukse volk wordt ondergebracht in de oude concentratie- en doorvoerkampen van de Duitsers. Later worden ook kloosters ingezet voor huisvesting, totdat er speciale woonwijken voor de Molukkers zijn gebouwd. “Ik heb gezien hoe mijn ouders en vele anderen jarenlang met onuitgepakte koffers in de huiskamer hebben geleefd. Ze geloofden dat ze terug mochten. Mijn moeder keek in de winter naar buiten en verzuchtte: “Mijn God, wanneer gaan we naar huis?”
In het begin was het voor de Molukkers niet toegestaan om te werken. Ze leefden geïsoleerd. Pas in de jaren ’60 mochten ze gaan deelnemen aan de samenleving. “Ik was me eerst niet bewust van het feit dat we hier eigenlijk niet hoorden. Maar toen ik ouder werd, begreep ik de verhalen steeds beter die ons werden verteld.” Op de basisschool werd Ed verteld dat hij naar de lagere technische school moest, terwijl hij wist dat hij beter kon. “Velen van ons konden daarom geen goed onderwijs volgen.”
Onrust
Ed is tiener als het onrustig is geworden onder de Molukse jongeren: in de jaren ‘70 werden er verschillende protestacties uitgevoerd, waaronder de treinkaping bij De Punt. “Als kinderen waren we boos op wat de Nederlandse overheid had gedaan. Om die pijn te verdoven, begon ik met het gebruiken van drugs: Eerst hasj en speed, later gebruikte ik heroïne, cocaïne en methadon.” Ed was een van de velen: “In bijna elke familie was er wel iemand verslaafd.”
Volwassenen hadden jarenlang thuis gezeten, echte voorbeeldfiguren waren er voor Ed niet. “Samen met mijn leeftijdsgenoten keek ik naar alle terreurgroepen en vrijheidsbewegingen door de wereld heen: Zij waren onze helden. We gingen ons bewapenen, trokken legerkleding aan en lieten ons trainen door oud-commando’s.” Ed komt in een groep van 20 jongeren te zitten die in de Limburgse bossen wordt getraind. “We wilden actie voeren, naar de Molukken gaan en voor onze vrijheid vechten.” Zo raakt Ed ook betrokken bij de wapenhandel, bedoeld voor de Molukse vrijheidsstrijd.
Een keerpunt
Jaren gaan voorbij. Ed wordt meermalen opgepakt voor drugs- en wapenhandel. “Ondanks de jaren in de gevangenis kon ik niet loskomen van de heroïne. Mijn broer heeft me een keer twee weken opgesloten in een kamer, zodat ik kon afkicken. Ik ging een maand naar Indonesië, maar ook dat werkte niet. Ik heb waarschijnlijk een paar ton aan dat spul uitgegeven.” Als Ed 45 jaar is, komt er een einde aan de mislukkende pogingen om vrij te komen: “Toen ik op een dag thuiskwam, merkte ik dat er iets goed fout was: Alle foto’s van mijn vrouw waren van de muur gehaald en haar kledingkast was leeg, op haar trouwjurk na.” In de brief die zijn vrouw achterlaat, schrijft ze dat ze het niet langer aankan. Ook wenst ze hem toe dat Ed nu zijn eigen weg kan vinden en kan stoppen met de drugs. “Mijn hart had ook verhard kunnen worden door het vertrek van mijn ex, maar dat gebeurde niet. God heeft het gebruikt om in mijn leven te komen.”
“Ik viel op mijn knieën en zei: ‘God, als u bestaat: Help mij! Ik kan het niet alleen!’” Op dat moment krijgt Ed de kracht om met de drugs te stoppen. “Binnen een week kon ik van de heroïne afblijven, na twee weken van cocaïne en na een maand kon ik stoppen met de methadon – zonder inmenging van doktoren, medicijnen of therapie.” Ed was vervuld met Gods liefde en deed wekenlang niets anders dan luisteren naar preken en gospelmuziek. Ook leest hij veel in de Bijbel. “Een aantal van mijn familieleden was op dat moment al tot geloof gekomen. Zij namen me mee naar de kerk. Daar begon mijn wandel met de Heere.”
Na 17 jaar verslaving aan de drugs is Ed eindelijk vrij! “Al die jaren was ik iedere morgen ziek wakker geworden en moest ik weer heroïne of methadon scoren, maar ineens hoefde dat niet meer. Ik hoefde geen gekke dingen meer te doen om aan geld te komen voor drugs.” Jezus was Eds leven binnengekomen. “Het besef dat Jezus voor mij aan het kruis is gegaan, waardoor ik nu drugsvrij werd, maakt mij dankbaar!”
Inmiddels is Ed sinds 2018 professioneel fotograaf. Ook is hij schrijver van het boek ‘Role models’, waarin hij 70 Molukkers portretteert waarnaar jonge Molukkers kunnen opkijken. “Wij keken op naar guerrillastrijders, omdat er in onze ogen geen rolmodellen waren. Ik besef nu dat we altijd de verkeerde kant op hebben gekeken: er waren wel degelijk rolmodellen, dat waren onze ouders! De jongeren van nu wil ik laten zien dat er Molukkers zijn die positief in het leven staan.” Luister hier de radio-uitzending (NPO1) terug over het boek.