“Waag het niet om me aan te raken! Rot toch op!” Geheel onverwachts word ik onderdeel van een grimmig schouwspel tussen een opstandige jonge meid en een volwassen man. Ze gaan tegen elkaar tekeer alsof ze bekenden zijn. Dacht ik even snel een patatje voor de avonddienst te kunnen halen, heeft God weer een ander plan…
Tekst: Esther Vorsterman van Oijen
Zojuist heeft Hij me naar deze tent gelokt en daar sta ik braaf met nummertje 81 te wachten in een lange rij. Een groepje hangjongeren staat aan de ene kant en een aantal volwassenen aan de andere kant te wachten. Dan begint het ook nog te regenen en de bestelling is pas bij nr 69 dus besluit ik in de auto te wachten. In no time wordt de sfeer broeieriger. De jongeren beginnen stoere taal te uiten, te vloeken en schelden met ziektes. Dan snauwt een vrouw dat ze onmiddellijk hun grote mond moeten houden. Als de jongeren respectloos doorgaan en sarcastisch benoemen dat het een vrij land van meningsuiting is en zij zelf haar oren maar dicht moet houden, ontploft ze.
Woedend komt ze hun kant opgestormd op de voet gevolgd door de man achter haar. Hij gaat dreigend voor het stel staan. De meiden krijgen bijval van de jongens en in no time is het rustige pleintje verandert in een negatieve kakofonie van relschoppers. De inmiddels withete man verliest zijn geduld en wil een van de meiden bij de keel grijpen. “Klaas, je moet nu komen!” roept een vrouw in paniek tegen de snackbarhouder. Met het zweet op z’n voorhoofd stormt hij naar buiten en beveelt dan: “Jullie aan die ene kant staan en jullie daar!” Letterlijk en figuurlijk ontstaat er zo een enorme kloof tussen de beide generaties. Dan gaat hij snel weer naar binnen. De sfeer is echter al zo rot dat ze over en weer verwensingen naar elkaar blijven roepen.
“Esther, stap uit en stap in.”
Te midden van dit alles hoor ik opeens Zijn stille zachte stem zeggen: “Esther, stap uit en stap in. Hiervoor heb ik je hiernaartoe gebracht!” Met een schietgebedje stap ik snel uit de auto rechtstreeks de kloof in, het verboden gebied tussen de beide generaties. In paniek grijpt een oud vrouwtje me bij de arm als ze angstig uitroept: “Waarom moet ik dit nou net weer meemaken, kom ik uitgerekend nu in zo’n nare situatie terecht.” Dan draai ik me om naar de hangjongeren en zeg op rustige toon: “Hé lieve meiden, luister eens…” Onmiddellijk zijn ze stil en kijken me nieuwsgierig aan. “Weet je wel wat dit alles met mij doet?” Met opgetrokken schouders kijken ze me aan. “Het maakt me zo verdrietig dat ik hier zulke prachtige jonge mensen zie staan met een unieke bestemming op hun leven maar die totaal respectloos met de oudere generatie omgaan. Is dit nou echt nodig om met dood en ziekten te schelden? Daarmee doen jullie elkaar zoveel pijn en triggeren jullie al die onderliggende emoties bij hen.”
Met ontzag kijken ze me aan, dan constateert een jongere: “Mevrouw, u praat zo anders als al die andere boze mensen, naar u wil ik wel luisteren want u bent echt.” Een andere gast valt haar bij: “Ja mevrouw, u hebt autoriteit, u lijkt wel een juf of psycholoog.” Dan durf ik een stap verder te gaan en vertel dat er achter boosheid vaak onverwerkt verdriet schuilgaat. Tot mijn grote verbazing verandert opeens de atmosfeer en beginnen ze zich te excuseren dat deze grove taal hun stopwoordjes zijn geworden. Opeens voelen de jongeren zich veilig genoeg om hun eigen pijn en trauma’s onder ogen te zien en te delen. Misbruik, geweld en traumatherapie, echt alles komt voorbij.
Op dat moment wordt nr 81 omgeroepen. Ik neem het pakketje aan en blijf met ze doorpraten. Toen een jongen me erop wees dat mijn eten koud werd, zei ik: “Jullie zijn veel belangrijker dan mijn eten!” Dit raakt hen als een van hen opmerkt: “Dat heeft nog nooit iemand tegen me gezegd!” Bewogen zeg ik dat ik Iemand ken die dat niet alleen zegt maar het ook meent en hen dat wil laten voelen. “Wacht, ik wil jullie namens hem iets geven.” Snel loop ik naar de auto om boeken over Jezus uit de achterbak te pakken. “Heeft u die zelf geschreven?” roept een jongere me achterna. Als ik dit bevestig voegt hij eraan toe: “Over wie gaat dat boek eigenlijk?”
“Over de Liefde van mijn leven!”, zeg ik dan ontwapenend, “Hij is de reden waardoor ik veranderd ben en het Antwoord op elke vraag.” Als ze doorvragen hoe hij heet zeg ik glimlachend “Jullie hebben Zijn naam net al zovaak in de mond genomen!”
“Zijn naam is Jezus , onthoud die naam, je zult Hem nodig hebben!”
Verbaasd kijken ze me aan als ik zeg: “Zijn naam is Jezus , onthoud die naam, je zult Hem nodig hebben!” Dan overhandig ik aan de meiden een boek als ze beloven om het te gaan lezen zodat ze Hem ècht leren kennen. Dankbaar nemen ze het boek in ontvangst en zeggen toe om de gebeden aan het einde van de hoofdstukken hardop uit te spreken.
Met warme harten en een koud frietje in mijn hand neem ik afscheid. Er is een complete shift in de atmosfeer, de rust en vrede is teruggekeerd. Dan word ik op de schouder getikt door het oudere vrouwtje. “Dank u wel voor wat u zojuist hebt gedaan! Maar mag ik misschien weten hoe het u is gelukt om de sfeer zo plotseling te doen veranderen?”
Glimlachend wijs ik naar boven en zeg: “Jezus, onthoud die naam! U zult Hem nodig hebben!” #ISPEAKJESUS